Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een woord over Kerkregeering en Kerkorde 11

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een woord over Kerkregeering en Kerkorde 11

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

XI.
Gaven wij tot dusver slechts algemeene beschouwingen over bovenstaand onderwerp, thans willen wij meer in het bijzonder sommige artikelen onzer kerkorde, die ieder gemeentelid behoort te kennen, nagaan. Daaraan wenschen wij enkele beschouwingen, die de praktijk ons leerde, vast te knoopen, in de hoop dat én leeraren én leden er eenige winst uit trekken.
Wij mogen daarbij zeker aannemen, dat onze lezers de kerkorde eenigszins hebben leeren kennen, liefst evengoed als onze predikanten en onze kerkeraadsleden, die, naar de bepaling onzer Synode van 1840, door onderteekening behooren te verklaren, dat zij de Dordsche kerkorde van 1618 en 1619 in ’t bestuur der gemeente aannemen en beloven daarnaar te zullen regeeren. 1) Onze synode van 1893, gehouden te Utrecht, sprak zich dienaangaande als volgt uit:


1. De Kerkordening van 1618 en 1619 wordt als eenige regel in de regeering der Chr. Gereformeerde Kerk in Nederland aangenomen, met last om haar uit te oefenen overeenkomstig Gods Woord en de formulieren van eenigheid, naar de meening en den geest der Dordsche vaderen, uitgedrukt in de Handelingen der Postacta der synode van 1618 en 1619 en vroegere kerkordeningen, tot stichting en opbouw der gemeente van Jezus Christus, tot onderlinge liefde en vereeniging en tot wering van alle heerschappijvoering.
2. Het maken en hebben van een eigen huishoudelijk reglement staat geheel in de vrijheid der gemeente, doch met dien verstande: hoewel elke gemeente haar eigen huishoudelijk reglement hebben kan, behoort hetzelve nochthans aan onze algemeene kerkordening onderworpen te zijn.
3. De herders en leeraars zullen de kerkordening van Dordrecht, overeenkomstig het vorenstaande onder no. 1, onderteekenen. De ouderlingen zullen beloven volgens dezelve de gemeente te helpen regeeren.


Art. 1 onzer Kerkorde zegt, dat, om de goede orde in de gemeente van Christus te handhaven, noodig zijn de Diensten, Samenkomsten, Opzicht over de leer, Sacrementen en Ceremoniën (d. w. z. kerkgebruiken, plechtigheden) en Christelijke straf.
Art. 2 wijst dan aan welke die genoemde diensten zijn, n.l. vierderlei: Dienaren des Woords, Doctoren, Ouderlingen en Diakenen.
Terwijl de Kerkorde aldaar van 4 diensten spreekt, zegt Art. 30 van de geloofsbelijdenis, dat er drieërlei dienaars zijn, n.l. herders, opzieners en diakenen. Voetius, die zelf lid der Dordsche Synode is geweest, zegt dat hieruit niet besloten kan worden tot 4 soorten van dienaren der gemeente, omdat het moeilijk is omtrent het werk der bedoelde doctoren iets te bepalen. Trouwens is het werk, dat in art. 18 der Dordsche Kerkorde wordt genoemd als het werk der Doctoren en Professoren, in ’t algemeen ook de roeping der leeraars. De Cock merkt terecht in zijn „Gereformeerde Kerkregeering” op, dat de titel van doctor als een academischen graad, waaraan geen kerkelijk karakter is toe te kennen, is te beschouwen.
De leeraar, de eerste der genoemde 3 soorten, ziet zijn ambt in Art. 16 der Kerkorde omschreven. Dit artikel luidt aldus:
„Der dienaren ambt is in de gebeden en de bediening des Woords aan te houden, de Sacramenten uit te reiken, op hunne medebroeders, op de ouderlingen en diakenen, mitsgaders op de gemeente goede acht te nemen en ten laatste met de ouderlingen de kerkelijke tucht uit te oefenen en te bezorgen, dat alles eerlijk en en met orde geschiede.”
Uit deze omschrijving is het duidelijk, dat de werkkring van een leeraar een veelomvattende is en ook in zeer kleine gemeentens een leeraar meer te doen heeft dan des Zondags 2 keer preeken, eenige uren per week catechiseeren, en de zieken bezoeken.
De woorden „aan te houden” wijzen o. i. op een omstandigheid, die niet licht geacht mag worden. Aanhouden in de gebeden! Hoevele omstandigheden in de gemeente zijn vaak oorzaak van verslapping, van vertraging in het gebed, zoodat de beoefening van de vermaning des Apostels om aan te houden in het gebed en te bidden zonder ophouden, gemist wordt. Ligt de oorzaak daarvan voor een groot deel ook niet hierin, dat er te weinig voor de leeraren gebeden wordt? En hebben niet leden en leeraars zich gedurig voor God te beproeven of men ook oorzaak geeft dat het gebed verhinderd wordt. ’t Is daartoe zoo noodig, dat ook de leeraren veel bidden om den geest des ootmoeds. Als een leeraar zich verheft en zich boven de leden plaatst, wordt de band tusschen leden en leeraar gemist en ’t gebed verhinderd. Onlangs vertelde een leeraar ons: „In mijn vorige gemeente te M. heb ik in de 16 jaar, die ik daar met zegen diende, heel wat geleerd van een eenvoudig lid. Toen ik te M. kwam, wist ik alleen het; te K., waar ik 8 jaar geweest was, had men mij schier nimmer tegengesproken; ik was zoo langzamerhand de baas (zoo’n soort „paus”) geworden. Zooals ik het zei, zóó was het. Maar te M. moest ik leeren, dat ook eenvoudige leden er een oordeel op na houden. In ’t eerst kon ik die tegensprekers maar niet verdragen, hoe bescheiden zij ook tegenover mij optraden, maar dit leerde ik mettertijd wel af. Bedoeld lid had de gewoonte om, wanneer hij eene andere meening had dan ik, zoo bij z’n neus langs te zeggen, „„ja dominee! u kunt wel gelijk hebben, maar ik meen, dat het aldus is;”” en gaf dan zijne meening in weinig woorden te kennen!”
Maar dat „aan te houden” wijst op nog veel meer.
(Wordt voortgezet).
G. Renkema


1) Zij, die onze kerkorde met de daaraan toegevoegde, verklarende bepalingen niet kennen, doen goed zich het kerkelijk handboekje aan te schaffen, dat indertijd door den Heer Notebaart is uitgegeven en thans voor 60 cent verkrijgbaar is bij den Heer Renkema te Utrecht.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1904

De Wekker | 4 Pagina's

Een woord over Kerkregeering en Kerkorde 11

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1904

De Wekker | 4 Pagina's