Nederlandsche taal

Niet onaardig is voor hen, die aan taalstudie doen, het onderstaande, dat we vonden in de Kerk. Courant. Het doet onder meer zien, welke veranderingen onze taal sedert dien tijd onderging.
Acte van toelating als proponent van Aegidius Nicolai door de Classe van Utrecht.
D. Aegidius Nicolai, S.S. Theologiae studiosus, is op sijn versoec na overleveringe van loffelicke getuigenisse soo kerckelicke als academise tot het examen praeparatorium toegelaten, heeft in sijne propositie over Act. 15, 11, kennisse der Hebreuse en griecse talen en t’ondersoeck over de fundamenten der theologie alle de presente broederen en seer goet genoegen gegeven; heeft verkont sonderling geestelic oordeel, waerdigheyt en seedicheyt. Laten hem derhalven onbecommert toe, om door publico oeffeninge sijner gaven in het predicen sich Godts gemeynte meer en meer beproeft voor te stellen en sich tot den dienst des Heeren vorder te bequamen, niet twijfelende of soo, gelijc tot noch toe voortgaat, een sonderling bequaem instrument tot winninge van veeier sielen Christo sijn sal. Versoeckende de E.E. Broederen, aen welck dit ons getuigenis sal werden vertoont, sijn E. voor soodanich t’erkennen: gelijc ooc dese E. Classis sijn E. voor gerecommandeert aenneemt.
Actum in onse Classicale vergaderinge tot Utrecht, den 19/29 Sept. 1660.
Uit name en last des E. Classis:
Justus van den Boogaert.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen