Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ingezonden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ingezonden

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan den hooggel. Heer de Bruin, docent aan de theologische school te Rijswijk,

Hooggeh Heer!

Naar aanleiding van UHGl. antwoord op de door T. D. te S. gestelde vraag in „de Wekker” v. den 10 dezer aangaande den zoogenoemden noodleugen, verwondert het mij, dat U onder vele voorbeelden van zondige noodleugens ook Rachabs handeling plaatste, niettegenstaande zij volgens den Apostel Jakobus daardoor uit de werken haar geloof bewees. Op de vraag: In hoeverre een noodleugen niet zondig is, meen ik rondweg te mogen antwoorden: In zooverre die niet in strijd is met het geloof in God en Zijn Woord en de liefde lot Hem en den naaste; en geen inbreuk maakt op ’s Meesters vermaning: „Wat gij wilt dat U de menschen doen, doet gij hen ook alzoo.” Aangezien de liefde den naaste geen kwaad doet, geloof ik, dat het tot banning van zondige noodleugens beter is te behartigen wat Paulus getuigt in 1 Kor. 14:1 dan te schermen met regel op regel; en voorts, dat met alle door de Schrift verbodene leugen bedoeld wordt eene handeling die wortelt in gebrek aan geloof en aan gemis van die uitnemendste gave.

Met de meeste hoogachting heb ik de eer te zijn.
UHgl. dienstw. dienaar. H. v. Trigt.

Waarde Broeder!

Rachab’s geloof wordt door Paulus in Hebr. 11:31 geprezen, evenzoo spreekt Jacobus van Rachab’s geloofswerken. Dit geloofswerk bestond in het verbergen der verspieders, doch haar noodleugen was geen vrucht van het geloof. Die noodleugen bewijst juist wat onze catechismus zegt: dat de allerheiligsten nog maar een beginsel der gehoorzaamheid hebben en dat bij het geloof ook hare geloofszwakheid openbaar wordt. Nu is er wel veel verschoonlijks in Rachab, want stilzwijgen kon zij niet, toen de dienaars van Jericho’s koning tot haar kwamen, en de waarheid zeggen, zou den verspieders het leven hebben gekost, doch nooit mogen wij leugen als geloofswerk bestempelen. Tegenover uwe stelling: „Een noodleugen is niet zondig in zoover zij niet strijdt met het geloof in God en Zijn Woord,” zeg ik: Er bestaan geen noodleugens die uit geloof voortkomen. Het doel, hoe goed ook, kan nooit de middelen heiligen. Bij eenig nadenken zal U mij dit toestemmen.

Inmiddels verblijf ik met hoogachting,

Uw dw. br. P.J.M. de Bruin.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juli 1908

De Wekker | 4 Pagina's

Ingezonden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juli 1908

De Wekker | 4 Pagina's