Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

B. te A. wil gaarne eenige verklaring over Hebr. 13 vers 17, inzonderheid over de laatste woorden van dit vers: „Want hij vond geen plaats des berouws, hoewel hij die met tranen zocht,”
Wij willen beginnen met op te merken dat deze tekst moeilijk te verklaren is en dat zelfs voorname Bijbeluitleggers zeer veel verschillen. Toch willen wij onze gedachte er van zeggen, of liever eerst de gedachten van anderen, om ten slotte de onze neer te schrijven. De grondtekst geeft ook geen opheldering, omdat daaruit niet duidelijk wordt wat Ezau zocht. De Apostel spreekt in vers 16 van Ezau, den oudsten zoon van Izak, en zegt van hem dat hij om ééne spijze het recht van zijne eerstgeboorte weggaf, want, zooals in Genesis van Ezau verhaald wordt, hij verachtte zijn eerstgeboorterecht. Later echter wilde hij, hoewel hij zijn eerstgeboorterecht verkocht had, toch den eerst -geboortezegen beërven, gelijk vers 17a luidt: „Want gij weet, dat hij ook daarna de zegening willende beërven, verworpen werd,” Er scheen toen eenige verandering bij Ezau gekomen te zijn in betrekking tot den eerst-geboortezegen. Vroeger had hij dien veracht, thans is hij er begeerig naar. Doch hij wordt verworpen, dat wil zeggen, hij ontving dien zegen niet, daar Jakob hem reeds had ontvangen, toen Ezau van de jacht terugkeerde. Ezau schreeuwde toen wel met een grooten en bitteren schreeuw gansch zeer, doch Izak volhardde in den aan Jakob geschonken zegen met de woorden: „ook zal hij gezegend wezen.”
Ezau vond dus geen plaats des berouws, hoewel hij die met tranen zocht. Allereerst dient gevraagd: Wat zocht Ezau met tranen ? Luther geeft in zijne Bijbeloverzetting daarop ten antwoord: berouw of boete. Ezau zou dus met tranen berouw hebben gezocht, maar voor dat berouw geen plaats hebben gevonden, doch verworpen zijn geworden. Met die verklaring kunnen wij niet medegaan. Die met tranen berouw zoekt, heeft reeds berouw. Van berouw zoeken lezen wij echter niets in Genesis 27, maar wel van den eerstgeboortezegen zoeken. Wij gelooven dus dat Ezau den eerstgeboortezegen zoekt met tranen, wat ook overeenkomt met het eerste gedeelte van vers 17, dat hij daarna de zegening wilde beërven.
Al zocht Ezau echter met tranen van zijn vader den zegen alsnog te verkrijgen, hij vond geen plaats des berouws. Het woord door „berouw” vertaald, luidt in den grondtekst „zinsverandering of verandering van gedachte.” Ezau, die in zijn groote droefheid niet tot God riep, maar tot zijn vader, vond dus bij Izak geen plaats des berouws, geen verandering van gezindheid of plaats voor zijn veranderde gezindheid.
Want hier blijft nog de vraag of de tweede naamval „plaats des berouws” in objectieven of subjectieven zin moet verstaan worden. Lezen wij b.v. in den Bijbel van „de liefde Gods”, dan kan dit beteekenen òf de liefde tot God òf de liefde die van God uitgaat. Zoo ook hier. Plaats des berouws kan beteekenen plaats van berouw bij Izak, dus eene verandering van Izaks gezindheid, of plaats voor Ezaus veranderde gezindheid. In het eerste geval zou de tekst beteekenen: hoewel Ezau met tranen den zegen zocht te krijgen, vond hij bij Izak geen verandering van gedachte, doch volhardde deze bij zijn uitspraak: Ook zal Jakob gezegend zijn. In het tweede geval beteekent vers 17b: hoewel Ezau mei tranen den zegen zacht en dus bij vroeger vergeleken in zóóver van gezindheid veranderd was, dat hij nu den zegen begeerde, dien hij vroeger verachtte, toch vond hij voor die veranderde gezindheid ten opzichte van den zegen geen plaats bij zijn vader, daar Izak er bij bleef, dat Jakob gezegend zou zijn. Het verschil tusschen deze twee laatstgenoemde lezingen is niet groot: bij beide komt uit dat bij Izak geen verandering kwam in de uitspraak dat Jakob gezegend zou zijn. Wij voor ons houden ons het liefst aan den laats ten zin en dan blijkt zeer duidelijk de bedoeling van den tekst in verband met het voorafgaande.
De schrijver van den brief aan de Hebreën wil dan zeggen: Evenals voor Ezau een tijd kwam, dat hij zijne vroegere gezindheid veranderde en nu met tranen den zegen zocht, welken hij vroeger lichtzinnig had verkocht voor een schotel linzenmoes, maar met die veranderde gezindheid toch den zegen van Izak niet meer.kon verkrijgen, zoo zal ook een ieder, die een hoereerder of een onheilige is gelijk Ezau en nu de belofte des eeuwigen levens veracht om zijn hart in de zonde en de wereld op te halen, eenmaal van gedachte veranderen en dat hemelsche goed met tranen begeeren, als het voor altijd te laat is, want hij zal dan geen plaats vinden voor dat te laat komend berouw, dat eigenlijk geen berouw is over de zonde, maar een zoeken van de zaligheid.
Evenmin als de rijke man in de gelijkenis, hoezeer hij ook eenige verkwikking zocht, bij vader Abraham een plaatsvond voor zijn zoogenaamd berouw, dat hem deed vragen eene waarschuwing aan zijn broeder op aarde te zenden, even zoomin zal de wereldling en onbekeerde zondaar, als het vonnis des oordeels geveld is, een plaats vinden bij God voor zijn klacht: „Och had ik de roepstem des Evangelies niet in den wind geslagen.”
Beschouwen wij Hebr. 12 :17b aldus, dan wordt ons de zin van vers vijftien tot zeventien genoegzaam duidelijk.

A. (Apeldoorn) D.B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 1905

De Wekker | 4 Pagina's

Vragenbus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 1905

De Wekker | 4 Pagina's