Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bilderdijks zesde aanspraak op nationale beteekenis ligt in zijne taalvirtuositeit. Alle bevoegde linguïsten erkennen in dat opzicht zijne verdiensten volmondig. Zelfs Siegenbeek bracht er hulde aan. In Bilderdijks dagen dreigde ook onze taal haar levenskracht in te boeten en een mechanisch ingelegd mozaiek te worden. En al heeft op dit terrein zijn weelderige fantasie hem parten gespeeld, toch is ’t Bilderdijk geweest die destijds aan onze taal nieuw leven inblies, ze verrijkte en er mee tooverde en die ze ter goeder ure van onder Siegenbeeks schaaf heeft gered.
Voor onze landshistorie is in de zevende plaats zijn optreden van beslist nationale beteekenis. gelijk zelfs Robert Fruin heeft erkend. Niet slechts dat hij onze landshistorie weer uit de Regentensarcophaag getrokken heeft waarin zij door Wagenaar was gelegd, maar hij was ook de eerste die een diepere en hoogere opvatting van de historie voor stond.
Voor hem speelde’ zich in de historie het groote drama der Godsregeering af, met het kruis als middenpunt.|
Verticaal door die geschiedenis heen drong zijn Wik tot in het bestel Gods door.
Even beslist is zijn nationale beteekenis in zooverre hij de vaderlandsliefde weer heeft aangewakkerd. Vreemde invloeden gaven in zijne dagen de toon aan. Men wilde naar den natuurstaat terug en sprak daarom over Bataven en verloor zich in cosmopolitische liefhebberij.
En daartegenover wilde Bilderdijk het van Godswege gebonden zijn van een ieder aan zijn volk en zijn vaderlandsche bodem. Niet jingoistisch, niet in valsche patriotisme. Ten slotte moest zelfs het vaderland voor de rechten der menschheid wijken. Maar Nederland vooral had een hooge roeping ontvangen en het besef hiervan ontlokte hem de profetie, dat Holland weer groeien en bloeien zou, en deed hem bij zijn terugkeer uit zijn ballingschap zelfs den Hollandschen grond omarmen.
In gelijken zin verwierf hij nationale beteekenis door in de negende plaats op te komen voor den historisch gevlochten band die Nederland aan het stamhuis van Oranje bond. Het is vooral Bilderdijk geweest, die in zijn Oranjezucht zijn volk tot de liefde voor Oranje opriep, zelfs onzen koning Lodewijk die liefde voorhield en zijn volk bezwoer tot de liefde van Oranje terug te keeren en bij die liefde te volharden.
En in de laatste plaats zocht spreker Bilderdijks nationale beteekenis in zijn nationaal atavisme, waardoor hij de reïncarnatie werd van het Genzentype uit het beste tijdperk onzer glorie. In niets was Bilderdijk een man met dogmatische oplegsels. Hij was wat hij was krachtens geboorte en heilige inspiratie en zoo is hij het, die voor het oude Geuzentype den zwanenzang heeft gezongen, maar zonder daarom enkel lofzinger van het verleden te worden.
Hij geloofde aan een metamorphose van het oude type; de laatste der oude Calvinisten die den zwanenzang zong, was tevens de phoenix, waaruit een jonger geslacht oprees, gevormd voor onzen tijd.
Daarna de tien besproken punten resumeerende, wees spreker er met nadruk op, hoe Bilderdijk in elk opzicht gebleken was man niet alleen van ’t verleden, maar ook man der toekomst te zijn geweest. Immers op elk dier punten was na 1850 wat hij bedoelde in vervulling gegaan. Het geloof aan de geestelijke virtualiteit van ons volk was herleefd; de reeks onzer groote mannen was verrijkt; het atomisme was op elk gebied losgelaten en had voor vastheid van levensbesef plaats gemaakt; moed van overtuiging om pal te staan voor ’t heilige van ons hart, was in alle kringen gevaren; ons artistiek vermogen was vooral op ’t gebied van de schilderkunst heerlijk opgeglansd; onze taal was uit de Siegenbeeksche gladmaking uitgetrokken, en vooral in onzen proza-stijl wonderbaar ontwikkeld; onze geschiedenis was onderzocht, en vrij onderzocht, zoo als vroeger nooit; de vaderlandsliefde bond ons saam, hoezeer de meeningen ons ook uiteen deden gaan; Oranje was aller glorie en jolijt geworden en was geen partijleus meer, maar ’t symbool van heel de natie; en het aloude Calvinisme had zijn dorheid afgelegd, en leefde weer met nieuwe bezieling meê in de nationale worsteling. Vanzelf dacht spreker er niet aan, dit alles als koren van Bilderdijks molen te eeren. Ontelbare factoren hadden tot dit heerlijk resultaat geleid. Alleen dit meende spreker als uitkomst van onpartijdige beoordeeling te mogen vaststellen, dat, werd ooit onze nationale onafhankelijkheid bedreigd, en was het dan de veerkracht van het nationaal karakter, die den aanvaller dwong van zijn prooi af te zien, of had hij die reeds gegrepen, ze weer los te laten, een rechtvaardiger nageslacht erkennen zou, dat onder de grooten in ons Israël die dit gewrocht hadden, óók Willem Bilderdijk zou behooren, en Bilderdijk, naar alle schatting, niet de laatste zon blijken te zien.
Schooner en waardiger hulde kon Bilderdijk niet worden gebracht. „Niet de mensch, maar God” was de grondtoon, en wanneer God verheerlijkt wordt in de nagedachtenis van de groote mannen en vrouwen die Hij aan ons Vaderland heeft geschonken, dan mogen, ja dan moeten wij ook die nagedachtenis eeren tot eere van onzen God.
Ds. H. Janssen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 1906

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 1906

De Wekker | 4 Pagina's