Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Herinnering

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Herinnering

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer de lezers van ons kerkelijk blad dit nummer in handen krijgen, is weer een merkwaardige dag, een voor de Christelijke Gereformeerde Kerk in ons vaderland onvergetelijke datum voorbijgegaan. 14 October 1834, deze dag staat met gulden letteren in de geschiedenis onzer kerk gegraveerd. Nadat den vorigen dag Ds. Hendrik de Cock met zijn kerkeraad de acte van afscheiding had geteekend, kwam aan den avond van den veertienden October de gemeente met leeraar en kerkeraad bijeen om het besluit des kerkeraads te vernemen. Deze samenkomst geschiedde ten huize van de wed. Hulshof te Ulrum. Daar zou beslist worden of de gemeente voortaan in onderwerping aan het bestuur der Hervormde Kerk zou staan, dan of zij met verwerping van dat bestuur, als eene zelfstandige gemeente hare rechten zou handhaven en de leer der vrije genade zou behouden. Doordrongen van het gewicht van het oogenblik, overtuigd dat het besluit der gemeente groote gevolgen zou hebben voor de toekomst, werd er vooraf knielend gebeden, vervolgens werden al de zaken blootgelegd en de acte van afscheiding voorgelezen, waarin de opzienderen en lidmaten der Gereformeerde gemeente te Ulrum verklaren „sedert geruimen tijd opgemerkt te hebben het bederf in de Nederduitsche Kerk, zoowel in de verminking of verloochening van de leer onzer vaderen, gegrond op Gods Woord, als in de verbastering van de bediening der Heilige Sacramenten, naar de verordineering van Christus in Zijn woord, en in het bijna volstrekte verzuim der kerkelijke tucht, welke stukken allen naar onze Gereformeerde belijdenis art. 29, kenmerken zijn der ware kerk, enz. Daardoor heeft nu dit Nederlandsche Kerkbestuur zich gelijk gesteld aan de door onze vaderen verworpen Paapsche Kerk, dewijl niet alleen het vroeger opgenoemde bederf wordt opgemerkt, maar daarenboven Gods Woord wordt verworpen of krachteloos gemaakt door kerkelijke wetten en besluiten.” En verder lezen wij daarin: „Uit dit alles te samengenomen, is het nu meer dan duidelijk geworden, dat de Ned. Herv. Kerk niet de ware, maar de valsche kerk is, volgens Gods Woord en art. 29 van onze belijdenis, weshalve de ondergeteekenden met dezen verklaren: dat zij overeenkomstig het ambt aller geloovigen (art 28) zich afscheiden van degenen die niet van de kerk zijn en dus geen gemeenschap meer willen hebben met de Ned. Herv. Kerk, totdat deze terugkeert tot den waarachtigen dienst des Heeren.” Bijna de geheele gemeente, op een paar leden na, teekende deze acte van afscheiding. In het kerkeraadsboek, dat toen werd aangelegd, staat van dien avond door Ds. de Cock aangeteekend; „Dinsdag avond 14 October, hebben wij, na biddend opzien tot den Heere, ons afgescheiden van de valsche kerk en in de mogendheden des Heeren het ambt aller geloovigen aangenomen, hetwelk Hij, de Heere, de Almachtige, de Eenige en Drieeenige God bevestige! Met psalmgezang en dankzegging is die plechtigheid gesloten.”
Wij zullen het niet verbergen voor hunne kinderen, voor het navolgende geslacht.… Opdat het volgende geslacht die weten zou, de kinderen die geboren zouden worden en zouden opstaan en vertellen ze hunnen kinderen. En dat zij hunne hoop op God zouden stellen en Gods daden niet vergeten, maar Zijne geboden bewaren, zegt de dichter in psalm 78. Ook in onzen tijd, waarin men tracht zooveel mogelijk dat werk Gods van 1834 te niet te doen en in het vergeetboek te plaatsen, zullen wij het nog eens in ons blad herhalen. Met die kloeke taal, in de acte van afscheiding zijn wij het eens. Daar spreekt niet een vooraf klaargemaakt plan, geen program, naar ’t welk men handelde, maar de drang des gewetens, die acte is een conscientiekreet, een besluit door Gods Geest gewerkt. In dat spoor staan wij nog, al noemt de Geldersche Kerkbode ons zoo smadelijk nieuw Christelijk Gereformeerden. Ja, nieuw herrezen Christelijke Gereformeerden zijn wij, ten spijt van dien Kerkbode als een phoenix uit hare asche opgestaan. Ook de ketters in de dagen der reformatie noemde men menschen van „de nije leere”, al hadden zij de oude leer der Apostelen en Kerkvaders. Liever nieuw Christelijk Gereformeerden met den ouden geest van de vaderen der scheiding en met de oude leer van Gods Woord in onze belijdenisschriften uitgedrukt, dan de oude naam: „Gereformeerde kerken in Nederland” met de nieuwe leer der onderstelde wedergeboorte bij den doop. Wat Ds. v. S. in denzelfden Kerkbode berispt in Ds. Vos, dat deze spreekt van het tot stand komen der Gereformeerde Kerk te Amsterdam in 1578, daar toen de kerk er al was, maar als eene Gereformeerde tot openbaring kwam, dat doet v. S. nu zelf omtrent onze Chr. Geref. Kerk. Neen, zij kwam niet in 1892 tot stand, die nieuw Chr. Geref. Kerk, maar de oude Chr. Geref. Kerk, bijna vernietigd door de rooversynode van 1892, kwam, hoewel verkleind, in dat jaar weer tot openbaring, daarom is zij nog altijd de oude Chr. Geref. Kerk met dezelfde leer, tucht en kerkorde der voormalige kerk der Afscheiding.

D.B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 oktober 1903

De Wekker | 4 Pagina's

Herinnering

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 oktober 1903

De Wekker | 4 Pagina's