Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

A. N. te U. doet ons de navolgende vraag: Wat moet men verstaan onder schepselen in die uitdrukking van het antwoord 32 van den Heidelbergschen Catechismus.
In dat antwoord wordt gezegd waarom de geloovigen Christenen worden genaamd. Er wordt gewezen op hun profetisch, priesterlijk en koninklijk ambt. Dit laatste, het koninklijk ambt, bestaat hierin dat zij in dit leven met eene vrije en goede conscientie tegen de zonde en den duivel strijden en hiernamaals in eeuwigheid met Christus over alle schepselen regeeren. Onder de rubriek „schepselen” behoort al het geschapene, zoowel de schepselen in den hemel, dat zijn de Engelen, als op de aarde, de menschen, als in het verderf, de duivelen en goddeloozen. A.N. meent: „onder die schepselen kunnen geen menschen worden verstaan”, doch verliest daarbij uit het oog dat onze catechismus zegt: alle schepselen, Christus zelf is een Koning aller schepselen in het algemeen en van Zijne duurgekochte gemeente in het bijzonder. Christus heerscht over alles. Hij is de Koning der koningen en Heere der heeren, maar ook over de Engelen voert Hij den scepter Zijner heerschappij, terwijl Hij ook over goddeloozeu en duivelen gebiedt, zooals reeds blijkt in zijn vernederd leven op aarde, waar Hij reeds Zijne macht betoont over de duivelen. Van Christus den Koning staat geschreven: (1 Cor, 15 : 27): Want Hij (God de Vader) heeft alle dingen Zijnen voeten onderworpen, d. is. aan Christus.
Waar nu alle schepselen (engelen, menschen, en duivelen) aan Christus onderworpen zijn, daar zal Hij ook eenmaal al Gods kinderen, al de ware Christenen met Hem doen heerschen over alles, als Hij hun Zijne overwinning schenkt. Hiernamaals maakt Christus de Zijnen heeren over alle schepselen, overwinnaars hunner vijanden en medegenooten Zijner heerlijkheid. Openb. 3 : 21: „Die overwint. Ik zal hem geven met Mij te zitten in mijnen troon.” Luk. 22 : 30: „Dat gij zit op tronen, oordeelende de twaalf geslachten Israëls.” Heerscht Christus over alles, ook hun zal dan gegeven worden over engelen en duivelen en goddeloozen te heerschen. 1 Cor. 3 : 21 staat immers: „Alles is uwe”, en 2 Tim. 2 : 12: „Indien wij verdragen, wij zullen met Hem heerschen.” Dat heerschen over alle schepselen blijkt zoo duidelijk in den oordeelsdag, met het oog waarop de Apostel schrijft in 1 Cor. 6 : 2, 3: „En weet gij niet dat de heiligen de wereld oordeelen zullen? En weet gij niet dat wij de Engelen oordeelen zullen?”
Hier op aarde behaalt de ware Christen door het geloof de overwinning reeds op Satan, hiernamaals zal hij in en met Christus over al het geschapene heerschen. Gelijk alle dingen, aan Christus zijn onderworpen, zullen ook in eeuwigheid alle dingen onderworpen zijn aan hen die in Christus zijn en met Christus zullen zitten in Zijn troon, d. i. met Hem zullen regeeren.
P.J.M. de Bruin

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 februari 1904

De Wekker | 4 Pagina's

Vragenbus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 februari 1904

De Wekker | 4 Pagina's