Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

A. Comrie (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

A. Comrie (I)

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

G. d. B. te V. vraagt het volgende:
„Ik was onlangs in overdenking over de rechtvaardigmaking, toen mij in de gedachte kwam dat een predikant jaren geleden schreef dat Alexander Comrie dwaalde in de leer der rechtvaardigmaking. Toen ik eens den brief van Comrie over de rechtvaardigmaking las, bemerkte ik dat Comrie ook over dit leerstuk kerkelijk was verdacht van onzuiverheid. Wilt gij hieromtrent eenig licht verspreiden, voornamelijk over Comrie’s leer?”
Zulk een vraag als hier gedaan wordt, is maar niet met enkele volzinnen te beantwoorden. Toch willen wij zoo kort mogelijk voldoen aan den wensch om eenig licht over Comrie’s leer. Vooral in onzen tijd, waarin zij, die „eene rechtvaardigmaking van eeuwigheid” leeren en de rechtvaardigmaking door het geloof veranderen in een „bewust worden dat men van eeuwigheid eigenlijk al gerechtvaardigd is,” zich beroepen op Comrie, is dit wel noodig. Bij nadere beschouwing van Comrie’s leer zal wel blijken dat men hem toedicht wat hij nimmer bedoeld heeft, al is het waar, dat Comrie zich wel eens zoo uitgedrukt heeft, dat uit zijne woorden eene verkeerde gevolgtrekking kan gemaakt worden.
Wat nu de verdenking van onzuiverheid betreft, hier moeten wel in het oog gehouden worden de tijd waarin Comrie leefde en de beschuldigers die hem verdacht wilden maken. Comrie leefde in een tijd, toen de kennis der Gereformeerde leer, zooals die op de Synode van Dordrecht en in geheel de zeventiende eeuw werd voorgestaan, begon te kwijnen. Vele leeraars en vooral hoogleeraren in de theologie behoorden toen tot de toleranten of verdraagzamen, die zooals Comrie het uitdrukte, de Gereformeerde leer en die der Remonstranten zochten te vereenigen. In zijn „Ontwerp van tolerantie” door hem en Nicolaas Holtius, predikant te Koudekerk, geschreven, waarschuwt hij ten zeerste tegen dat verderfelijk pogen. In zulk een tijd nu werd Comrie verdacht van onzuiverheid. Zijn voornaamste beschuldiger was Prof. J. van den Homert, die insgelijks tot de toleranten behoorde, een man, die evenals zijne collega’s aan de Leidsche Universiteit de leer van het werkverbond, van de onmiddellijke toerekening van Adams zonde en van het eeuwig voornemen Gods om de uitverkorenen door het geloof te rechtvaardigen, loochende, en daartegenover het gevoelen van Ds. van den Os, die wegens onrechtzinnigheid werd afgezet, wijl hij de rechtvaardiging „achter” het geloof plaatste, geenszins afkeurde.
Zulk een hoogleeraar, die met zijne ambtgenooten zelf verre van rechtzinnig was, betichtte Comrie van onrechtzinnigheid in zake de leer der rechtvaardigmaking. Deze verdachtmaking door J. van den Homert heeft Comrie op het oog in zijn „brief over de rechtvaardigmaking.” Comrie werd door hem verdacht, dat hij de rechtvaardigmaking van eeuwigheid leerde en derhalve geen rechtvaardigmaking in den eigenlijken zin in den lijd door het geloof.
Wat Comrie omtrent dit stuk leerde en of die verdachtmaking ook eenigen grond had, willen wij de volgende week D. V. beschouwen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 juni 1909

De Wekker | 4 Pagina's

A. Comrie (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 juni 1909

De Wekker | 4 Pagina's