Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

K. D. te L., gelezen hebbende onze stukken over de beteekenis van de uitdrukking „in Christus geheiligd” in de eerste vraag van ons doopformulier, vraagt ons of de leer der Oost-Friesche kerk, tot welke kerk de leeraren à Lasco en M. Micron behoorden, de zuivere leer der Gereformeerde kerk is. Hierop kunnen wij kort antwoorden. De Oost-Friesche kerk in de dagen van Micron en à Lasco stemde volkomen in met de Gereformeerde kerken in Nederland wat de leer der waarheid betreft. In 1571 werd te Embden in Oost-Friesland eene synode gehouden, alwaar zoowel de Gereformeerden uit die landstreek als de vervolgde Gereformeerden uit Nederland tegenwoordig waren. Petrus Datheen was ook afgevaardigd naar die Synode, alwaar eendrachtig besloten werd (volgens de handelingen dier Synode art. 2) de Nederlandsche geloofsbelijdenis te onderteekenen, insgelijks ook de belijdenis der Gereformeerde kerken in Frankrijk „om daarmede haar verbinding en eenheid met de Fransche kerken te betuigen”. In de Gereformeerde kerk van Oost-Friesland kleefde men dus wel de Gereformeerde leer aan, die thans nog door de Christelijke Gereformeerde kerk wordt beleden. Uit de vragen bij den kinderdoop aan de ouders gedaan in de Geref. kerk van Oost-Friesland (zie Wekker n° 12) blijkt duidelijk dat men daar de kinderen doopte op grond van hun „begrepen zijn in Gods Verbond” en niet op onderstelde wedergeboorte of onderwerpelijke heiligheid.
Vervolgens vraagt K. D. waarom Petrus Datheen (die hoogstwaarschijnlijk de opsteller is van de doopsvragen in ons formulier) de uitdrukking bezigde „in Christus geheiligd” terwijl a Lasco spreekt van „in het goddelijk verbond begrepen?” Dat „waarom” kunnen wij niet beantwoorden, doch dit is zeker dat Datheen precies hetzelfde bedoelde als à Lasco. Waarschijnlijk heeft de opsteller onzer doopsvragen eene uitdrukking willen gebruiken die zich nauw aansluit bij 1 Cor. 7 : 14, waar de Apostel Paulus de kinderen der geloovigen, zelfs als slechts één der ouders geloovig is, heilig noemt, dat is, in Gods Verbond begrepen, zooals onze kantteekenaren zeggen, en niet onrein of buiten Gods Verbond, zooals de heidenen zijn.
Uit het vriendelijk schrijven van br. K. D. bleek ons alweder hoe droevig het toegaat in de zich
noemende Gereformeerde kerken.
Onze broeder verkeert als een eenling in de plaats zijner inwoning. Lid eener doleerende gemeente zijnde, kon hij onmogelijk instemmen met de leer eener onderstelde wedergeboorte bij den doop. Hij beschouwde het formulier des H. Doops gelijk wij het verklaarden in de voorgaande nummers van dit blad. En wat heeft men met dezen broeder gedaan? Eenvoudig uitgeworpen, geschrapt als lid, omdat hij met de Nieuw-Gereformeerde leer niet instemde en verklaarde dat zij lijnrecht in strijd is met de leer onzer vaderen. Wij kunnen het verstaan dat deze broeder getroost en gesterkt zich gevoelde, toen hij in „de Wekker” las, dat dezelfde doopsleer, om welke hij uit de doleerende gemeente was geworpen, als de leer onzer vaderen uit het doopsformulier werd voorgesteld. Wij hadden niet kunnen denken, toen de Geldersche Kerkbode omtrent de Neo-Gereformeerde doopsleer vroeg: „Wat zal „de Wekker” daarop antwoorden?” welke vraag aanleiding was tot het schrijven van onze beschouwingen „In Christus geheiligd”, dat die vraag van den Geld. Kerkbode nog aanleiding zou geven om een om der waarheid wille uitgeworpen broeder te sterken en te troosten. Zoo moet zelfs de Geldersche Kerkbode medewerken ten goede.
Uit bovenstaande blijkt alweer dat in de Gereformeerde kerken in toepassing gebracht wordt wat jaren geleden Dr. A. Kuyper schreef in de Heraut No. 666: „Al wie niet de wedergeboorte bij den doop onderstelt, kan met geen goede conscientie in de Gereformeerde kerken blijven.” Men werpt aldaar de zoodanigen reeds uit.

D.B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 oktober 1903

De Wekker | 4 Pagina's

Vragenbus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 oktober 1903

De Wekker | 4 Pagina's