Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Wachterbond, (en met dien naam bedoelen wij niets hatelijks, maar eene nadere aanwijzing van de broeders die binnen de Geref. kerken voor het behoud van het beginsel van 1834 strijden) heeft zijn belofte vervuld.
Het vijftal stellingen, door „de Heraut” ontijdig publiek gemaakt, is thans met de toelichting verschenen en „aan de kerkeraden en voorts aan alle leden der gemeente ter overweging aangeboden door voorgangers en leden van genoemde kerken”. Voor 5 cent per exemplaar zijn ze alom te bekomen. En ieder die belang stelt in de „leeringen, waarover in de Gereformeerde kerken van Nederland, in de laatste jaren verschil gevallen is”, schaffe zich zoo spoedig mogelijk een exemplaar aan.
Het boekske vlug doorbladerende trof ons op pag. 5 de lijst van voorgangers en ambtsdragers in de Geref. kerken, die door hunne onderteekening met deze stellingen en hare toelichting hunne instemming betuigde.
Eerlijk gezegd, die lijst viel ons niet mee! zij viel ons zelfs bitter tegen. Wij weten natuurlijk niet, (de onderteekenaars zullen dit waarschijnlijk wel weten), of er misschien niet drie of viermaal zooveel broeders, inzonderheid predikanten gevonden worden, die het in deze stukken met hen eens zijn, maar die òf den moed niet hadden hun naam er aan te geven, òf beter vonden, nog een weinig met hunne publiciteit te wachten.
Wij hopen en wenschen het van heeler harte, want indien er geen meerderen met deze broeders sympathiseeren, indien zij de eenigen zijn, die, indien het er op aankomt, staan of vallen met elkander, dan willen wij eerlijk bekennen, dat wij ons in de kracht der Wachterpartij duidelijk hebben vergist. Wij dachten, dat het grootste deel der onderteekenaars predikanten zouden zijn en hun getal minstens verdriedubbeld. Maar 't gaat soms wonderlijk.
Wij vinden het dan ook een daad van zedelijken moed, die dit twaaltal predikanten met een tweetal Docenten der Theologische School heeft verricht, waarlijk een daad die wij met instemming en sympathie insgelijks begroeten.
Een andere vraag echter is, of zij in den bestaanden toestand voorzichtig gehandeld hebben, hunne namen daaronder te plaatsen. Niet met het oog op hetgeen daarin voor hunne personen zou kunnen dreigen, want wij twijfelen geen oogenblik, of deze mannen broeders hebben de gevolgen van hun daad tot in de uiterste consequentiën ingedacht en zijn des noods bereid er alles om te verduren, — maar is het wel verstandig, wanneer men in den strijd is, zijn tegenstanders ongevraagd de sterkte van eigen macht te openbaren. Ons lijkt dit bedenkelijk 't kan best zijn dat achter deze weinige namen in de Geref. kerken duizenden anderen staan, die het van harte met hen eens zijn, maar — de leiders van die duizenden zijn dan op dit oogenblik de mannen, die hun naam aan deze stellingen gegeven hebben.
En nu wordt, wij behoeven dit dezen mannen niet te zeggen, inzonderheid in het kerkelijk leven de beteekenis van een partij niet allereerst gemeten aan hare getalsterkte, maar aan de leiders en aan het getal dergenen die met haar staan en vallen. En zoo vreezen wij, dat het nu ook met den „Wachterbond” zal gaan.
Men dacht sterk van hem; zijn zij zelve nu niet de oorzaak, dat die gedachte bij de tegenstanders eenigzins zal gewijzigd worden?
Het meerendeel der predikanten onderteekenaars heeft zich in de laatste jaren door woord en geschriften doen kennen, als tegenstanders van de „Amsterdamsche leeringen”, alleen ééne handteekening is ons niet recht duidelijk; 't is de handteekening van prof. Noordzij. Wij wisten wel, dat hij in de laatste jaren meer ijverde voor 1884 en dat zijn oog langzamerhand is geopend voor het gevaar der leerstellingen aan de Vrije universiteit, wij wisten ook wel, dat indertijd op zijn voorstel de vergadering van ambtsdragers binnen Utrecht gehouden is en dat daar openlijk de blijdschap werd uitgesproken met het feit, dat niet prof. Lindeboom, maar juist prof. Noordzij deze vergadering had georganiseerd, maar toch zien wij nog altijd zijn handteekening staan onder die van het viertal professoren, dat destijds verklaarde met Dr. A. Kuyper homogeen te gaan in theologicis.
En nu staat zijne handteekening onder een vijftal stellingen, dat lijnrecht tegen de opvattingen en beginselen van prof; Kuyper ingaat. Mag daaruit besloten worden, dat prof. Noordzij het destijds gedane herroept?
Dat hij dit dan eens openlijk uitsprak, want beide te onderteekenen gaat niet. Hij zou er ons en velen met ons zeer door verplichten. Het is thans meer dan ooit tijd, dat de mannen dien het om het behoud van 1834 te doen is, hetzij ze nog in, hetzij ze reeds buiten de Geref. kerken op de lijn van 1834 staan, elkander zoeken en nauwere aansluiting met elkander met het oog op de toekomst begeeren. Dit is zeker en ook de geschiedenis der kerk bevestigt het: dat de Heere uit de duisternis weer het licht en uit den chaos den kosmos roept.
Maar voor ditmaal genoeg.

L. (Leiden) J.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 maart 1905

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 maart 1905

De Wekker | 4 Pagina's