Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ingezonden 1

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ingezonden 1

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hooggeachte Redacteur!
Mag ondergeteekende een plaatsje in ons Kerkel. Org. voor het onderstaande? Bij voorbaat zijn hartelijken dank.

I.
Het is naar aanleiding van de art. welke Ds. G. Doekes te Heemse in „de Wachter” schrijft onder het opschrift: „de Moeder der geloovigen”. In art. 12 had Ds. D. de Chr. Geref. Kerk en de vereenging van ’92 ter sprake gebracht. Daarover heeft Z.E.W. eenige brieven met vragen om opheldering daarover ontvangen. Deze wordt gegeven in art, 13, No. 5 van „de Wachter”. Doch met die opheldering kunnen de Chr. Geref. het niet eens zijn, Het zij ons daarom vergund op het schrijven van Ds. D. nader in te gaan.
Voorop sta de verzekering dat het niet is uit twist of strijdlust, maar om de waarheid in de historie. Daarom moet het ons toch allen te doen zijn, waarom wij ook hopen dat Ds. D. en al de Wachter-lezers dit schrijven mogen lezen.
Ds. D. schrijft: „Wederzijdsch zijn wij van oordeel dat beiden (de Geref. en de Chr. Geref. K.) geen ware Kerk kunnen zijn.” Hiermede zijn wij het volkomen eens. Verder luidt het art.: „Wettige voortzetting van de aloude Geref. Kerken naar Dordt zijn sinds ’92 óf wij, die met de vereen, zijn medegaan óf zij, die om genoemde vereen, zich aan onze Kerkel. gemeenschap hebben onttrokken”. Met de bedoeling van deze zinsnede zijn wij het ook eens. Wettige voortzetting is de zich thans noemende Geref. Kerk of de Chr. Geref. Kerk.
Met de inkleeding dezer bedoeling zijn wij het echter half eens. Het is zeer goed door Ds. D. gezegd: „óf wij, die met de vereen, zijn medegegaan”. Want het grootste gedeelte van de in ’92 bestaande Chr. Geref. K. is medegegaan, heeft de Kerk verlaten en heeft zich aangesloten bij de Dol. Kerk. Dat is volkomen juist de geheele vereen, van de kant der Chr. Geref. geteekend.
Het is echter onjuist gezegd als wij lezen: „óf zij, die zich aan onze Kerkel. gemeenschap hebben onttrokken”. Dat heeft de Chr. Geref. Kerk in ’92 als Kerk en wettige voortzetting van ’34 nooit gedaan. Zij is nooit met de vereen, medegaan. Zij leefde in de talrijke protesteeren de br. en z., die nooit in die vereenig. hebben toegestemd, voort, en kan zich dus niet hebben onttrokken.
Daarom had de zaak, welke Ds. D. wilde zeggen, aldus moeten zijn uitgedrukt: „wettige voortzetting van de aloude Geref. Kerk naar Dordt zijn sinds ’92 óf de zich thans noemende Geref. Kerk óf de Chr. Geref. Kerk, die ook in ’92 is blijven voortbestaan.” Een derde is niet mogelijk. Een van tweeën is dus waar.
Laat ons nu teruggaan tot de geschiedenis. Welke was de kerk des Heeren van ’92? De Chr, Ger. Daarmede zijn èn Ds. D. èn al de Wachter-lezers het, vertrouwen wij, met ons eens. Wat was dan de Dol. Kerk van ’ 86—’92? Eene vereen, van duizenden leden der Herv. Kerk, die in doleantie ging. Die vereen, trad niet op onder de pretentie van „Kerk des Heeren”, en was het ook niet. Maar zij treurden over den toestand der Herv. Kerk en meenden langs een bijzonderen weg die te kunnen verbeteren.
Wat gebeurde er echter toen de processen verloren waren en de geheele weg om hun doel te bereiken spoedig was afgesneden ? Men wendde het over een andere boeg. Die treurende vereen, begon te zien naar de Chr. Geref, Men hield vergaderingen, schreef in de pers, verklaarde de bekende text uit het Hoogepriestelijk gebed tot in de kleinste bijzonderheden, men wikte en woog, bedong en gaf toe — tot ’92. Toen geschiedde de vereen. Maar niet tusschen de Kerk des Heeren en die vereen, van treurenden. Maar tusschen een gedeelte der leden van de Chr. Geref. Kerk, die, naar het woord van Ds. D., met de vereen, medegegaan zijn.
De Kerk des Heeren bleef, de Chr. Geref. Kerk leefde voort en de lijn liep door van ’34 tot nu toe. Wel was alle uiterlijke glans er van weggenomen. Zij was niet meer bij de Regeering bekend, bezat geen kerkgebouwen meer, was de School kwijt, enz. Maar zij leefde voort in de personen, de Chr. Geref. br. en z., die niet konden medegaan. Ook onder Israël leefde de Kerk voort onder de 7000, die verborgen waren, en in de dagen der Hervorming onder de vervolgde Protestanten.
Maar was dan het besluit tot vereen, niet genomen door eene wettige vergadering, bestaande uit wettige afgevaardigden? Waren dan die afgevaardigden, die de vergadering vormden niet de vertegenwoordiging der Chr. Ger. Kerk, zoodat wat zij besloten moet worden geacht door al de leden der kerk besloten te zijn? Dat zijn vragen, welke ook Ds. D. ter sprake brengt en die wij een volgende keer onder de oogen willen zien.
Steenwijk
K. Zuidersma

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 januari 1906

De Wekker | 4 Pagina's

Ingezonden 1

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 januari 1906

De Wekker | 4 Pagina's