Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Nederlandsche Tentzending erkent Christus als haar Hoofd. Dat is een van hare eerste beginselen, en diensvolgens acht zij zich geroepen den vollen Raad Gods te verkondigen en niets achter te houden, wat, door de werking des Heiligen Geestes, leiden kan tot den wasdom van kinderen Gods in de kennis en de genade huns Heilands en tot behoudenis van zondaren.
Dat klinkt nu wel erg mooi, maar niet erg Gereformeerd. Christus het Hoofd van de Nederlandsche Tentzending — de onderteekenaars moeten het mij ten goede houden, maar het gaat ons begrip wel een weinig te boven en wij gelooven, dat op deze wijze Christus van vele vereenigingen als Hoofd erkend kan worden, waarvan Hij werkelijk geen Hoofd is. Wij gelooven dat Christus het Hoofd Zijner gemeente is, en daaruit volgt, dat Hij mede het Hoofd is en het Hoofd moet zijn van alles wat door die gemeente geschiedt. Maar is de Tentzending nu iets dat door de gemeente geschiedt? Is het aan de gemeente door Christus opgedragen, dat zij door middel van de Tentzending den vollen Raad Gods moet verkondigen? En nu gaat het er niet over, of wij onzen arbeid goed en nuttig oordeelen en of wij al meenen dat wij alzoo den vollen Raad Gods moeten verkondigen. In het Koningrijk Gods is alle dienen en arbeiden op eigen hand en naar eigen inzicht verboden. Wie daarin dienen en arbeiden wil, moet dit doen naar den wil des Konings. En zulks is ons nu van de Nederlandsche Tentzending volstrekt niet duidelijk. Laat zij één bewijs uit Gods Woord aanvoeren dat zij optreden mag gelijk zij optreedt. Want zij treedt op om te prediken en den vollen Raad Gods te verkondigen. Heeft Christus dat aan de Tentzending opgedragen of aan Zijn gemeente? En waar zij de kinderen Gods tot meerderen wasdom in de genade en kennis van hunnen Heiland wil leiden, gaat dit dan buiten het Sacrament om, of bedient de Tentzending ook de Sacramenten? De zaak is ernstig. De beginselen moeten aan het Woord Gods getoetst worden. En dan heeft Christus niet gewild, dat Woord en Sacrament zouden gescheiden worden. Wanneer de Nederlandsche Tentzending Christus Jezus predikt, die ons geworden is wijsheid van God en rechtvaardigheid en heiligmaking en verlossing (1 Cor. 1:30), dan moet zij den vollen Christus prediken, d. w. z. dan moet zij Woord en Sacrament niet scheiden, maar den Christus verkondigen door middel van het Woord en het Sacrament beiden. Of moeten de geloovigen bij de Teutzending het Woord komen hooren en het Sacrament in hunne respectieve kerken of gemeenten ontvangen? Dat is dan precies als in het Heilsleger. Men kan heilsoldaat en kerklid gelijk zijn. Men kan de Sacramenten dan in zijn kerk ontvangen en in het Heilsleger de prediking des Woords hooren. Maar ieder gevoelt dat dit tegen den wil van Christus is, die juist die beiden op het allernauwst vereenigd heeft. Waar dus de Tentzending het eene doet, daar moet zij ook het andere doen. Maar het laatste durft ze niet, omdat zij dan de kerk van Christus een slag in het aangezicht geven zou.
Werpt iemand ons tegen dat er toch geevangeliseerd wordt, dan antwoorden wij dat de beginselen van evangelisatie geheel anders zijn dan de beginselen der Nederlandsche Tentzending. Evangelisatie kiest zich allereerst een bepaald terrein voor hare werkzaamheid. Een terrein, waar het Evangelie of in ’t geheel niet, of slechts misvormd is, gelijk er metterdaad zoodanige streken in ons vaderland bestaan. Daar gaat men dan evangeliseeren. Met welk doel? Om door middel van evangelisatie tot kerkformatie te komen. Dat doel heeft men bij de evangelisatie nooit uit het oog verloren en menige gemeente in de Christelijke Gereformeerde kerk heeft haar ontstaan aan het werk der evangelisatie te danken.
Maar dat wil de Nederlandsche Tentzending niet.
Zij kiest zich geen bepaald terrein in ons vaderland.
Zij gaat met hare tent niet naar Noord-Holland boven het IJ, of naar Drenthes Oosthoek, streken waar het Evangelie haast niet wordt gekend en waar nog menschen leven die niet weten wat een Bijbel is. Want koos zij zulk een terrein voor haar arbeid, dan zonden wij haar tot op zekere hoogte kunnen steunen, hoewel het mijns inziens eisch blijft van alle evangelisatie, dat zij van de kerk uitgaat en door middel van de kerk geschiedt. Het is een fout van de kerk geweest, dat zij velerlei arbeid, die rechtstreeks van haar moest uitgaan en door haar moest geschieden, heeft overgegeven en overgelaten aan het particuliere initiatief. Dat bewijst dat de kerk niet genoegzaam hare roeping verstaat, en wanneer zij die in onze dagen wat beter verstond en wat vuriger betrachtte, was er in haar midden voor de Nederlandsche Tentzending geen plaats.

L. (Leiden) J.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 1907

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 1907

De Wekker | 4 Pagina's