Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jesaja 65: 20

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jesaja 65: 20

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

G. B. te U. vraagt ons naar de beteekenis van bovengeuoemden tekst, welke luidt: „Vandaar zal niet meer wezen een zuigeling van weinige dagen, noch een oud man, die zijne dagen niet zal vervullen, want een jongeling zal sterven honderd jaar oud zijnde, maar een zondaar, honderd jaren oud zijnde, zal vervloekt worden.”
De profeet Jesaja schildert hier het geluk van Israël, wanneer het in de toekomst tot den Heere zal bekeerd zijn. Onder dat bekeerde Israël zal het anders zijn dan tegenwoordig. Niemand zal dan sterven in het midden zijner dagen. Worden thans nog door den zeis des doods weggemaaid zuigelingen van weinige dagen en jongelingen, die slechts weinige jaren tellen, of ouden, die hun dagen niet vervullen en hoogstens zeventig of tachtig jaren bereiken, zooals Mozes zegt in psalm 90 vers 10, dan echter zal wat anders gezien worden. Wel zullen zij ook dan nog sterven, omdat de dood als bezoldiging der zonde moet voltrokken worden, maar het zal niet zoo vroegtijdig zijn. Sterft iemand als jongeling, dus nog in een krachtvollen leeftijd, dan zal hij toch niet minder dan honderd jaren tellen, terwijl de zondaar, die zich niet bekeerd heeft, dan toch in dien gelukstaat honderd jaar oud zal worden eer hij sterft en door den vloek Gods getroffen wordt. Hij heeft dus een langen tijd van voorbereiding in het heden der genade eer hij ten verderve gaat, terwijl tegenwoordig vele zondaren slechts weinige jaren leven en dan reeds sterven en vervloekt worden.
Calvijn verklaart dezen tekst eenigszins anders. Hij zegt er van: „Dit zonderling klinkende vers heeft zeer uiteenloopende verklaringen in ’t leven geroepen. Kortheidshalve zal ik alleen opgeven, wat ik voor de ware opvatting houd.
Het laatste gedeelte van dit hoofdstuk is geheel gewijd aan eene sterk Oostersch gekleurde schildering van den heilstaat in eene onbepaalde toekomst, waaromtrent ik verwijs naar het aangeteekende op de twee vorige verzen. Ik geloof niet beter te kunnen doen dan onzen tekst als volgt te omschrijven.
Er zal in dien Paradijsachtigen tijd niemand (zuigeling noch grijsaard) zijn, die niet door kracht van lichaam en geest wordt in staatgesteld om een hoogen ouderdom te bereiken. Al wordt men dan honderd jaar, men zal zich nog zoo frisch voelen, als ware men een jongeling. Dit heerlijke vooruitzicht moet echter zóó worden opgevat, dat zondaren, ook dan, wanneer zij een zoo bijzonder hoogen ouderdom bereiken, desniettemin de vervloeking van het Opperwezen niet zullen ontgaan”.
De bedoeling van Jesaja is duidelijk. Zal eenmaal, als het einde er is, de dood als de laatste vijand te niet gedaan worden, in de schoone periode hier in Jesaja 65:17—25 beschreven, zal de dood nog wel heerschen, maar toch in zooverre beperkt zijn in zijne macht dat hij, die als jongeling sterft, zelfs niet voor zijn honderste levensjaar zal weg gemaaid worden, ja dat zelfs de zondaar die verloren gaat een langen genadetijd zal hebben.

’s-Gr. ('s-Gravenhage) d.B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 1907

De Wekker | 4 Pagina's

Jesaja 65: 20

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 1907

De Wekker | 4 Pagina's