Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoe Lydia God diende

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe Lydia God diende

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

B. te L. vraagt ons: „Was het dienen van God bij Lydia (Hand. 16:14) vrucht van de wedergeboorte of ontving zij de wedergeboorte eerst toen de Heere haar hart opende?
In Handelingen 16:14 lezen wij: „En eene zekere vrouw, met name Lydia, eene purperverkoopster van de stad Thyatire, die God diende, hoorde ons, welker hart de Heere heeft geopend, dat zij acht nam op hetgeen van Paulus gesproken werd.”
Van Lydia wordt verhaald dat zij eene vrouw was, die God diende, en vervolgens dat de Heere haar hart opende. Kan nu vóór de opening des harten door de inwendige roeping reeds van een dienen van God sprake zijn, vraagt H.B.
De uitdrukking „die God diende” bedoelt niet een dienen in geest en waarheid, want deze is vrucht van de wedergeboorte, terwijl Lydia’s hart nog gesloten was voordat zij Paulus hoorde prediken. In de Handelingen der Apostelen komt het woord, dat in onze taal hier door dienen vertaald is, herhaaldelijk voor, doch nimmer in de beteekenis van ware vreeze Gods, maar in den zin van „godsdienstig zijn”.
Buiten de Handelingen komt datzelfde woord slechts tweemaal voor in het Nieuwe Testament, namelijk in Mattheus 15:9 en Marcus 7:7. In die beide teksten is het in onze taal overgezet door eeren: „Tevergeefs eeren zij mij, leerende leeringen die geboden van menschen zijn,”
Hier komt dienen of eeren (σεβομαι) dus juist voor in de beteekenis van een vergeefsch dienen. Evenzoo komt dat woord voor in Handelingen 13:43, waar het vertaald is door „godsdienstige”, evenals in Hand. 13:50. Zie ook Hand. 17:4 en 17, waar het insgelijks door „godsdienstig” is vertaald. Zelfs wordt in Hand. 19:27 hetzelfde woord in de grondtaal gebruikt om er eene heidensche eeredienst mee aan te duiden, als daar gezegd wordt dat gansch Azië aan de godin Diana godsdienst bewijst. Hier is dus vertaald door „godsdienst bewijzen”. Hieruit blijkt dat wij het „God dienen” van Lydia vóór hare roeping moeten beschouwen in den zin van godsdienstig zijn. Zij was, hoewel van afkomst eene heldin, dus nu eene vrouw die God diende, dat wil neggen, die met de Joodsche godsdienst bekend was en het heidendom had verlaten, zij was eene proselietin, die niet meer de afgoden, maar Israëls God eerde. Van eene heidin was zij geworden tot eene godsdienstige Jodengenoote en nu onder Paulus’ prediking wordt zij in het hart gegrepen en gemaakt tot eene Christin. Het eerste was zij geworden door Gods algemeene en voor Lydia ook voorbereidende genade, het laatste nl. Christin, door Gods bijzondere genade.
Iemand schrijft over de voorbereiden de genade: „De Heere handelt met den uitverkoren zondaar, die tot jaren van onderscheid gekomen is, gelijk een landbouwer met zijn land. Niet in een onbewerkt stuk land toch strooit deze het zaad, maar eerst bereidt hij den grond door ploeg en egge, en daarna zaait hij het zaad daarin. Alzoo doet ook de Heilige Geest, wanneer Hij naar Zijn voornemen den uitverkoren zondaar wil levend maken. Eerst bewerkt Hij hem, nog onwedergeboren en hard zijnde, door Zijne genade, waardoor Hij allerlei middelen dienstbaar maakt tot verwekking van onrust en ernstige bekommering aangaande zijn toestand voor de eeuwigheid,” Terecht zegt Comrie van deze voorbereidende genade: „Hoever het ook gaat, nochtans blijft de mensch dood, zoolang de Heilige Geest niet het Woord Gods als een zaad der wedergeboorte in het hart doet vallen.”
Zoo was het ook met Lydia gegaan. Zij was Israëls God gaan dienen, zij ging met de Joodsche vrouwen van Filippi op den Sabbath naar de plaats des gebeds, buiten de stad. Zij was onrustig geworden, had geen vrede meer in het heidendom en zocht het bij Israels godsdienst, doch zij was bij dat alles nog dood, totdat de Heilige Geest de prediking van Paulus aan haar hart heiligt. Eerst hier wordt zij inwendig geroepen en als vrucht daarvan wedergeboren. De Schrift kent geen roeping van wedergeborenen in wie de kiem des levens sluimert en in den Doop wordt versterkt, maar zij zegt dat de dooden zullen hooren de stem des Zoons Gods, en die ze gehoord hebben, zullen leven. In onze dagen wordt door vele Gereformeerden de roeping na de wedergeboorte en rechtvaardigmaking geplaatst, vandaar dat wij deze vraag wat uitvoerig hebben beantwoord, om de verkeerde gedachte te wederleggen alsof eene wedergeborene Lydia hier geroepen werd.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 december 1908

De Wekker | 4 Pagina's

Hoe Lydia God diende

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 december 1908

De Wekker | 4 Pagina's