Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Christelijke Gereformeerde Kerk (CXXI)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Christelijke Gereformeerde Kerk (CXXI)

De Afscheiding

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Afscheiding begon zich. naar alle zijden uit te breiden. De Cock werkte ijverig, gelijk wij reeds vroeger opmerkten, in Groningerland, Drenthe en een deel van Overijssel; Brummelkamp en Van Raalte te Hattem, Ommen, Dalfsen, Heerde, Apeldoorn, Beekbergen en Wanneperveen; Van Velzen bewerkte Friesland; Scholte arbeidde in Holland, Utrecht en Gelderland; Meerburg in Noord-Brabant.
Zeeland bleef nog in rust, totdat zich daar 1 April 1836 Ds. H.J. Budding te Bekerke op Walcheren, opvolger van Ds. v. Ree, van het Herv. Kerkgenootschap losmaakte. Maar men werkte nog zonder onderling verband. Het was nog echt separatisme. Maar langzamerhand ontwaakte het kerkelijk besef en zocht men naar onderling verband en nauwere aansluiting met elkander. Het allereerste begin vinden wij daarvan bij den Kerkeraad van Groningen. In de notulen van den kerkeraad van genoemde gemeente vinden wij hieromtrent het volgende: 5 Maart 1835, art. 2, wordt voorgesteld door E. Lindeman of het niet goed zonde zijn, dat men vernam, of alle de Christ. Afg. gemeenten zich ouderling wilden verbinden, om aan den, om der waarheids wil, uitgeworpen Herder en Leeraar H. de Cock gezamenlijk en tractement en woning te bezorgen. Dit wordt eenparig goedgevonden, met twee bepalingen: ten 1ste of Z.Eerw. dit zou goedkeuren, ten 2de of zijne gemeente het ook zoude toestemmen, en art. 3 wordt de persoon van E. Lindeman gekozen, om dit met brieven te onderzoeken bij de gemeente Ulrum, alsmede bij den WelEerw. Leeraar H. de Cock. Art, 4 van de vergadering van 19 Maart vermeldt: De toestemming ontvangen hebbende van den WelEerw. Leeraar H. de Cock en de gemeente Ulrum, den Z.Erw. onderling met traktement en woning te mogen voorzien, zoo wordt de persoon van E. Lindeman overeenkomstig zijn ambt verzocht, om hierover aan iedere Christ. Afg. Gemeente een brief te zenden met verzoek, om op den 8sten April 1835 hierover te vergaderen te Groningen, ten huize van L. Moerke.”

Op die eerste Algemeene Vergadering uit Groningen en Drente waren tegenwoordig:
uit Groningen, .....R. Kema en E. Lindeman ouderl., L. Schildkamp en J. Verschuur, diak.
„ Wildervank, .......K.A. Veenhoven, afgev.
„ Stadskanaal, .....E.M. Brandersma, „
„ Veendam, .........F.E. Mulder, „
„ Oostwedde, ......W.B. Folders, „
„ Helium, ............J. Mooi, „
„ Grootegast, ......E A. Smeltinga, „
„ Warfum, ..........J.J. Bouwman, „
„ Ulrum, ............J.J. Beukema, oud., K. van der Laan, diak.
„ Burum, ...........R. d. Hamming, afgev.
„ Dwingelo, ......D. van der Werp, „
„ Smilde, ..........H. Sikkens, diak.
„ Assen, ..........J.A. Smedes, oud.
„ Adorp, ..........R. Medema, afgev.
„ Ezinge, ........T.H. Malden, „
„ Hoogeveen, .G.J. Keit, „

16 gemeenten waren daar wettig vertegenwoordigd en namen daar met eenparige stem het volgende besluit: Art. 3. Is met eenparigheid van stemmen besloten om aan den getrouwen dienaar Ds. H. de Cock te beschikken: een woning en een jaarlijksch traktement van 700 gulden, zullende de plaats der woning aan de verkiezing van Ds. H. de Cock worden overgelaten. Het traktement zal ingaan 1 Mei 1835. „Art. 4. Het traktement en de huur zullen gevonden uit de vrijwillige bijdragen der Gemeenteleden en verzameld worden in de middelste maand van elk vierendeels jaars, de algemeene verzameling zal geschieden te Groningen, bij O.L. Schildkamp, diaken.”
De Cock was destijds nog te Ulrum, maar alle pogingen om tegen Mei een geschikte woning te vinden, mislukten door de listen der vijanden. Tan verschillende zijden wendde men pogingen aan, om de Cock in zijn midden te hebben. Zelfs bood de heer Ridderinkhof te Zwolle hem zijn buitenplaats „Hofwijk” te Dalfsen ter bewoning aan, maar de Cock sloeg ook deze aanbieding, hoe aannemelijk ook af, daar hij zich geheel aan de leiding des Heeren wilde overgeven. Tot op den laatsten dag bleef het onzeker, waar hij zich zou vestigen en toen de goederen reeds in het schip waren, deed de gemeente te Ulrum nog alle moeite om een huis te vinden, maar te vergeefs. Toen vertrok de Cock, hoe zwaar het scheiden van zijn Ulrumsche gemeente ook viel, naar de Smilde, waar hij met open armen ontvangen werd en bij diaken Sikkens voorloopig zijn intrek nam.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juli 1908

De Wekker | 4 Pagina's

De Christelijke Gereformeerde Kerk (CXXI)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juli 1908

De Wekker | 4 Pagina's