Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

C. J. v. de B. te N. doet ons de volgende vraag:
In de Gereformeerde kerken wordt na voorlezing van het Doopsformulier geen toespraak gehouden en wordt achter de doopsformule het „amen” niet uitgesproken. Deden onze vaderen ook alzoo? Zoudt gij eenig licht willen verspreiden over de wijze waarop zij den Doop bedienden.
Wat de wijze der Doopsbediening door onze vaderen betreft, hierover zegt ons doopsformulier niets. De Acta of Handelingen der verschillende classes en synoden kunnen ons echter wel het een en ander leeren.
De kerk had met vele misbruiken te kampen in de eeuw der hervorming ook inzake de wijze van doopsbediening. Vele Roomsche gebruiken moesten bestreden worden. Vaders weigerden zelven mede ten doop te komen. In de Synode van Dordrecht in 1574 moest dan ook de bepaling gemaakt worden: „De vaders zullen gehouden zijn en behooren vermaand te worden bij den doop hunner kinderen te zijn, opdat zij met de gevaders (getuigen) de voorgestelde vragen beantwoorden.” Soms liet men de vroedvrouwen doopen of de onderwijzers, of men bracht de kinderkens heimelijk „naar den paep” (naar den roomschen priester). Sommigen stelden den doop uit tot men twee of drie kinderen gelijk kon brengen om den doopmaaltijd uit te sparen die „met veel personen ende groote onkosten” gevierd werd. Ja wegens die doopmaaltijden werd zelfs bepaald dat de doop in den namiddagdienst moest bediend worden, omdat, wanneer in den morgendienst gedoopt werd, het verdere gedeelte van den dag bij het doopfeest werd doorgebracht en alzoo de middagpredikatie door velen verzuimd werd. Anderen lieten hun kind meer dan eenmaal doopen om „veel pilleghifte” te krijgen. Er waren predikanten die den doop bedienden met weinige woorden naar hun goeddunken, na het uitspreken van den zegen en zonder het gebruik der doopvragen, ja het gebeurde zelfs wel eens dat een predikant geld nam voor het bedienen van den Doop. In de acta van de synode van 1574 staat aangeteekend: „Ardoldus Frans, dienaar van Sommelsdijk is gestraft van deze navolgende zonden: ten eerste dat hij, uit Engeland komende, met zijne vrouw ongetrouwd geleefd heeft; ten tweede dat hij gezegd heeft haar getrouwd te hebben en dus tegen de waarheid gesproken heeft; ten derde dat hij geld genomen heeft voor doopen en andere kerkendiensten.”
Geen wonder dat de kerk streng optrad tegen deze misbruiken. Bij zooveel willekeur moesten nauwkeurige bepalingen worden gemaakt om dit tegen te gaan. 19 Juni 1574 werd te Dordrecht bepaald: „Overmits het gevaarlijk is, dat alle dienaren elk eene bijzondere vermaning voor de bediening des doops zouden doen, zoo is het besloten, dat de vorm eenerlei zal wezen.” De verschillende Synoden verplichten dan ook tot het stipt gebruiken van het doopsformulier, zonderdat men naar goeddunken veranderen mocht. Vandaar dat langzamerhand het formulier des doops zonder eenige nadere toespraak gebruikt werd.
Dat onze vaderen zulke bepalingen maakten, vloeide niet voort uit enghartigheid om alzoo de eenvormigheid in bijzaken te bevorderen. Zij waren zelfs zoo ruim, dat zij den dienaren vrijlieten éénmaal of driemaal met water te besprengen bij den doop. Ook bleven zij niet op een letter dood. In de doopsformule in het oorspronkelijke formulier stond:
„Ik dope u in den name Gods, des Vaders, des Zoons ende des Heiligen Geestes.” Later liet men het woordje „Gods” wegvallen. Sommigen gebruikten de formule: „Ik doop u in den naam des Vaders, des Zoons en des Heiligen Geestes”, maar anderen voegden tusschen de woorden „des Vaders” en „des Zoons” nog het woordje „en” tusschen, zooals dat thans volgens Matth. 28:19 gebruikelijk is.
Eerst later begon men achter de doopsformule het woord „amen” te voegen, en het werd zelfs algemeen gebruikelijk, terwijl vele predikanten ook een vers lieten zingen terstond na de bediening des doops.
Onze vaderen in de zestiende en het begin der zeventiende eeuw hadden die gewoonte niet. Zij spraken het woord „amen” niet uit achter de doopsformule. Doch is het daarom af te keuren? Moet men het nalaten alleen omdat onze vaderen het niet hebben gedaan? Dan moet ook in onzen tijd ieder predikant nalaten in de openbare godsdienstoefeningen, zoowel als in de kerkeraads-vergaderingen een gebed te improviseeren, want dat deden onze vaderen ook niet, daar zij de formuliergebeden gebruikten, daartoe dienende. Dan komt men er eindelijk toe het oude goed te keuren, omdat het oud is, en het nieuwe te verwerpen, omdat het nieuw is.
Men mag dan ook bij de Avondmaalsbediening geen toespraken aan de tafels houden, maar moet volgens het Avondmaalsformulier stichtelijk zingen of lezen. Tot den jare 1886 is dan ook nooit eenige aanmerking gehoord over het gebruik van het woord „amen” of over het houden van eene toespraak tot de ouders.
Toen echter kwam de doleantie, welke „de reformatie der kerken” genoemd werd. Nu zou men eerst recht gereformeerd worden. Ook in de wijze van doopsbediening moest reformatie komen. Dat „amen” na de doopsformule moest weggelaten, immers het staat ook in ons formulier niet, ja meer, het mag en kan ook niet uitgesproken worden.
Het mag en kan niet uitgesproken worden? Neen, want voor de aanhangers van Dr. Kuypers doopsbeschouwing steekt er een beginsel in. Amen beteekent: het zal waar en zeker zijn, en dat kan niet van elken doop gezegd worden volgens hen, die den doop bedienen op grond eener onderstelde wedergeboorte. Niet alle doop is een ware doop, volgens Dr. Kuyper. Er kan ook schijndoop zijn, namelijk als het gedoopte kind geen wedergeborene is. Is de doopeling zonder het ingeplante geloofsvermogen, dan kan ook geen versterking van dat vermogen plaats hebben. Dan doopt Christus niet met den Heiligen Geest uit den hemel, maar dan is de doop ook geen echte doop volgens Dr. Kuyper.
Waar nu wel de wedergeboorte verondersteld, maar niet zeker is, kan immers het plechtig „amen” niet uitgesproken worden. Of schreef Dr. Kuyper niet eenmaal in „voor een distel een mirt” pagina 46: „Wel is er soms schijndoop, gelijk er ook onder menschen een schijngeboorte kan zijn, dat er niet gedoopt is en geen kind geboren wierd.” En wanneer wordt er niet gedoopt? Als de doopeling niet wedergeboren is, want dan heeft er geen doop met den Heiligen Geest, geen inzetting in het lichaam van Christus plaats. Waar nu de Dienaar altijd staat voor de vraag: Is de doopeling wedergeboren of niet, is het een Christelijke doop, dat is: doop met den Heiligen Geest, of alleen met water, daar kan hij niet zeggen, na den doop: „Amen”, het zal waar en zeker zijn.
Wij die niet onderstellen, maar weten, maar gelooven dat de Doop niet de wedergeboorte, maar Gods Verbond verzegelt, wij erkennen ook dat bij lederen doop de belofte van den Drieeenigen Gods wordt verzegeld, en kunnen dus vrijmoedig het „amen” uitspreken na den doop, zonder angstvallig te vragen of het kind wedergeboren is of niet. Het kind is een bondeling, zoowel als de volwassenen in het Verbond Gods en Zijne gemeente begrepen, en dat Verbond wordt altijd verzegeld, al is het ook dat vele bondelingen dat Verbond later met voeten treden en het nimmer door geloof en bekeering leeren inwilligen.
Zou niet veeleer op grond van „de onderstelde wedergeboorte bij den Doop” het „amen” weggelaten worden, dan omdat onze vaderen het niet gebruikten? Het is waar, naar de letter zijn zij, die het „amen” weglaten, op de lijn onzer vaderen, doch zouden zij, die er een beginsel in zoeken, wel in den geest onzer vaderen handelen?

’s-Gr. ('s-Gravenhage) d.B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 november 1907

De Wekker | 4 Pagina's

Vragenbus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 november 1907

De Wekker | 4 Pagina's