Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In verband met deze onderscheiding, zegt Dr. de Moor, die echter duidelijk gebleken is onhoudbaar te zijn, is het goed ook op de trappen der rechtvaardigmaking te letten. Hij beroept zich hiervoor op het proefschrift van den tegenwoordigen Kamper Hoogleeraar in de Godgeleerdheid, Dr. Honing, die in het jaar 1892 aan de Vrije Universiteit promoveerde op eene dissertatie over Alexander Comrie.”
Deze zegt op bladz. 232 van genoemd proefschrift: „Wanneer de Gereformeerde dogmatici van het begin en midden der zeventiende eeuw van de rechtvaardigmaking spraken, onderscheidden zij daarbij meestal vier trappen. Ten eerste: de rechtvaardigmaking van eeuwigheid in de vierschaar Gods; ten andere: de rechtvaardigmaking, zooals zij objectief in de opstanding van Christus werd gerealiseerd; vervolgens: de dadelijke rechtvaardigmaking d. i. de toerekening van de gerechtigheid Christi en de inplanting van het nieuwe leven; en ten laatste de tijdelijke rechtvaardigmaking, d. i. de rechtvaardigmaking, zooals zij in de vierschaar der conscientie bij de bekeering door het geloof wordt gegrepen.”
Met ronde woorden is hier dus in uitgesproken , dat de leer van de rechtvaardigmaking van Eeuwigheid absoluut reformatorisch en specifiek Gereformeerd is. Maar eigenaardig, Dr. Honing heeft dit uitgesproken, en Dr. de Moor heeft dit letterlijk overgenomen, maar beiden hebben iets verzuimd. Zij hebben vergeten de namen van die Gereformeerde Dogmatici te noemen, die dit gevoelen waren toegedaan. Want zoo als het nu hier staat, heeft het den schijn alsof ieder theoloog uit dat tijdvak dit gevoelen omhelsde, zoodat wij den eersten besten dogmaticus uit dat tijdvak maar behoeven op te slaan, om dit gevoelen en de gronden waarop het rust te vinden, en nu is ons niet één dogmaticus bekend, die eene rechtvaardigmaking voorstelt gelijk Dr. Honing en de Moor hier leeren.
En daarom is ons vriendelijk verzoek aan deze Hooggeleerden, dat zij ons die „dogmatici” eens noemen. Wij vroegen het eenigen tijd geleden Ds. Winckel ook al eens, die ditzelfde heeft neergeschreven, maar tot nu toe geen antwoord.
’t Is hier toch een zaak van algemeen belang.
Daarbij komt, dat wij niet alleen zoo oukundig zijn, maar een van de grondigste kenners onzer Gereformeerde Theologie staat aan onze zijde. Dr. Bavinck zegt: „Het is waar, dat de Geref. Theologie reeds spoedig ging onderscheiden tusschen justificatio activa, die vóór, en de justificatio passiva, die na het geloof plaats had, en de eerste als de eigenlijke rechtvaardigmaking tegen de laatste als een tot bewustzijn komen van de reeds geschiede rechtvaardigmaking ging overstellen….. Er ligt hier zulk eene belangrijke waarheid in, dat de miskenning daarvan onvermijdelijk tot Remonstrantsche voorstellingen voert. God wacht niet met de vrijspraak van den zondaar, totdat deze als het ware buiten Hem om de gerechtigheid van Christus door het geloof heeft aangenomen; de toerekening en schenking van Christus en Zijne weldaden gaat aan het geloof vooraf, zij is geschied in het besluit des Vaders, in de voldoening van Christus, in de inwendige roeping des Heiligen Geestes. Maar hoe waar dit alles ook zij, het is toch opmerkelijk, dat de Schrift de toerekening nooit met den naam van rechtvaardigmaking bestempelt, maar daaronder steeds verstaat die vrijspraak Gods, welke geschiedt uit en door het geloof. Op zijn minst ligt hierin opgesloten, dat de rechtvaardigmaking uit het geloof in de orde des heils een gewichtiger plaats inneemt, dan degenen, die het zwaarste punt leggen in de justificatio activa, haar kunnen toekennen.
Behalve, dat deze voorstelling van de leer der rechtvaardigmaking afwijkt van het doorloopend spraakgebruik der Heilige Schrift, geeft zij ook aanleiding tot misverstand, ziet zich genoodzaakt tot exegetische geweldadigheden, en laat de rechtvaardiging uit het geloof niet genoegzaam als vrijsprekende daad Gods tot haar recht komen.
Men kan wel van eeuwige rechtvaardigmaking spreken en ze in goeden zin bedoelen en opvatten; maar zonder bedenken in de uitdrukking toch niet; de Gereformeerden verwierpen haar bijna zonder uitzondering, ook Maccovius; Voetsius, Westminster Synode en zelfs Comrie, Brahé e. a. namen ze slechts aan in beperkten en wel omschreven zin.” (Bavinck Dl. III bladz. 541/42.)
Hoe moet nu met deze uitspraak de redeneering van Dr. de Honing en Dr. de Moor worden overeen gebracht?
Dat onze Vaderen wel ter dege eene rechtvaardiging door het geloof leerden, kan niet alleen worden gezien uit Voetsius „Catechisatie” maar nog veel duidelijker uit het beroemde werk van Hermanus Witsius „Vier Boeken van de Verscheidene Bedeelingen der Verbonden Gods met de, menschen”, een werk veel te weinig in onze dagen bekend, dat een schat van kennis bevat en voor een luttelen prijs te koop is.
Maar al onderscheiden onze Vaderen tusschen justificatio activa et passiva, tusschen rechtvaardiging vóór en door het geloof, daaruit mag geenzins worden afgeleid, gelijk Dr. Honing en Dr. de Moor op zijn voetspoor doet, dat zij daarmede eene rechtvaardigmaking van eeuwigheid leerden. Integendeel zelfs, zij hebben deze onderscheiding gemaakt tegenover de Remonstranten, die in de leer van Gods Besluit op een bedenkelijke wijze dwaalden; maar daarbij er altijd den nadruk op gelegd, dat de rechtvaardiging uit het geloof, „de rechtvaardiging des zondaars voor God was.”

L. (Leiden) J.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 juni 1905

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 juni 1905

De Wekker | 4 Pagina's