Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Doop en Wedergeboorte - XIII

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Doop en Wedergeboorte - XIII

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over de nuttigheid van den doop voor de gemeente kan hier gezwegen worden, daar dit uit het voorafgaande genoegzaam duidelijk is, maar wel dient nog een enkel woord te worden gezegd over de nuttigheid des doops voor de ouders en het kind zelf, „Is de ouder,” zegt Appelius, „wiens eigen natuurlijk kind gedoopt wordt, een Godzalige, zoo kan hij van dien doop welken hij met de gemeente in zijn eigen kind ontvangt, die zelfde nuttigheid trekken als de gemeente zelf. Zijn de godzalige ouders omtrent hun eigen staat duister, zij kunnen dan met volle vrijmoedigheid op de belofte aan de heilige gemeente gedaan, hun kind laten doopen, waarvan zij niet denken, dat zij erfgenamen der belofte zijn, echter kunnen zij volkomen zeker zijn, dat God aan Zijne heilige gemeente de belofte gedaan heeft en dezelve aan de gemeente in dit hun kind konde vervullen. Zij mogen met volle vrijmoedigheid en onderwerping voor dit hun kind bidden.
Zijn de natuurlijke ouders onbegenadigden die in de uitwendige gestalte der kerk verkeeren, zoo hebben zij mede een onwaardeerbare nuttigheid van den kinderdoop. Schoon zij voor hun hoofd geen lot noch deel hebben in het woord der belofte, echter behooren hunne gedoopte kinderen tot die, waaromtrent God aan Zijne gemeente de dierbaarste beloften heeft gedaan, zij worden ouder de verbintenis gebracht, om elk van hunne gedoopte kinderen aan te merken als een goed van de geheele gemeente, hetwelk het merkteeken en zegel van God draagt, dat God in deszelfs lichaam aan de gemeente gegeven heeft, om hetzelve zorgvuldig op te voeden en te laten ouderwijzen, en om toe te zien, dat zij het door geen voorbeelden, daden of verzuiming mishandelen.”
En nu nog een enkel woord over het nut dat de kinderen volgens Appelius uit hun doop trekken.
„Zijn ze onmondig, die met hun doop niet werken kunnen, hebben ze onbegenadigde booze ouders, zij worden door den doop de gansche gemeente aanbevolen, om op het zegel, dat zij in deze kinderen ontvangt, ook voor dezelve te pleiten, zich hun welzijn als haar eigen aan te trekken en voor hen zorg te dragen.
Is een gedoopt kind tot jaren van onderscheid gekomen en onbegenadigd, het kan wel niet denken dat zijn doop een zegel voor hem, zou. zijn, dat aan hem gegeven zij tot een middel ter bekeering. Het behoeft zich om het geloof zijner ouders en voorouders niet te bekommeren. Schoon het zelf en al zijn ouders en voorouders onbekeerd zijn, en schoon zijn doop voor niemand van hen een zegel is, echter beeft het veel betere gronden om daarvan voor zich het recht gebruik te maken.” En dan wijst Appelius dat kind op de gemeente en op de beloften aan de gemeente en haar zaad gedaan. Daarop mag het pleiten en om de vervulling derzelve moet het voor zich zelven den Heere bidden, die ze aan hem vervullen zal, uit kracht van Zijn eeuwig en onveranderlijk verbond, waarin de gemeente met Hem staat. (Brief aan N.N. pag. 92—93.) Ons dunkt dat dit beknopte overzicht genoegzaam is om de doopsleer van Appelius te doen verstaan. Die er meer van weten wil, verwijzen wij naar de genoemde werken.
Het nieuwe in de doopsleer van Appelius is niet dat hij de aandacht gevestigd heeft op de beteekenis van den doop voor de gemeente. Daarin waren de Geref. theologen van vroeger dagen hem reeds voorgegaan, maar het nieuwe is, dat hij bij den kinderdoop de gemeente als eerste belanghebbende partij laat optreden. Kind en ouders treden bij de doop geheel terug. Het is de gemeente, die door middel van het kind het Sacrament ontvangt. Het is de gemeente, waaraan in dat kind de belofte des Verbonds verzegeld worden. Het kind is bij Appelius eigenlijk een middel, een orgaan waardoor de gemeente de belofte des Verbonds verzegeld worden. Met dat kind zelf wordt dus het verbond niet opgericht, aan het kind wordt de belofte niet beteekend en verzegeld. Tot dat kind wordt het niet gezegd: Ik zal uw God en uw zaads Gods zijn. Dat alles raakt volgens Appelius de gemeente. De doop als doop heeft voor het kind alleen beteekenis, wanneer het zich zelven en zijn doop in verband met de gemeente in haar geheel beschouwd. Maar hoe rijmt zich dat met Hand. 2:39, waar Petrus zegt: Want u komt de belofte toe en uwen kinderen en allen die daar verre zijn, zoo velen als er de Heere onze God toe roepen zal”. Daar leert Petrus toch duidelijk, dat niet slechts de ouders, maar ook de kinderen krachtens het verbond recht hebben op de belofte. Hoe met de 74ste vraag en antwoord van den Heidelberger Catechismus, waar op de vraag: zal men ook de jonge kinderen doopen? geantwoord wordt: „Ja, want mitsdiens zij zoowel als de volwassenen, in het verbond Gods en Zijne gemeente begrepen zijn, en dat hun” enz. Hoe met de woorden van het doopsformulier: dewijl dan nu de doop in de plaats der besnijdenis gekomen is, zoo zal men de jonge kinderen als erfgenamen van het rijk van God en van Zijn verbond doopen” enz.
De leer van Appelius, dat de gemeente de eerste belanghebbende bij de kinderdoop is, is in strijd met onze Gereformeerde belijdenis en in strijd met het gevoelen dat onze beate theologen hierover hebben voorgedragen.
Niet aan de gemeente, noch aan de ouders, maar aan het kind moet de doop bediend worden en aan het kind wordt de belofte verzegeld.

Leiden

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 januari 1908

De Wekker | 4 Pagina's

Doop en Wedergeboorte - XIII

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 januari 1908

De Wekker | 4 Pagina's