Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sprokkelingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sprokkelingen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de natuur openbaart de Heere zijn bestaan. Ook doet Hij daarin eenigermate kennen, wat Hij is: een God van grootheid en wijsheid en almacht en goedheid. Maar in Zijn Woord openbaart Hij, Wie Hij is en wezen wil voor die Hem kennen. Daarom staat dan ook de Godsopenbaring door het Woord zooveel hooger; daarom is ze noodzakelijk tot zaligheid. Het eeuwige leven is: God te kennen en Jezus Christus, dien Hij gezonden heeft. En dat leven is buiten het Woord nooit te vinden.
Zalig, die de H. Schrift als Gods getuigenis voor zijn leven leerde waardeeren!

Vele menschen roemen zeer den Bijbel. Maar ze gebruiken hem weinig. „Dat boek is te heilig, om het veel te gebruiken”, zeggen ze; „We achten het zoo hoog, dat we er maar een enkele maal in lezen, dan blijft beter de eerbied bewaard! Is ’t geen bewijs voor de volstrekte waarheid van God Woord? Dat leert ons: „zij hebben vele vonden gezocht”, en één van die vonden is de bovengenoemde. Ware hoogachting vloeit uit liefde; ware liefde kan het geliefde voorwerp niet ontberen. Ware hoogachting voor Gods Woord leidt tot gedurig onderzoek!

„Gods Wezen is ondoorgrondelijk.” En toch kan dat Wezen Gods worden gekend. Want het heeft zich geopenbaard. Voornamelijk in Zijn Woord, waarin de Heere zich doet kennen als de Driëenige God, die in Christus een God van heil en zaligheid wil zijn voor verloren zondaren.
Maar er is toch ook eene openbaring Gods in de natuur. De psalmdichter roemt: „de hemelen vertellen Gods eer en het uitspansel verkondigt Zijner handen werk.” En wie ooit onder den indruk van ’s Heeren hoogheid de schoonheid der natuur heeft aanschouwd, zal het den dichter van harte nazeggen. Ja, hij zal het bekennen: wij weten te weinig van de heerlijkheid van dat boek der natuur, dat op iedere bladzijde Gods almacht predikt. We aanschouwen des daags de zon en koesteren ons in hare warmte; we zien des avonds de maan en de sterren en verheugen ons in haar schijnsel; maar denken te weinig na over de onmetelijkheid van het heelal; over den omloop van de hemellichamen langs hare banen; over de juiste orde, waarin al die groote lichten gedurig weer zichtbaar zijn; over al den rijkdom van ’s Heeren heerlijkheid, die ons door dit alles wordt verkondigd! We zien en bewonderen de schoonheid van der bloemen pracht, vooral in tuinen en parken, door menschenhanden aangelegd; maar we vergeten te veel, dat er evenveel heerlijkheid uitstraalt van het eenvoudigste bloemke, dat onze weilanden siert; het eenvoudige wordt vaak vergeten voor het schitterende! Ja menigeen denkt, dat de tijd, besteed aan de bestudeering van bloemen en planten, verloren tijd is. Vooral verloren voor het persoonlijk zieleleven! En toch is dit niet altijd zoo! Want als Gods Geest wil bepalen bij de waarheid: die groote Schepper en almachtige Onderhouder, die der zon en maan en sterren hare banen stelde en ze in die banen houdt; die groote Ontfermer, die ook het eenvoudigste bloempje met schoonheid bekleedde; die ondoorgrondelijke in Zijne werken is mijn God, mijn verzorger, de Heere ook van de baan mijns levens, zonder Wiens wil geen haar van mijn hoofd valt; dan gevoelt het kind des Heeren zich veilig en welbewaard en roemt in de genade van dien God, die ook de God der natuur is.

Een gerust geweten is een groote zegen. Petrus kon zelfs slapen tusschen twee schildwachten. Zonde legt scherpe doornen in het hoofdkussen en een dolk op ’s menschen leger. De geest van onrust nadert de sponde niet van den man, die een gerust geweten heeft, een geweten oprecht voor God, dat zingen kan:
Eerst met de wereld, mij zelv’ en U in vrede, vóór ik mij vlij op mijne legerstede”.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juli 1908

De Wekker | 4 Pagina's

Sprokkelingen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juli 1908

De Wekker | 4 Pagina's