Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

F. S. te D. zendt ons de volgende vraag:
„Zou u mij in „de Wekker” van antwoord kunnen dienen betreffende deze vraag: Tegen het bekende „Er ruischt langs de wolken, Een lieflijke Naam, Die hemel en aarde, vereenigt te saam,” enz, worden bezwaren gemaakt. Welke zijn die bezwaren? en waarop rusten zij? ”
Onze vrager vergt wel wat veel van ons. Wanneer tegen een lied bezwaren worden gemaakt, maar men meldt ons niet welke die bezwaren zijn, dan gaat het toch niet aan om van ons te verlangen dat wij met al die mogelijk opgeworpen bezwaren bekend zonden zijn. Wij althans weten slechts één bezwaar dat tegen dit lied wordt ingebracht. Doch dat ééne bezwaar is niet van grond ontbloot.
Volgens het bekende lied ruischt een lieflijke Naam, namelijk die van den Heere Jezus langs de wolken, dat wil zeggen, de wolken, de hemelen vertellen ons van den Naam Jesus. En dit nu is niet waar, is in strijd met de leer der Heilige Schrift. Terecht zeide wijlen Ds. Gravemeijer in zijn „Gereformeerde Geloofsleer”: „Jezus Naam ruischt niet langs de wolken.”
Wel ruischt Gods Naam langs de wolken, dat wil zeggen: het rijk der natuur verkondigt ons het bestaan van God. David zegt in Psalm 19:1: „De hemelen vertellen Gods eer en het uitspansel verkondigt zijner handenwerk”. De geheele natuur is een predikster van Gods macht en majesteit en iedere wolk aan den hemel, zoowel als ieder blad aan den boom verkondigt als ’t ware in het schoonste teekenschrift de waarheid van Gods Woord; „De Heere is groot en wij begrijpen het niet.”
Ook onze Nederlandsche geloofsbelijdenis (opgesteld door Guido de Brés) zegt in artikel 2: „Wij kennen Hem (dat is; God) door twee middelen. Ten eerste door de schepping, onderhouding en regeering der geheele wereld: overmits dezelve voor onze oogen is als een schoon boek, in hetwelk alle schepselen, groots en kleine, gelijk als letteren zijn, die ons de onzienlijke dingen Gods geven te aanschouwen, namelijk Zijne eeuwige kracht en Goddelijkheid, als de Apostel Paulus zegt, Bom. 1:20. Welke dingen alle genoegzaam zijn om de menschen te overtuigen, en hun alle onschuld te benemen.”
Het boek der natuur leert ons dus wel Gods grootheid, maar niet Zijne genade in Christus. De heidenen, die alleen de natuur hebben en de Schrift missen, hebben daarom wel godsdienst, hoe verbasterd ook, maar den Heere Jezus kennen zij niet. De wolken prediken hun niet dat er een Zaligmaker is, die hemel en aarde te saam vereenigt. Daarom is de kennisse Gods uit de natuur niet genoegzaam ter zaligheid. De uitdrukking: „Er ruischt langs de wolken” enz. is dus onschriftuurlijk.
In onze dagen worden helaas allerlei liederen, ook aan kinderen onzer kerk geleerd, waardoor die kinderen, om met Ds. H. de Cock, den eersten afgescheidenen predikant, te spreken „al zingende van de Gereformeerde leer worden afgevoerd.” Wij lazen onlangs liederen, welke duidelijk een geest van algemeene verzoening ademen, zooals;

„Wie ligt daar in de kribbe
„In schaam’le doeken neer?”
’t Is Jezus aller menschen
„En aller engelen Heer!”

Is dit niet lijnrecht in strijd met de leer der Schrift: „Hij is gekomen om Zijn volk zalig te maken van hunne zonden”, en: „Ik geef mijnen schapen het eeuwige leven”? Is het niet treurig als een schare van kinderen het lied op de lippen wordt gelegd:

„Lam Gods voor de schuld der wereld geslacht,
„Dat eens aan het kruis voor mij hebt volbracht.”

Wekt dat niet bij kinderen de gedachte dat Christus hun Borg is, ook ai kennen zij niets van de toepassende daad des Heiligen Geestes aan hun hart? Wat eenmaal een leeraar verklaarde van de zoogenaamde Evangelische gezangen „zij zijn te algemeen en passen aan ieder toe, wat slechts door de toepassing des Heiligen Geestes aan Gods kinderen geschonken wordt”, geldt ook van vele van die „christelijke liederen” die helaas niet waarlijk Christelijk, niet Gereformeerd, niet Bijbelsch zijn, De vaderen der Afscheiding hebben tegen de Gezangen gestreden, laat ons dan waken tegen en nauwkeurig acht geven op liederen, die onschriftuurlijk zijn.

's-Gr. ('s-Gravenhage) D.B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 maart 1909

De Wekker | 4 Pagina's

Vragenbus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 maart 1909

De Wekker | 4 Pagina's