Flink aangepakt

De kerk komt door middel van wetten, die in de laatste jaren zijn ingevoerd, hoe langer hoe meer op het terrein van het sociale leven en wordt als het ware gedwongen het moederschap over haar zaad naar alle zijden te openbaren. Vooral de kinderwetten, krachtens welke jeugdige deliquenten, die voor hun eigen behoud een tijdlang uit de maatschappij verbannen moeten worden, in een opvoedingsgesticht kunnen geplaatst worden, en de wet op de ouderlijke macht en voogdij, krachtens welke ouders, die de opvoeding hunner kinderen geheel verwaarloozen, op verzoek van den voogdijraad uit de ouderlijke macht kunnen worden ontzet en hunne kinderen onder het toezicht van anderen geplaatst, stellen aan de kerk een geheel nieuwe taak, want onder die jeugdige misdadigers kunnen zich van hare doopleden bevinden, tegenover welke de kerk juist dan een dubbele roeping heeft te vervullen, en ouders, die uit hunne ouderlijke macht worden ontzet, kunnen hare leden zijn, en derhalve zijn deze voor de wet ouderlooze kinderen, zoogenaamde voogdijkinderen, haar zaad, dat zij maar niet aan zichzelve mag overlaten en omtrent wier verdere opvoeding zij niet onverschillig mag wezen.
Nu heeft de wetgever het in dit laatste geval gemakkelijk gemaakt voor de diaconieën, want ook deze kunnen als voogd voor dergelijke ouderlooze kinderen worden benoemd, mits zij volgens een bepaalde formule kennis geven van baar bestaan en haar wensch openbaren om in voorkomende gevallen het voogdijschap over zulke kinderen op zich te willen nemen.
De Diaconie kan dan zulke kinderen plaatsen in een Christelijk gezin en haar onder haar toezicht laten opvoeden, terwijl het Rijk grootendeels de kosten der opvoeding bestrijdt.
De Hervormde Kerk heeft onmiddellijk hare roeping in dezen verstaan en doorzien en van stonden aan de hand aan den ploeg geslagen. In hare zitting van 20 Augustus 1907 besloot zij in beginsel tot het oprichten van een opvoedingsgesticht vanwege de Ned. Herv. Kerk en benoemde een commissie om uitvoering aan dit besluit te geven. Deze commissie werd aanvankelijk door de vrijzinnigen in haar arbeid belemmerd, daar dezen de wettigheid van het genomen besluit betwistten op grond dat de mond der kerk in deze gewichtige aangelegenheid niet was gehoord.
Nadat een voorstel van de vrijzinnigen, op deze laatste Synode ingediend, om alsnog de kerk hierover te hooren, met groote meerderheid was verworpen, wat aanleiding werd, dat de meerderheid der vrijzinnigen zich nu van alle verdere medewerking in dezen zullen onthouden, daar zij vreezen, dat de geheele opvoeding in het orthodoxe spoor zal worden geleid, is de commissie met kracht aan den arbeid gegaan. Nadat zij op verschillende plaatsen in ons vaderland naar een doelmatig terrein had omgezien, heeft zij eindelijk een terrein, groot 40 Hectaren, voortreffelijke heidegrond gevonden, gelegen aan den grintweg tusschen het station Maarsbergen en het dorp Leersum, en dit voor het beoogde doel aangekocht.
Aan voornoemden grintweg zullen nu de gebouwen verrijzen naar het ontwerp van den heer C. B. Posthumus Meijes, architect alhier, die reeds 9 jaren geleden voor de synode een ontwerp had gemaakt voor een kleiner gesticht voor een soortgelijk doel. Deze plannen zullen aan de beoordeeling der Regeering worden overgelegd, ten einde voor de uitvoering, behoudens de goedkeuring der Kamers, eene subsidie te verkrijgen, daar het hier voornamelijk Regeeringskinderen — zeer bepaald jongens — geldt, met wier plaatsing de Regeering dringend verlegen is. Mocht deze subsidie verleend worden, dan zal er echter nog een zeer aanzienlijk kapitaal noodig zijn, dat men hoopt te vinden uit vrijwillige bijdragen door bemiddeling der provinciale commissies of — indien ’t niet anders kan — uit geldleeningen, waarbij de commissie hare hoop vestigt op rijke Diaconieën en vooral op Weeshuis besturen, die over ruime middelen te beschikken hebben en die dikwijls ook zeer verlegen zitten met jongens, die in hunne inrichting niet kunnen blijven en voor welke deze nieuwe stichting voor circa 200 verpleegden dus ook een uitkomst zijn zal,
Flink aangepakt. Daar mogen aan de benoodigde honderdduizenden nog honderdduizenden te kort komen, zij komen er wel, want het zit maar in den aanpak van de zaak. De vrijzinnigen mogen hun finantieëlen steun onthouden, omdat de zaak niet naar hun genoegen geregeld is, ook dat zal hier geen bezwaar blijken. De zaak komt tot stand en wij achten het een daad van beteekenis voor de Herv. Kerk, dat zij op dit gebied baanbreekster is.

L. (Leiden) J.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen