Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

R. te A. vraagt ons of de Heilige Schrift met de uitdrukking „kinderen Gods” altijd bedoelt wedergeboren menschen, of daaronder ook verstaat dezulken die wel uitverkoren zijn, maar nog volop in de zonde leven, ja zelfs in het blinde heidendom zich voor hout en steen nederbuigen.
De uitdrukking „kind Gods” komt in de Schrift in onderscheidene beteekenis voor en die schoone naam wordt aan velen gegeven, doch aan allen niet om dezelfde reden. De Heere Jezus zelf wordt ook Gods kind genoemd. Hand. 3 : 13 en 26 en andere plaatsen. Christus draagt dien naam in den vollen zin des woords, daar Hij de eigene, de natuurlijke Zoon Gods is.
Kinderen Gods worden ook de Engelen geheeten uit kracht van hun schepping naar Gods beeld. Job 1 : 6, 2 : 1, en 38 : 7, Ook de overheden in Israël worden in Psalm 82 : 6 uit hoofde van hun hoogen staat en heerschappij kinderen Gods genoemd. Ook de Israëlieten worden zoo genoemd uit kracht van het verbond waarin zij tot God stonden. Hoewel het allen geen wedergeboren menschen waren, wordt toch tot het oude Bondsvolk gezegd in Deut. 14 : 1: „Gijlieden zijt kinderen des Heeren uws Gods”. Vooral onder den Nieuw-Testamentischen dag worden echter in de Schrift met de uitdrukking „kinderen Gods” de oprechte geloovigen, de wedergeborenen bedoeld. De Apostel Johannes zegt ons in zijn Evangelie duidelijk wie Gods kinderen zijn, capittel 1 : 12. Niet die uit den bloede, noch uit den wil des vleesches, noch uit den wil des mans, maar uit God geboren zijn, diegenen namelijk die door den Geest der aanneming tot kinderen, Christus hebben aangenomen, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijnen Naam gelooven. Uit plaatsen zooals Rom. 8 : 14 „Want zoovelen er door den Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods”, Gal. 3 : 26, Filipp. 2 : 15 en 1 Joh. 3 : 1 blijkt duidelijk dat het Nieuwe Testament met kinderen Gods de zoodanigen bedoelt, die niet meer in de zonde leven, maar onstraffelijk in het midden van een krom en verdraaid geslacht wandelen en als lichten in de wereld schijnen. (Filipp. 2 : 15).
Toch vinden wij één plaats in het Evangelie van Johannes (cap. 11 : 52) waar de uitdrukking „kinderen Gods” niet alleen ziet op de reeds wedergeboren, maar ook op de uitverkorenen, die in later tijd zullen toegebracht worden. In Joh. 11 : 51 wordt ons gezegd, dat Cajafas, niet uit zich zelven, maar Hoogepriester zijnde, onwetend eene profetie uitsprak, toen hij zeide dat het beter was dat één mensch (Jezus) stierf voor het volk, dan dat het geheele volk verloren zou gaan. Johannes zegt ons dan in vs. 52: dat Christus niet alleen stierf voor dat volk, n.l. het uitverkoren Israël, maar opdat Hij ook de kinderen Gods, die verstrooid waren, tot een zoude vergaderen, en daardoor (volgens Efeze 2 : 14—16) Jood en heiden één makend, den middelmuur des afscheidsels verbreken zou. Hier worden dus de heidenen die nog toegebracht moesten worden, genoemd de kinderen Gods, die verstrooid waren. Evenals de Heere in Joh. 10 : 16 degenen, die uit de heidenen tot Zijne kerk zullen vergaderd worden, schapen noemt, die Hij ook moet toebrengen, opdat het ééne kudde onder één herder worde, zoo ook noemt in Joh. 11 : 52 de Evangelist de uitverkoren heidenen, die sedert Babels torenbouw in alle landen verstrooid zijn, kinderen Gods. Al waren zij nog niet wedergeboren uit het onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord Gods, in het harte Gods waren zij reeds kinderen, hoewel zij op zichzelve beschouwd nog dwalende en verstrooide schapen, ja vijanden Gods waren. Kinderen Gods worden zij in dezen tekst genoemd naar de verkiezing, nog vóór zij inwendig geroepen of wedergeboren werden, welk kindschap eerst daadwerkelijk hun deel werd, toen de Heilige Geest door het gepredikte woord het geloof in hun harten plantte. Van dezen tekst wordt (want iedere ketter heeft zijn letter) door de Neo-Gereformeerde leer der onmiddellijke wedergeboorte een schromelijk misbruik gemaakt. Men stelt het dan voor alsof hier geleerd zou worden dat de uitverkorene heidenen over de aarde verstrooid, reeds kinderen Gods d. i. wedergeboren zouden zijn en nu door de prediking des Woords tot bekeering geroepen moeten worden; zij zouden dus volgens de Neo-Geref. leer onbekeerde wedergeboren kinderen Gods zijn. Doch hier worden de heidenen niet naar de reeds ontvangen wedergeboorte, maar naar de eeuwige verkiezing Gods kinderen genoemd, hoewel zij wat hun openbaring aangaat nog kinderen des toorns, onwedergeborenen, afgodendienaren zijn. Voor de leer eener onmiddellijke wedergeboorte buiten het Woord om is in dezen tekst dus geen spoor te vinden, evenmin als voor de bewering dat de uitverkoren heidenen daarom kinderen Gods zouden genoemd worden, omdat zij de wedergeboorte reeds in beginsel bezitten zonder tot bekeering gekomen te zijn. Slechts naar de verkiezing die van eeuwigheid is, zijn de uitverkoren heidenen kinderen Gods genoemd in Joh. 11 : 52. Deze plaats is dan ook de eenige waar de uitverkoren heidenen met dien schoonen naam worden genoemd, overigens worden in het N. T. met de uitdrukking „kinderen Gods” de wedergeborene of tot God bekeerde menschen bedoeld.
P.J.M. de Bruin

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 februari 1904

De Wekker | 4 Pagina's

Vragenbus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 februari 1904

De Wekker | 4 Pagina's