Kerstfeest

Welk een heerlijke, geheel eenige gebeurtenis wordt in de komst van Gods Zoon in het vleesch op het Kerstfeest herdacht. Het is het aloude, maar altijd nieuwe evangelie, dat ons herinnert dat Jezus Christus, Gods Zoon in de wereld gekomen is om te zoeken en zalig te maken, dat verloren is. Geheel Adams geslacht is in zich zelven aangemerkt verloren. Het zou ook voor eeuwig verloren zijn geweest, had God de Heere niet met eeuwige liefde en naar Zijn ondoorgrondelijk welbehagen zich daarover ontfermd. Om die verlorenen te kunnen redden moest Gods Eeniggeborene de menschelijke natuur aannemen, den broederen in alles gelijk worden, uitgenomen de zonde. In de allerdiepste vernedering afgedaald, moest Hij, die rijk was, arm worden, zou Hij armen kunnen rijk maken. Hij komt, geheel in overeenstemming met alles wat van Hem is voorspeld, in nederige dienstknechtsgestalte. Hij komt zonder gedaante of heerlijkheid. Alleen door ’t geloof wordt reeds in dat Kindeke in de kribbe iets gezien van de majesteit, die Gods engelen jubelen deed: eere zij God in de hoogste hemelen, vrede op aarde, in de menschen een welbehagen.
Elk Kerstfeest, dat de Heere ons beleven doet, komt ook tot ons de blijde boodschap des heils, eens door de wachters in Bethlehems velden van engelenlippen gehoord: „Ik verkondig u groote blijdschap die allen volken wezen zal!” Schooner muziek kan door zondaren nooit worden gehoord. Want die blijde tijding houdt in, dat er genezing voor kranken, dat er raad voor verlegenen, dat er troost voor bedroefden, dat er genade voor zondaren bereid is.
Millioenen naar heil dorstende zielen zijn aan de bron van het water des levens verkwikt en nog is die heilfontein, voor Davids huis ontsloten, geopend. Was er geen plaats in Bethlehems herberg voor deze allergrootste Gave Gods en ziet nog een verblinde en ongeloovige wereld geen heil in dat alles, zij er plaats in ons hart, in ons huis en in de gemeenten alom voor Hem, dien we eeren als ’t Hoofd van ’s hemels legermacht, en zegge ook ons hart: „Hem eeren wij met lofgezangen.” Heden, zegge een iegelijk, die gelooft, heden zijn deze woorden vervuld: God zal den ellendigen een Plant van naam verwekken.

W.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen