Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het volgende schrijven werd ons door D. K. te U. gezonden:
„Naar aanleiding van eene vraag over Matth. 19:12, door U in de Wekker beantwoord, vraag ik beleefd eenige aandacht voor het volgende: Mogen ook zij ten huwelijk gaan, die een onzeker bestaan hebben, of niet behoorlijk voor eene vrouw en kinderen kunnen zorgen? Moeten ook zij de ordinantiën Gods opvolgen inzake het huwelijk, indien hunne positie van dien aard is, dat zij maar alleen voor zich zelf kunnen zorgen? Hoevele duizenden zijn er niet, die, na een jaar getrouwd te zijn, zich in groote armoede bevinden? Zou het niet wenschelijk zijn, dat er wat meer ernst werd gemaakt ten opzichte van het huwelijk en wat minder haast? Mij dunkt de armoede zou wat minder zijn en de diaconie zou zeker niet zooveel werk hebben, indien er niet zoo lichtzinnig door ouders en door kinderen werd gedacht in het sluiten van een huwelijk.
Gaarne zag ik eenig antwoord op bovengenoemde vragen.”
Hoewel de door D. K. gezonden uitgebreide vraag zich niet zoo zeer op theologisch gebied beweegt, hebben wij haar toch niet ter zijde willen leggen, omdat hier de hand gelegd wordt op eene wondeplek in het maatschappelijk leven. Tegen overhaaste en ondoordachte huwelijken kan niet genoeg worden gewaarschuwd. Al is het waar wat ons huwelijksformulier zoo schoon uitdrukt: „alzoo dat allen, die tot hunne jaren gekomen zijn, en de gave der onthouding niet hebben, naar het bevel Gods verbonden en schuldig zijn, zich tot den huwelijken staat, naar Christelijke ordening, met weten en willen hunner ouders of voogden en vrienden te begeven,” toch is het evenzeer waar wat datzelfde formulier zegt; „En naardien het Gods bevel is, dat de man in het zweet zijns aanschijns brood zal eten, zoo zult gij ook getrouwelijk en naarstiglijk in uw Goddelijk beroep arbeiden, opdat gij uw huisgezin met God en met eere moogt onderhouden en ook daarenboven iets hebt om den nooddruftigen mede te deelen.”
Die zijn huisgezin niet verzorgt, is erger dan een ongeloovige, zegt Apostel Paulus, wijzende op de roeping des mans ten opzichte van zijn gezin. Die vooruit weet dat armoede van het gezin te wachten staat, mag maar niet roekeloos ten huwelijk gaan. Inzonderheid vele huwelijken op jeugdigen leeftijd gesloten door jongelingen en jongedochters, die nauwelijks den kinderschoenen zijn ontwassen, geven aanleiding tot velerlei ellende en gebrek. Dikwijls is het huwelijk reeds ontheiligd, vóór het gesloten wordt, zoodat de zegen des Heeren niet verwacht kan worden.
Naar onze gedachten, zou een deel der sociale kwestie reeds opgelost zijn, indien niet zoovele onberaden en vroegtijdige huwelijken gesloten werden. De eisch „zijn gezin met God en met eere te onderhouden,” mocht wel wat meer op den voorgrond staan.
Anderzijds mag echter de ordinantie Gods ten opzichte van het huwelijk ook niet miskend worden. Ook dat geschiedt in onzen tijd helaas maar al te veel. De theoriën des ongeloofs zijn in alle kringen doorgedrongen en dat ongeloof spot met het woord des Heeren: „Het is niet goed dat den mensch alleen zij.” In plaats van te huwen, blijft men een ongehuwd leven leiden om te voorkomen dat men straks een gezin zon moeten onderhouden. Men heeft zijn eischen te hoog opgevoerd, men heeft in het ongehuwde leven zich te veel weelde veroorloofd, in één woord, men is gaan leven op grooten voet, zelfs boven zijn stand. Velen zijn er thans in onze maatschappij, die beseffen dat zij door te huwen zoo grootscheeps niet meer kunnen varen, dat zij zich dan allerlei weelde moeten ontzeggen, welke zij ongehuwd zich konden veroorloven, en die te veel eigenliefde koesteren om zich ten koste van een gezin te bekrimpen. Die om zulke redenen ongehuwd blijven, hoewel zij de gave der outhouding niet hebben, en daardoor in allerlei vuile zonden leven, handelen ongetwijfeld in strijd met de ordinantie Gods.
Nu is het echter zeer moeilijk om hier grenzen aan te geven. Menigeen die wel „behoorlijk voor vrouw en kinderen kan zorgen,” doch zich in het huwelijksleven in uitgaven moet beperken, welke hij ongehuwd gemakkelijk kan doen, verschuilt zich achter de uitvlucht; „Mijn inkomen is niet groot genoeg om een gezin te onderhouden.” Het hart des menschen is zoo arglistig. Is echter iemand in zijn gemoed overtuigd: ik zal door het aangaan van een huwelijk mij zelf en mijn gezin in armoede dompelen, dan wachte hij tot de Heere hem in staat stelt zijn gezin „met God en met eere” te onderhouden.
In ieder bijzonder geval echter, waarin men voor de vraag komt te staan: Geldt ook mij de ordinantie Gods in zake het huwelijk? raadplege men zijn geweten, of het zuiver staat voor God, en niet minder, zooals ons huwelijksformulier zegt: „ouders of voogden en vrienden,” die dan wanneer zij al de omstandigheden kennen, zeker wel met goeden raad zullen bijstaan. Een voor ieder bijzonder geval geldende regel, wanneer men wèl en wanneer men niet geroepen is ten huwelijk te gaan, valt hier niet te geven, zooals onze vrager zelf wel zal gevoelen.

's-Gr. ('s-Gravenhage) D.B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 februari 1909

De Wekker | 4 Pagina's

Vragenbus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 februari 1909

De Wekker | 4 Pagina's