Uit Amerika

De Synode der Christelijke Geref. Kerk in Amerika zal D. V. 20 Juni 1906 en volgende dagen vergaderen te Holland in Michigan. Ds. H. Beets had de vriendelijkheid ons het agendum voor die Synode te zenden.
Om onze lezers een weinig op de hoogte te honden van de werkzaamheid der Christ. Geref. Kerk aan de overzijde van den Oceaan, nemen wij het een en ander er uit over voor „de Wekker.”
De Christ. Geref. Kerk telt tien classes, die ieder evenals bij ons drie leeraren en drie ouderlingen ter Synode zenden, zoodat ter Synode zestig afgevaardigden tegenwoordig zullen zijn. Onder de afgevaardigden lezen wij de namen van ons welbekende predikanten , zooals Ds. J. Robbert, vroeger te Lutten, H. van Hoogen, vroeger te Wildervank en L. van Dellen, vroeger te Nieuwe-Pekela.
Op Dinsdagavond 19 Juni 1906 zal eene ure des gebeds gehouden worden voor de Synode, waarin de president der vorige Synode Ds. E. Breen zal voorgaan.
Verschillende zaken de Theol. School betreffende, komen op het agendum voor. Onderscheidene classes wenschen dat voortaan slechts uit iedere classis één curator gekozen worde. Tot heden koos iedere classis twee curatoren, terwijl de Synode nog twee buitengewone curatoren benoemde, zoodat door uitbreiding van het getal classes het curatorium reeds uit twee en twintig leden bestaat. Met het oog op de reiskosten der curatoren voorzeker een gewenschte vermindering.
Omtrent inwendige-, heiden- en Joden-zending komen belangrijke voorstellen op het agendum voor.
Inzake kerkregeering wenscht eene classis de instelling van particuliere Synodes, overeenkomstig Art. 47 der kerkorde van Dordrecht. Evenals bij ons kwam het in Amerika nog niet tot het instellen van prov. Synodes, maar kiezen de classes rechtstreeks afgevaardigden voor de generale Synode.
Enkele instructiën geven ons te zien dat het Hollandsch sprekend element in de Christ. Geref. Kerk vermindert en in sommige gemeenten het Engelsch sprekend element toeneemt, zooals die van de classis Grand-Rapids West: „De Synode wordt verzocht te zorgen, dat er eene officieele Engelsche vertaling en publicatie kome van onze Belijdenisschriften , liturgie en kerkenorde, ten bate onzer Amerikaansche gemeenten.” Ook de classis Hackensack vraagt hetzelfde, terwijl de classis Oostfriesland hetzelfde vraagt in de Duitsche taal voor de Duitsch sprekende gemeenten.
Het wil ons voorkomen dat met het gebruik der Engelsche taal, de Oud-Hollandsche degelijkheid vermindert, daar in classis Hackensack behalve de psalmen ook twee en vijftig hymnen gebruikt worden. De classis Orange city vraagt dan ook: „De Synode zie toe, dat zoowel in onze Engelsch als Hollandsch sprekende kerken inzake het gezang in hare openbare diensten, Art. 69 onzer kerkenorde nageleefd worde.” Ook in het stuk van Sabbatsviering schijnt dit uit te komen, daar de classis Holland vraagt:
„De Synode spreke uit de wenschelijkheid, dat Engelsch sprekende gemeenten op den namiddag van den dag des Heeren godsdienstoefening houden:
a. Ter handhaving van het 4de gebod.
b. Om den geestelijken welstand te bevorderen.
c. Om de eenvormigheid in de kerk te bewaren.”
Heeft de Synode der Geref. Kerken in Nederland ten vorige jaren Artikel 36 van onze geloofsbelijdenis gewijzigd en eene zinsnede daaruit geschrapt, ook de Christ. Geref. Kerk in Amerika schijnt dien weg op te willen, althans verschillende classes spreken de wenschelijkheid uit om Art. 36 der Nederl. Geloofsbelijdenis te wijzen, zooals te Utrecht geschied is. Eveneens wenschen onderscheidene classes de aanneming van de in 1905 te Utrecht aangenomen conclusies in zake de leergeschillen, om de eenheid der kerk daardoor te versterken, zooals de classis Iowa zegt, en met het oog op eigen behoeften, volgens de classis Hudson. De leergeschillen die in ons land reeds zooveel beroering in de Geref. Kerken teweeg brachten, zijn ook in Amerika in de kerk gedrongen, vandaar de wensch tot aanneming van de Utrechtsche conclusies. Ondanks de waarschuwing van Ds. L.J. Hulst in zijn „Supra en Infra” vindt de richting van Dr. Kuvper helaas veel ingang in de Christ. Geref. Kerk van Amerika.
Onder de protesten, welke aldaar ter Synode behandeld zullen worden is er één, dat van groot belang is, n.l. een appèl van de classis Hudson tegen de beslissing van de classis Hackensack in de zaak van de toelating van Ds. C.N. van Houten als leeraar in de Christ. Geref. Kerk. Genoemde predikant kwam uit de (zuidelijke) Presbyteriaansche kerk tot de Christ. Geref. over, is vrijmetselaar geweest en heeft deze orde niet uit gewetensovertuiging verlaten. Over dit protest deelen wij onzen lezers de volgende week nog het een en ander mede.
Ten slotte vermelden wij nog dat ter Synode besproken zal worden op welke wijze in 1907 het vijftigjarig bestaan der Christ. Geref. Kerk (voor zoover die door de actie van 1857 ontstond) zal gevierd worden.
P.J.M. de Bruin

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen