Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Doop en Wedergeboorte - XXII

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Doop en Wedergeboorte - XXII

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hij zegt, dat de oude orde een subjectieve voorstelling van het genadewerk geeft, en dat de voorstanders van den vrijen wil daarvan misbruik zouden maken, om het genadewerk uit den mensch af te leiden, en voor wat oorsprong en aanvang betreft, uit den mensch zelf te verklaren. Een zondaar hoorde dan de prediking des Woords, wierd daardoor getroffen, door de belofte en bedreiging van het Woord overreed. Zoodoende kwam hij tot boete en berouw, en uit deze boete en dit berouw stond hij dan op, om den Middelaar aan te grijpen. Zoodat feitelijk alles een werk van zedelijke overreding werd, waarbij de heerlijke oorsprong van het nieuwe leven wierd verduisterd. En het is, om deze stuitende misvorming van de waarheid tegen te gaan, dat niet pas Brakel, maar reeds Maccovius in de dagen der Dortsche Synode van deze min of meer bedenkelijke manier afging en de wedergeboorte op den voorgrond plaatste.”
(W. v.d. Heiligen Geest. Dl. II. pag. 127).
Eerlijk gezegd kunnen wij Dr. Kuyper in deze bedenking niet toevallen. Het gevaar, dat hij hier aanwijst, is meer denkbeeldig dan werkelijk, want a zal een zondaar, die werkelijk do door hem genoemde genadewerkingen ervaart, de oorzaak en oorsprong daarvan volstrekt niet in zichzelven zoeken. Het is juist de genade die ons leert: niets uit ons en alles uit Hem. En b gelooven wij, dat de orde die hij volgt, juist aanleiding geeft om te denken, wat hij hier van de oude vreest. Wanneer wij er op aan hooren dringen: dat de ouders het geloofsvermogen in hun zaad moeten ontwikkelen, of dat zij datgene moeten ontwikkelen, wat de Heere krachtens Zijn Verbond er ingelegd heeft, dan hebben zulke uitdrukkingen voor ons een Arminiaansch reukje. En wat nu zijn beroep op Brakel en Maccovius aangaat, Brakel kan hij hier volstrekt niet aanvoeren, want Brakel gaat niet van de wedergeboorte maar van de roeping uit. Wel heeft Brakel in de verdeeling der stof een eenigzins andere orde dan gewoonlijk, daar hij eerst, handelt over den Borg des Verbonds, daarna over de bondgenooten, d.i. de kerk, en eindelijk over de wegen waardoor de Heere Jezus Zijne bondgenooten tot heerlijkheid leidt, of de weldaden die de Heere Zijne bondgegenooten deelachtig maakt. Zoo komt het dat Brakel de leer van de kerk en alles wat tot haar behoort, op een andere plaats behandelt dan zulks bij de meeste dogmatici het geval is. Maar dit sluit volstrekt niet uit, dat wanneer Brakel gaat handelen van de wegen, waardoor de Heere de bondgenooten overbrengt in het Verbond, hij begint met de roeping en daarna pas de wedergeboorte laat volgen. Wanneer Dr. Kuyper dus zegt: dat Brakel de wedergeboorte op den voorgrond heeft geplaatst, dan is dit volstrekt niet te verstaan als ware Brakel een voorlooper van het gevoelen van Dr. Kuyper geweest, maar het is zoo te verstaan, dat hij in de verdeeling van de dogmatische stof de kerk als het geheel der bondgenooten in de orde der behandeling plaatst voor de toebrenging der bondgenooten personeel, maar dat hij in de toebrenging niet met de wedergeboorte, doch met de roeping begint.
Anders staat het met Maccovius, die men in de laatste jaren, als vrucht van een studie door Dr. Kuyper Jr. aan dezen Poolschen edelman en theoloog gewijd, in bijzondere eere gezet heeft. Vroeger deelde hij in die eere niet, en het oordeel van de Dordtsche Synode over dezen theologischen disputax was verre van gunstig. Onder meer vermaande zij hem dat hij in zijn onderwijs zich zoude bedienen van een wijze van spieken, die met de Heilige Schrift overeen komen, duidelijk, gemakkelijk en die aan rechtzinnige hoogescholen gebruikelijk is. Zijn goed gevoelen drukke hij ook goed en duidelijk uit en onthoude zich van stellingen, die, op zich zelf beschouwd, den meer eenvoudigen aanstoot geve.
Met deze Synodale vermaning voor oogen boezemt het ons geen vertrouwen in, wanneer Dr. Kuyper ons op dezen man als zijn voorlooper wijst. Juist om zijn methode en niet allereerst om hetgeen hij leerde werd Maccovius door de Synode berispt, want de Synode gevoelde kostelijk: hoe onschuldig een methode op zichzelf ook moge zijn, bij het onderwijs is zij het albeheerschende en zonder het te willen is zij van ontzaglijken invloed op de leer zelf, die onderwezen wordt. Maccovius onderwees naar scholastische methode, vandaar de beschuldiging van zijn ambtgenoot Lubbertus, dat hij Gods Woord afhankelijk maakte van het menschelijk gezag en aan de rede, zij het dan ook aan de verlichte, een te groote plaats toekende in de behandeling der Heilige Schrift. Dat de Dordtsche Synode zich niet scherper over hem heeft uitgelaten en met zijn methode zijn gevoelens niet veroordeeld heeft, moet onzes inziens alleen daaruit verklaart worden, dat er onder de leden der Synode en vooral onder de buitenlandsche godgeleerden sommigen waren, die zelf deze scholastieke vormen en leerwijze op prijs stelden en dus Maccovius om het gebruik der zelve niet konden veroordeelen. Ook de tegenwoordigheid van den Engelschen theoloog Amesius schijnt niet ongunstig voor Maccovius te zijn geweest. Wie meer van deze geschiedenis begeert te weten, verwijzen wij naar genoemde dissertatie van Dr. Kuyper Jr. en naar hetgeen prof. Heringa voor ons daarover heeft medegedeeld in het Archief voor Kerkgesch. III, bladz. 505 enz.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 mei 1908

De Wekker | 4 Pagina's

Doop en Wedergeboorte - XXII

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 mei 1908

De Wekker | 4 Pagina's