Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Apostolische Kerk of Gemeente (III)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Apostolische Kerk of Gemeente (III)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gelijk wij de laatste maal schreven, zijn de Nieuw-Apostolischen in hun leer bepaald godslasterlijk, en daarbij gevaarlijk omdat zij propaganda maken. Overal tracht de „Apostolische Zendingsgemeente in de eenheid der Apostelen” proselieten te maken en eenvoudigen te verleiden. Zij doet dit door zoogenaamde bezoekbroeders, die in de woningen van hen, die men meent te kunnen winnen, bezoeken afleggen en met enkele Bijbelteksten het goed recht der Apostolische gemeente trachten te verdedigen.
Onder de geliefkoosde teksten, waarmede men de eenvoudigen verlokt, behoort inzonderheid Efeze 4 vers 11: „En dezelfde heeft gegeven sommigen tot apostelen en sommigen tot profeten en sommigen tot evangelisten en sommigen tot herders en leeraars.”
Ziet ge nu wel, zoo betoogen de Nieuw-Apostolische proselietenmakers, dat gij u bij ons moet voegen, en dat de door God ingestelde ambten in uw kerk ontbreken. De vier ambten, apostelen, profeten, evangelisten en leeraars vindt gij alleen in de Apostolische gemeente, derhalve moet gij u bij ons voegen. Dit is de zonde der verschillende kerken, dat zij de vier door de Schrift ingestelde ambten niet in eere gehouden hebben. Met deze en dergelijke redenen tracht men dan de eenvoudigen te overtuigen van het goed recht der Apostolische gemeente.
Bij goed inzien van Efeze 4 vers 11 blijkt echter dat de Apostel daar niet van blijvend ingestelde ambten spreekt. Paulus spreekt daar van personen en niet van ambten. „Christus heeft gegeven sommigen tot apostelen en sommigen tot profeten” enz. Hij denkt hierbij dus niet aan eene vaststaande catagorie van ambten, maar zegt eenvoudig dat de Heere in Zijne kerk verschillende personen gaf ten haren nutte, zooals apostelen, profeten, enz. Dat Paulus er niet aan denkt, eene vaststaande catagorie van ambten te teekenen, blijkt uit de gelijkluidende plaats 1 Cor. 12 vs. 28: „God heeft er sommigen in de gemeente gesteld, ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leeraars, daarna krachten, daarna gaven der gezondmakingen, behulpsels, regeeringen en menigerlei talen.” Hier is het evangelistenambt, in Efeze 4:11 genoemd, geheel verzwegen. Indien Paulus dus in Efeze 4:11 had willen aantoonen dat de Heere, volgens de leer der Apostolischen, vier ambten in Zijn kerk heeft gegeven, dan zou Paulus het Evangelisten-ambt den Corinthiërs niet verzwegen hebben. Hieruit blijkt reeds, dat het Paulus niet te doen is om op bepaalde ambten te wijzen. Daarbij, waar is ’t viervoudig ambt der Apostolischen in 1 Cor. 12:28? Behalve apostelen, profeten en leeraars, worden nog krachten, gaven der gezondmakingen enz. genoemd. Een echte Irvingiaan zou moeten uitroepen met het oog op 1 Cor. 12:28: O Paulus, wat haspelt gij de ambten en Geestesgaven dooreen en waarom vergeet gij het Evangelistenambt!
Neen, nergens wordt in de Schrift van een blijvend Apostelambt gesproken, zooals de „Zendingsgemeente in de eenheid der Apostelen” beweert.
Wat nu de „Apostolische kerk” betreft, deze toont reeds door de daad dat zij niet in een blijvend Apostelambt gelooft. Nadat haar twaalf apostelen in de jaren 1832—1835 benoemd, allen gestorven zijn, heeft zij geen andere apostelen willen benoemen als opvolgers. Woudhouse (gestorven 1901) was haar laatste Apostel. Deze kerk leert dan ook niet zoozeer het blijvend Apostelambt, als wel dat er in de 19e eeuw door Christus de twaalf laatste Apostelen zijn benoemd, die met de twaalf eerste der eerste eeuw het heilig 24 tal uitmaken, n.l. de 24 ouderlingen voor den troon Gods. Dat Christus echter na de 12 eerste Apostelen nog eens in de 19e eeuw 12 laatste Apostelen zou aanstellen, valt hen moeilijk uit den Bijbel te bewijzen. Daarbij, de 12 eerste Apostelen zijn door Christus zelf gekozen, de zoogenaamde 12 laatste Apostelen hadden hun ambt uit menschenhand gekregen, als vrucht van eene zoogenaamde profetische openbaring. Paulus zelfs, al was de Heiland reeds ten hemel gevaren, werd door den Heiland zelven geroepen en niet door bemiddeling van een mensch.
Doch de „Apostolische Zendingsgemeente in de eenheid der Apostelen” komt met nog andere teksten. Haar proselietenmakers wijzen bijzonder gaarne op Rom. 16:7, alwaar wij lezen: „Groet Andronicus en Junius mijne magen en mijne medegevangenen, welke vermaard zijn onder de Apostelen, die ook voor mij in Christus geweest zijn.” Deze Andronicus en Junius waren reeds vermaard of bekend als Apostelen, zeggen de Nieuw-Apostolischen, wel een bewijs dus, dat na den dood der eerste Apostelen anderen in hun plaats zijn gesteld, zoodat het apostelambt blijvend was in de eerste kerk. Van die Andronicus en Junias staat er dat zij „vermaard zijn onder de Apostelen,” maar niet dat zij Apostelen waren. In de grondtaal staat „van een teeken of stempel voorzien.” Welnu zeggen de Nieuw-Apostolischen, zij waren dus geteekenden in den Apostelkring of tot Apostel gestempelden.
Maar iemand die in een bepaalden kring geteekend of gestempeld is, is in dien kring bekend, beroemd, vermaard, met eere gestempeld, zoodat niet anders wil zeggen in Rom. 16 :7 dan dat Andronicus en Junius met eere in den Apostelkring bekend en geacht waren, en niet dat zij zelve apostelen waren. Wij zeggen nog immers in het dagelijksch leven dat iemand bij ons met een zwarte kool geteekend is. In het eerste geval is dan zoo iemand ten goede, in het laatste geval ten kwade bekend, zoodat het woord in de grondtaal terecht als vermaard is overgezet. Men had het wellicht nog beter als „met eere bekend” kunnen vertalen, doch in elk geval is het duidelijk dat het niet beteekent dat Andronicus en Junius als Apostelen gestempeld waren.
Bij het ontmoeten van de Nieuw-Irvingiaansche proselietenmakers zij men dus op zijn hoede. Ook onder ons volk trachten zij te arbeiden. Kort geleden ontmoetten wij nog iemand die twee jaren lang onder hen verkeerde. Men wilde hem „verzegelen”, doch terecht werd het antwoord gegeven dat de Heilige Geest alleen verzegelen kan.

’s-Gr. ('s Gravenhage) d.B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juli 1907

De Wekker | 4 Pagina's

Apostolische Kerk of Gemeente (III)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juli 1907

De Wekker | 4 Pagina's