Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

A. v. R. te H. doet ons eene vraag, welke eigenlijk niet in ons kerkelijk blad, maar in een politiek blad tehuis behoort. De Wekker is het orgaan der Christ. Geref. Kerk en beweegt zich daarom wel op godsdienstig en kerkelijk, maar niet op politiek terrein. Onze vriend v. R. heeft echter zijne vraag zoo ingekleed dat zij toch eenigszins eene kerkelijke kleur krijgt, door te vragen: Hoe moeten wij als Christelijke Gereformeerden handelen bij de naderende verkiezing voor leden der Tweede Kamer? Kunnen wij dan als tegenstanders op kerkelijk gebied van Dr. Kuyper en nog veel meer van de Roomschen het tegenwoordig Ministerie wel steunen? Onze vrager had daarbij de spreuk onzer vaderen voor oogen: „Liever Turksch dan Paapsch”.
Waar ons gevraagd wordt hoe wij als Christelijke Gereformeerden hebben te handelen, kan ons antwoord kort zijn. In de tegenwoordige omstandigheden zou het naar onze gedachte onverantwoordelijk zijn indien wij het ministerie—Kuyper niet steunden, daar wij dan mannen als Treub en Troelstra in het gevlei kwamen. Hadden wij in plaats van het tegenwoordige ministerie een liberaal minister gehad, waarin mannen als Borgesius, Treub, Roodhuizen e. a. gezeten waren, in de dagen der spoorwegstaking, het ware gansch anders gegaan, dan het gegaan is. Het was in die dagen der staking een weldaad voor ons vaderland dat wij het tegenwoordig ministerie hadden. Waar thans vrijzinnig-democraten met socialisten hand aan hand gaan, blijkt al meer en meer dat al wat tegen de revolutie en het ongeloof is, als een eenig man tegen den gemeenschappelijken vijand moet optrekken. En die vijand, het liberalisme, is een spotter met God en godsdienst. Een liberaal blad in het district Sliedrecht schrijft het volgende, dat wij, hoewel met weerzin gelezen hebbende, opnemen om te overtuigen welk een vijand van God het liberalisme is. In dat liberale blad dan stond letterlijk:
„Het geschiedde in 't begin dezer eeuw, toen Wilhelmina van Oranje Koningin was over de lage landen aan de Noordzee, dat er geen kleine beroerte aldaar ontstond, vanwege den weg des Heeren, want één, met name Abraham, zijnde een schriftgeleerde, die door velen voor profeet werd gehouden en veel volks achter zich had, was opgestaan en leerde — hij nu was een geweldig ijveraar voor het aangezicht van den Heere der heirscharen — dat er onder het volk velen waren, die den Christus Gods verloochenden en den Heere God niet meer dienden, maar zich zelven hadden overgegeven aan den dienst van vreemde goden, onder welke een zekeren Paganus wel de voornaamste was, naar wien zij dan ook paganisten genoemd werden.
„En alzoo Elia onder Israël gestreden had tegen Baäl en de Baälsdienaars, zoo ijverde deze Abraham onder de Christenen voor den Heere tegen de afgodendienaars van zijn tijd. Ook naderde hij als Elia tot het gansche volk en zeide: Hoe lang hinkt gij op twee gedachten? Zoo de Heere God is, volgt hem na, en zoo het Paganus is, volgt hem na!”
Is dit niet tergend, spottend? En zou dan een der onzen aan de zijde van zulke spotters staan? Wat van zulke spotters te wachten is, toont ons het naburige Frankrijk, dat allen godsdienst tegenwerkt en met geweld alle godsdienstonderwijs van de scholen gebannen heeft.
Valt dit ministerie, dan is er zeer veel kans dat wij eene regeering krijgen, waarin Drucker en Treub zijn gezeten en het socialisme grooten invloed heeft, en daartegen te strijden door het ministerie—Kuyper te steunen is naar onze meening de roeping van alle Christelijke Gereformeerden.
Kort geleden schreef onze redacteur nog, dat in onze dagen tegen het ongeloof alles zich moet vereenigen als tegen een gemeenschappelijken vijand, en wij stemmen er volkomen mede in.
Voor ditmaal hebben wij dus aan den wensch van v. R. voldaan, omdat wij opgemerkt hebben dat velen onder ons Christ. Geref. volk in onderscheidene plaatsen zich afvragen: hoe hebben wij met het oog op ons kerkelijk standpunt hier te handelen? Men verwarre echter den kerkdijken strijd niet met den politieken en bedenke dat onze gemeenschappelijke tegenstander de revolutie is. Bovenal ga echter veel gebed op tot den troon der genade en geve de Heere hun die bidden geleerd hebben in de bresse te staan voor land en volk. Menigeen gaat in de politiek op en ijvert meer voor zijne partij dan voor de eere Gods en dit is juist de schaduwzijde en maakt vele Christenen geheel afkeerig van de politiek.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 april 1905

De Wekker | 4 Pagina's

Vragenbus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 april 1905

De Wekker | 4 Pagina's