Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Johannes de Wegbereider van Christus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes de Wegbereider van Christus

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

„En u zal blijdschap en verheuging zijn, velen zullen zich over zijne geboorte verblijden. Want hij zal groot zijn voor den Heere; noch wijn noch sterken drank zal hij drinken, en hij zal met den Heiligen Geest vervuld worden, ook van zijner moeder lijfs aan. En hij zal velen der kinderen Israëls bekeeren tot den Heere hunnen God. En hij zal voor Hem heengaan in den geest en de kracht van Elias om te hekeeren de harten der vaderen tot de kinderen, en de ongehoorzamen tot de voorzichtigheid der rechtvaardigen, om den Heere te bereiden een toegerust volk.” Luc. 1:14—17

Zacharias en. Elisabeth — hoe liefelijk is reeds de klank dier beide namen in de inleiding op het evangelie van Lucas, als we bekend zijn met de geschiedenis aan die beide namen verbonden. In de duisterheid dier tijden waarin deze godvruchtige zielen leefden, toen de profetie reeds zoo lang had gezwegen, ontving de priester Zacharias onder bijzondere omstandigheden de belofte, dat hem een zoon zou geboren worden, met de nadrukkelijke bepaling: „en gij zult zijnen naam heeten Johannes.” De engel Gabriël van God gezonden, om dit aan Zacharias bekend te maken, voorzegt in bovenstaande woorden, hoedanig persoon die Johannes zal zijn. Daaruit blijkt welk een stof tot vreugde dit moest zijn voor die beide menschen Zacharias en zijne vrouw, van welke wij lezen, dat zij beiden rechtvaardig waren voor God, wandelende in al de geboden en rechten des Heeren, onberispelijk. Doch niet alleen voor deze gelukkige en door God gezegende ouders zou de geboorte van dit kind hun beloofd een stof van blijdschap zijn velen zouden met hen zich over zijne geboorte verblijden. Wat van zoo weinig kinderen kan gezegd worden, dat voorspelt de engel des Heeren van den zoon van Zacharias: Hij zal groot zijn voor den Heere. Groot zijn voor de menschen mag in veler oog en schatting begeerlijk en aantrekkelijk zijn, maar wat is alle grootheid voor menschen vergeleken bij groot zijn voor den Heere! Wie het ook is en waarin men het ook is, die groot is voor den Heere, deelt in het uitnemendste van hetgeen op deze aarde kan verkregen en bereikt worden. Grooter lof en heerlijker kroon is voor een menschenkind niet te bedenken. Wat dit inhoudt in betrekking tot den zoon aan Zacharias beloofd, wordt door den engel, die tot hem spreekt, nader verklaard.
Groot zal de zoon van Zacharias zijn als gave, want niet om maar op zijn gebed ontvangt deze dienstdoende en bejaarde priester de belofte, dat zijne vrouw Elizabeth een zoon zal baren. De naam van dien zoon zal Johannes zijn en dat kind zal beantwoorden aan wat zijn naam beteekent: God geeft genade. Al zou Johannes slechts een dienaar zijn en niet de Meester zelve, ook een dienaar, als een geschenk uit den hemel, is niet gering te achten. Was Johannes na zijn optreden onder het volk niet een brandende kaars en heeft men niet, zij het dan ook slechts een korten tijd, zich in zijn licht mogen verblijden? Daargelaten welk onthaal zijne prediking vond en hoe over zijn optreden werdt geoordeeld, het is niet tegen te spreken, dat het Joodsche volk in het algemeen onder den indruk heeft verkeerd, dat Johannes waarlijk groot was. Groot, gelijk de engel Gabriël van hem had voorspeld. Van een kind waar een engel uit den hemel van getuigt: „Wijn noch sterken drank zal hij drinken en hij zal met den Heiligen Geest vervuld worden, ook van zijner moeders lijf aan”, mag met recht iets groots worden verwacht. Feitelijk nog levend onder de oude bedeeling, zou Johannes een Nazireër Gods zijn, wien het naar de Wet niet geoorloofd was geestrijke dranken te gebruiken. En daarenboven reeds vóór zijne geboorte met den Heiligen Geest vervuld, was dit kindeke wel een bijzonder voorwerp van Gods gunstrijk welbehagen. Trouwens al degenen die door den Heere tot een bijzondere taak worden geroepen, worden ook op bijzondere wijze daartoe door den Heere bekwaamd. Voorbeelden als van Mozes, David en Paulus, kunnen met nog vele andere dit bewijzen. Die Johannes zou de engel (gezant) zijn, die naar Maleachi’s profetie voor het aangezicht des Heeren zou henengaan om den weg te bereiden. Groot was alzoo de taak, welke Johannes wachtte, want zoo zegt de engel: „en hij zal velen der kinderen Israëls bekeeren tot den Heere hunnen God”. Dit doet ons denken aan den treurigen toestand waarin het Israël van die dagen verkeerde. Zoo uiterst klein was het overblijfsel geworden dat met een Simeon en een Anna de vertroosting Israëls verwachtte. Alle omstandigheden moesten echter onder de bijzondere Godsregeering medewerken om een krachtig verlangen naar gewenschte verandering te doen ontstaan. Maar inzonderheid zou het optreden van Johannes als boetprediker het volk als uit de sluimering doen opschrikken.
Geheel eenig was voor die tijden een verschijning als welke in Johannes werd aanschouwd. Geen wonder dan ook, dat de geschiedenis ons zegt, dat tot den man, wiens kleeding was van kemelshaar, die een lederen gordel aan zijne lendenen had, wiens voedsel was sprinkhanen en wilde honig, tot den man, die daar predikte in de woestijn van Judea, Jeruzalem en geheel Judea en bet geheele land rondom de Jordaan is uitgegaan. Als een ware Boanerges verheft hij zijne stem als een bazuin, om op ontzettende wijze het farizeïsme als een adderengebroedsel te ontmaskeren en zonder eenig aanzien des persoons te prediken: Bekeert u, want het Koninkrijk der. hemelen is nabij gekomen. Wat reeds de laatste van Israëls profeten had voorspeld, wordt door den engel, die tot Zacharias spreekt, bekrachtigd: Hij, namelijk Johannes zal voor den Heere Jezus, die voor den engel geen andere is dan „de Heere hun God” heengaan in den geest en in de kracht van Elia. Hoe deze profeet heeft geijverd voor den Heere der Heirscharen in de dagen van den goddeloozen koning Achab en hoe onverschrokken zijn optreden was, leert ons de gewijde historie. Toch zou ook Johannes de dooper evenals Elia uit het Oude Testament, maar een mensch zijn van gelijke bewegingen als alle andere. Daarom blijkt te duidelijker uit dergelijke voorbeelden, wat de kracht en de genade Gods vermag, welke tot zulke groote dingen bekwaamt. Niet gering is het dan ook te vernemen, waartoe Johannes zoo bijzonder bekwaam moest zijn, want als voorlooper en wegbereider van Christus zou hij „de harten der vaderen tot de kinderen bekeeren en de ongehoorzamen tot de voorzichtigheid der rechtvaardigen”. De engel haalt hiermede een gedeelte aan van de profetie van Maleachi (Cap. 4:6), waar we in onze overzetting lezen: „En hij zal het hart der vaderen tot de kinderen wederbrengen, en het hart der kinderen tot hunne vaderen.” Het in die dagen levende geslacht waren kinderen der ongehoorzaamheid, die niet gelijk de vrome vaderen vertrouwden op en vasthielden aan de belofte omtrent den Messias, door God aan Zijn voik gedaan Zou er nu gewenschte verandering komen in hun openbaring en verwachting, dan moesten zij terugkeeren tot de voorzichtigheid der rechtvaardigen, dan moest de behoefte en het verlangen bij, in en onder ben worden gewekt naar de beloofde Spruit uit het huis van David. Daartoe zou de Heere zich van Johannes als een middel in Zijne hand bedienen. Dan zouden de vaderen zich niet meer behoeven te schamen over hunne kinderen en het later levende geslacht zou beantwoorden aan het einde waartoe Johannes’ optreden moest strekken: om den Heere te bereiden een toegerust volk. In hoeverre de geschiedenis hier bet zegel op gedrukt heeft, lezen we in het evangelie. Zoo hoog zag het volk op tegen Johannes, dat men onder elkander vragen ging, of hij niet de Messias was. Maar neen, de man die groot was voor den Heere en zich zelf niet zocht, sprak het onverholen uit: Ik doop u wel met water, maar bij komt, die sterker is dan ik, wien ik niet waardig ben, den riem zijner schoenen te ontbinden , deze zal u doopen met den Heiligen Geest en met vuur. Zoo groot is de lof welke later door den Heere Jezus aan Johannes wordt toegekend, dat de Heere van hem getuigt, dat hij de grootste van alle profeten is geweest, al was dan ook de minste in het Koninkrijk der hemelen meerder dan hij. Dit laatste zag hierop, dat Johannes reeds gestorven was, voordat Christus gestorven en uit den dooden was opgestaan. Terwijl toen eerst in den bijbelschen zin van het woord dat Koninkrijk tot zijn volle openbaring was gekomen en zij die dit beleefden, gezien hebben wat Johannes niet heeft gezien. De aankondiging van de geboorte van Johannes was, gelijk we zagen, een stof tot groote blijdschap, al wat dan ook in hem nog niet verschenen het Licht, waar reeds zoovele eeuwen door het geloof verlangend naar was uitgezien. Elk nieuw bewijs van Gods trouw moest dienen om de oprechten te sterken in het geloof en om hen te vertroosten met de belofte, welke op Gods tijd zou worden vervuld. Zoo aangemerkt was de komst van Johannes gelijk aan het morgenrood, dat de duisternis van den nacht doet wijken en het bewijs aanschouwen doet, dat ! de morgenstond gaat aanbreken. De morgenstond van een nieuwen, vaneen heerlijken, van een door God rijk gezegenden dag. Zooveel donkere en sombere Decemberdagen in den adventstijd herinneren er ons aan, dat het de Heere is en Hij alleen, die het licht in de duisternis doet opgaan, wat al rijke leering biedt ons in dezen de Heilige Schrift. Om daarvan nog iets op te sommen, wijzen we allereerst op, dat we hier zien hoe de Heere steeds aan de Zijnen gedenkt. Wat was het groot, onbeschrijfelijk groot voor Zacharias met een bezoek van een engel te worden vereerd. Wat was het groot voor hem, dat die engel de vrees van hem wegnam, waardoor hij anders verhinderd zou geweest zijn om te genieten wat de Heere hem thans had bereid. Zijn gebed is verhoord, bijgevolg, hij heeft niet te vergeefs gebeden en zijn God gediend. Neen, God is een rijkbeloonend God, al is het dan ook uit genade, voor degenen, die Hem vreezen. Dan, de tijding door den engel gebracht is een blijde tijding. Zoo zijn al Gods beloften in Christus Jezus ja en amen, Gode tot eer en zijn volk tot zaligheid.
Die beloften zijn zoo uitgestrekt, dat zij beide dit en het toekomende leven j omvatten, ’t Was een groote verrassing welke Zacharias en zijne godvruchtige vrouw te beurt viel. En hoe menigmaal is het en wordt het ook door anderen van Gods kinderen ervaren, dat de Heere een verrassend God is en dat gedurig bewijst in de wijze waarop Hij de Zijnen opzoekt, onderwijst en troost. Zou Johannes geroepen worden tot een gewichtige taak als voorlooper en wegbereider van Christus, vervuld met den Heiligen Geest zou hem niets te zwaar of te moeielijk zijn. Door dienzelfden Geest hadden ook Gods heilige profeten in den naam des Heeren gesproken. Door dien Geest moet nog ieder dienaar des Heeren worden bekwaamd, zal hij in waarheid kunnen beantwoorden aan zijne heilige roeping en nog wat meer zijn dan een door menschen geëxamineerd man. Den Heere te bereiden een toegerust volk, dat is, zij het dan ook in anderen zin, nog steeds de taak van allen die wettig uitgezonden worden om te prediken het evangelie aan alle creaturen. Zou Johannes kunnen wijzen op het Lam Gods, dat de zonde der wereld draagt, dan was hij ook in dit opzicht de voorlooper, de heraut des Konings, gevolgd door een onoverzienbare schare van dienaren, die, waarin ook onderscheiden, dit met Johannes gemeen hebben, dat Christus de Heere de hoofdinhoud hunner prediking is. Zouden velen zich over de geboorte van Johannes verblijden, grooter, oneindig veel grooter zou het getal zijn dergenen, die zich verblijden over de geboorte van het kindeke, dat te Bethlehem zou geboren worden. Johannes was slechts een dienaar, wiens licht slechts voor een kleine wijle tijds zou worden gezien, maar in Christus zou verschijnen de Koning Israëls, het Licht der wereld.
Ook daartoe daalde een van Gods heilige engelen uit den hemel, om op deze om de zonde vervloekte aarde te doen hooren: Ziet, ik verkondig u groote blijdschap, die al den volke wezen zal. De Heere is getrouw, en welgelukzalig zijn allen die op Hem betrouwen. Mogen velen worden voorbereid om straks op het Kerstfeest als een toegerust volk met lof en dank te herdenken Hem Johannes de Dooper zulk een heerlijk getuigenis van wien heeft afgelegd, door te zeggen: Hij moet wassen en ik minder worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 december 1905

De Wekker | 4 Pagina's

Johannes de Wegbereider van Christus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 december 1905

De Wekker | 4 Pagina's