Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een hartelijk schrijven ontvingen wij van K. te B. met de vraag, of het beslist noodzakelijk is dat een Christen geheelonthouder wordt. Uit het bijgaand schrijven bleek ons dat de bedoeling is te vragen of een Christen ook zich moet aansluiten aan eene geheel-onthoudersvereeniging, m. a. w. zich moet verbinden door eene belofte aan menschen zich van sterken drank te onthouden. Het is dus niet de vraag of een Christen een vijand moet zijn van den sterken drank,die zooveel ellende en zonde te weeg brengt. Immers die God vreest, haat alle zonde, wordt aller zonde vijand en zal dus ook een afkeer hebben van de drankzonde, maar het is de vraag of men tegen de drankzonde zich door eene belofte of door het lid worden eener vereeniging moet verbinden. En hierop nu antwoorden wij volmondig: neen. Gods Woord eischt nergens zulk eene verbinding. Maar de Christelijke liefde dan, eischt deze niet dat de Christen geheelonthouder wordt? Een geheelonthouder zeide eens: „De reden, waarom ik mij bij de geheelonthouders heb aangesloten, is niet omdat ik neiging had aan den drank te raken, ook niet ter wille van meerder persoonlijke heiliging, maar uit liefde tot den naaste.” Hierop antwoorden wij dat de Christelijke liefde wel dringt tot onthouding, opdat de naaste niet geergerd worde of er door in verleiding kome,maar niet tot aansluiting aan een bond. Men kan zich van sterken drank onthouden zonder zulke aansluiting. Gods Woord daarentegen zegt 1 Cor. 7 : 23 tot den Christen: „Gij zijt duur gekocht, wordt geen dienstknechten der menschen.” Die vrij zijnde (dat is: niet onder dienstbaarheid van menschen zijnde) geroepen is, die is een dienstknecht van Christus, en deze wachte zich dus voor eene dienstbaarheid, waardoor hij zijne vrijheid verliest. Volkomen zijn wij het dan ook met K. eens, als hij zelf schrijft, dat naar zijne meening, de Christen, om staande te blijven, bij zijn God kracht moet zoeken en niet bij de aansluiting aan eene Vereeniging.
Daarbij wijzen wij nog op de eenzijdigheid die zich openbaart in de geheelonthoudersbeweging. De strijd wordt aangebonden tegen ééne bepaalde zonde, velen gaan op in dien strijd, alsof er voor den Christen maar één kwaad te bestrijden is, terwijl degenen die zich niet bij de geheelonthouding aansluiten, slechts als halve Christenen worden aangezien. Ten slotte wordt het Christen-zijn en het behooren tot de geheelonthouding geidentificeerd (gelijk gemaakt).
Een ander geheelonthouder zeide eens dat de aansluiting aan de geheelonthouding sterkte geeft tegen de verleiding. Die eenmaal de belofte van onthouding heeft afgelegd, heeft daarin een steun in de verzoeking. Wij zouden zeggen: wie dan zulk een steun heeft, behoeft ook niet de zesde bede uit het gebed des Heeren te bidden: Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den booze, daar hij dan in de afgelegde belofte reeds zijn steun tegen de verleiding heeft. Die uit dit beginsel geheelonthouder is, gaat dan ook uit van het remonstrantsch beginsel dat de mensch in zichzelf nog kracht heeft om tegen de zonde te strijden en loochent de leer van ’s menschen totale onmacht ten goede. De ware Christen moet zijn kracht om staande te blijven in de verzoeking alleen op de knieën aan den troon der genade zoeken.
Wij meenen dan ook in Gods Woord geen enkelen grond voor de aansluiting tot geheelonthouding te vinden, al wenschen wij ook dat allen die in waarheid Christen zijn, tegen alle zonde, dus ook tegen de drankzonde strijden. Betreurenswaardig is het dat zoovelen die zich Christen noemen, maar al te lichtvaardig denken over het gebruik van sterken drank.
P.J.M. de Bruin

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 april 1906

De Wekker | 4 Pagina's

Vragenbus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 april 1906

De Wekker | 4 Pagina's