Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christelijke Gereformeerde Kerk (LXXVII)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christelijke Gereformeerde Kerk (LXXVII)

De Afscheiding

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij komen thans aan het tijdvak der „Dragonades”, die bladzijde die zoowel onze staatkundige als kerkelijke geschiedenis van de eerste helft der 19e eeuw ontsiert en die geen weldenkend Nederlander anders dan met weerzin kan lezen.
„Dat de Staat zich vergrepen heeft”, zegt Dr. Vos (Groen van Prinsteren en zijn Tijd dl. I pag. 136), lijdt thans geen twijfel meer. Wat de onderscheidene kerkbesturen verricht hebben, heeft tot eene juiste beoordeeling nog altijd een nader onderzoek noodig.”
Dat nader onderzoek hebben wij zooveel mogelijk ingesteld en op grond daarvan poneeren wij de stelling: dat Kerk en Staat daarin hand aan hand zijn gegaan en de Staat eenvoudig heeft uitgevoerd wat de Kerk haar destijds heeft verzocht.
De vervolgingen zijn van de Kerk uitgegaan en komen dan ook ten laste en op rekening van de Ned. Herv. kerk. Zij staat daaraan in de allereerste plaats schuldig, De staat was niet anders dan de hand waardoor de Kerkelijke Besturen destijds verdrukten, vervolgden, inkwartierden, in de gevangenis wierpen en met geldboete straften. Naar het bewijs voor deze misschien een weinig opzienbarende stelling behoeven wij niet ver te zoeken.
Het verslag van de Algemeene Synodale commissie aan de Synode van 1835 uitgebracht, in de Handelingen der Synode van 1835 te vinden van pag. 31—50, geeft de bewijzen voor het bovenstaande in overvloed.
Laat ons er enkele van de voornaamste uit mogen aanvoeren.
En dan lezen wij op pag. 38:
Eindelijk: heeft het Zijne Excellentie goedgedacht van wege het algemeen belang der zaak en de gevolgen, waartoe zij zou kunnen aanleiding geven, de bijzondere opmerkzaamheid der commissie te verlangen op ettelijke stukken, welke successievelijk waren ingekomen, betreffende het veel geruchtmakende en ergerlijke gedrag van H. de Cock, toen gesuspendeerd predikant te Ulrum (provincie Groningen) en H.P. Scholte, als toen nog predikant te Doveren, Genderen en Gansoyen (provincie Noord-Brabant.)
En wat heeft nu de Algemeene Synodale commissie daarop aan den Minister van Staat geadviseerd?
Eerstelijk: „Wat betreft het houden van onwettige Godsdienstige bijeenkomsten, waardoor ook in de nabij gelegen provinciën aanleiding tot scheuring en wanorde werd gegeven, zijne Excellentie den Minister belast met de Generale Directie voor de zaken der Hervormde kerk, dringend te moeten verzoeken 1) ter aanwending van zijne tusschenkomst en veel vermogende pogingen bij Zijne Excellentie den Minister van Justitie, ten einde van wege laatstgemelden eene krachtige aanschrijving mogt worden uitgevaardigd aan de officieren en ambtenaren onder deszelfs Ministerieel Dapartement, met name in de provinciën Groningen en Drente behoorende, ten einde, ook zonder afwachting van aangifte van eenige contraventie tegen de bestaande wetten 1) met allen ijver werkzaam te zijn ter handhaving der artikelen 291 tot 294 van het strafwetboek voor dit Koningrijk, van welk verzoek door Zijne Excellentie afschrift bij geleidende missive van Zijne Excellentie den Minister van Justitie is toegezonden.”
Wie heeft dus den staat op de welbekende artikelen 291—294, waarop hij verkeerde toepassing alleen vervolging kan plaats hebben en ook werkelijk vervolging heeft plaats gehad, opmerkzaam gemaakt? Antwoord: de Synodale commissie.
Wie heeft destijds den Staat gedrongen, want er staat letterlijk dat het dringend verzoekt is, om op dien grond metterdaad te gaan vervolgen? Antwoord: de algemeene Synodale commissie.
Wat heeft dus de staat destijds gedaan? Antwoord; niets anders, dan wat haar door de algemeene Synodale commissie is opgedragen en dringend verzocht.
En dit advies is door de Synode in hare zitting van 7 Juli 1835 met algemeene stemmen goedgekeurd.
Is dus de vervolging der Gescheidenen van iemand anders dan van de Synode in hoogster instantie uitgegaan?
Maar het Verslag der Synodale commissie biedt ons nog meer.
Ten tweede, zoo lezen wij pag. 39, ten aanzien van het gebeurde te Ulrum, op Zondag 12 Oct. l.l. en de onveiligheid, daaruit voor de predikanten van den ring van Leem ontstaan, om den dienst te Ulrum te vervullen, ten opzigte van welk laatste het provinciaal kerkbestuur van Groningen, reeds gepaste maatregelen had genomen; om genoemde predikanten als diligent te verklaren, tot tijd en wijle dat door het burgerlijk gezag voor de veilige en ongestoorde vervulling van den dienst te Ulrum genoegzaam zoude zijn gezorgd; heeft de commissie zijne Excellentie den Minister verzocht, om van het gebeurde te Ulrum zoodra mogelijk kennis te geven aan zijne Excellentie den Minister van Justitie en met den Heer Gouverneur der provincie Groningen te willen treden in correspondentie, wegens hetgeen door hem, op ontvangen kennisgeving van het provinciale kerkbestuur van Groningen, zoo ter bewaring van de goede orde als ter beveiliging der ringpredikanten, den dienst te Ulrum waarnemende, reeds was verrigt en verder zou gedaan worden.”
Wie heeft dus verzocht, dat de Gouverneur te Groningen de soldaten ter inkwartiering beschikbaar zou stellen? Antwoord: de Algemeene Synodale commissie.
Wat het prov. kerkbestuur van Groningen vroeg van den Gouverneur, verkreeg het onmiddelijk en de Gouverneur handelde op bevel van den Minister van Justitie en deze op verzoek van zijn ambtgenoot voor den Eeredienst en deze op verzoek van de Algemeene Synodale commissie, wier handelingen de Synode heeft goedgekeurd.

Q.
1) Wij cursiveeren.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 januari 1907

De Wekker | 4 Pagina's

Christelijke Gereformeerde Kerk (LXXVII)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 januari 1907

De Wekker | 4 Pagina's