Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Doop en Wedergeboorte (XL)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Doop en Wedergeboorte (XL)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„En hiertoe hellen wij mede, oordelende, gelijk Godt enkel na zijn welbehagen zekere menschen tot de zaligheit uitverkoren heeft, dat hij ook geheel vrij is om hen te wederbaren, op welken tijdt het hem belieft. En alzo wij gezien hebben dat het gevoelen van die geleerden, dat in alle uitverkorenen van het eerste begin huns levens af een zaadt der wedergeboorte zoude?.zijn, op geen genoegzame grondt steunt, zo Volgt hieruit dat men met kan denken, dat de uitverkorenen in ’t gemeen in hunne kindsheid vóór den doop wedergeboren worden. En de tijdt der wedergeboorte te bepalen op het oogenblik dat zij gedoopt worden, is eene stellinge, welke de Heilige Schrift ons nergens leert; maar integendeel onderwijst de zelve ons van eenige menschen, welke reets vóór den Doop wedergeboren zijn geweest als Paulus Hand. 9:11, 17, 18, Cornelius, Hand. 10:17. En wanneer Godt den mensch gemeenlik in den doop wederbaarde, zo zoude het van de ouders afhangen, de wedergeboorte van hunne kinderen, inzooverre er uitverkorenen onder waren, of te verhaasten of uit te stellen, zo als het hun beliefde dezelve vroeger of later te laten doopen, dat elk zien kan ongerijmt te zijn.
Daarenboven zo leert de ondervindinge, dat vele eerst in hunne jongelingschap of in hunne mannelike jaren en eenige zelfs in een hoge ouderdom verandert worden, nadat zij de voorgaande tijdt huns levens hebben doorgebragt in zonde en godtloosheit; en hoe zoude het dan te begrijpen zijn, dat dezelve reets zoo vroeg verandert waren geweest, daar ze zovele jaren als slaven van de zonde geleeft hebben? Dat het zaadt der wedergeboorte zo langen tijdt als onder de assche kan verborgen blijven, is geheel onwaarschijnlijk, gelijk wij te voren hebben getoont.”
Tot zoover Hillenius wiens gevoelen over-waardig is in onze dagen nog eens helder in het licht te worden gesteld. Maar, gelijk prof. Bavinck terecht heeft opgemerkt, Hillenius staat met dit zijn gevoelen niet alleen. Wij hebben het ons niet zoo voor te stellen alsof al de anderen het gevoelen waren toegedaan dat door hem zoo krachtig bestreden wordt, maar dezelfde gedachten over den tijd der wedergeboorte vinden wij bij mannen als Calvijn, Beza, Ursinus, Alsted, Alting, Aeronius, GomarusS, Walaeus, Maccovius, Cloppenburg, Comrie en vele anderen. Dat ook Calvijns naam hierbij genoemd wordt, zal misschien menigeen bevreemden, omdat in de laatste jaren van de zijde der Vrije Universiteit telkens een beroep op Calvijn gedaan is tot bevestiging en verdediging van die eigenaardige Verbonds- en Doopsbeschouwingen, die niet ten onrechte het Neo-Calvinisme genoemd zijn.
Er is zelfs door den overleden doctorandus Kramer, een van de bekwaamste leerlingen der Vrije Universiteit, wiens proefschrift met een inleidend woord van Dr. A. Kuyper Sr. na zijn dood is uitgegeven, een poging gedaan om de Verbondsbeschouwing van Calvijn pasklaar te maken voor die van het hedendaagache Neo-Calvinisme, maar deze poging is door kenners van Calvijn afgewezen. Wei heeft de overleden Kramer een hoogst belangrijke arbeid geleverd in zijn proefschrift „Het verband tusschen Doop en Wedergeboorte”, maar wetenschappelijke waarde heeft in ons oog het proefschrift niet, Daarvoor is het te aprioristisch in zijn opzet, de grondfout van het geheele werk. Want Kramer is bij het historisch onderzoek naar het verband tusschen Doop en Wedergeboorte uitgegaan van de stelling, dat de wedergeboorte de grond van den doop is, en heeft dus als bewezen aangenomen wat bewezen moest worden, Wat resultaat van onderzoek zijn moest, is in dit proefschrift feitelijk uitgangspunt van onderzoek, en derhalve wordt het geheele historische onderzoek door dit uitgangspunt beheerscht. Dat is de schaduwzijde van dit overigens uitnemende werk, waarin een schat van materiaal is te samen gebracht, maar dat niet voetstoots kan worden gebruikt om reden de voorstelling niet van eenzijdigheid is vrij te pleiten.
Laat mij hier een gedeelte van prof. Bavincks oordeel over dit werk overnemen (Bazuin N° 28, 1897) en wel datgene wat op Kramers voorstelling van de Verbonds- en Doopsbeschouwing van Calvijn betrekking heeft, Hij zegt, dat de voorstelling van de leer van Calvijn door Kramer van eenzijdjgheid niet vrij te pleiten is. Het is Calvijns leer, die hij tot het einde zijns levens vasthoudt, dat het genadeverbond met zijne beloften de grond voor den doop der kinderen is. Dat is de eenige regel en de eenige rechtsgrond zoowel bij kinderen als bij volwassenen. En nu leidt hij daaruit natuurlijk wel af, dat de kinderen in hunne prilste jeugd kunnen wedergeboren worden en het zaad des geloofs kunnen ontvangen. Maar dat de doop bij de kinderen de wedergeboorte onderstelt dat deze in den regel aan den doop voorafgaat, dat deze de grond voor den doop is, zegt hij nooit en nergens. Er worden daarvoor door Kramer ook slechts eenige weinige plaatsen aangehaald, die in hun verband beschouwd en in het licht van heel de leer van Calvijn gesteld eene andere beteekenis hebben dan die Kramer er aan toeschrijft.

L. (Leiden) J.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 april 1909

De Wekker | 4 Pagina's

Doop en Wedergeboorte (XL)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 april 1909

De Wekker | 4 Pagina's