Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Teleurgesteld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Teleurgesteld

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Laat mij thans mogen zeggen, waarom ik teleurgesteld, bitter teleurgesteld ben. Om meer dan eene reden. Er schijnt, blijkens het Verslag dat door de verschillende afdeelingen der Kamer over de Staatsbegrooting van 1910 uitgebracht is, ook door sommige leden gesproken te zijn over de noodzakelijkheid van de wederinvoering der doodstraf. Dat is te verstaan. Ieder, die een open oog heeft voor den ernst van den toestand in dezen en werkelijk antirevolutionair is, moet zich in zijn conscientie hiertoe gedrongen gevoelen. Maar wat is nu geschied. Dr. de Visser, de afgevaardigde van Leiden, hoeft de eerste de beste gelegenheid aangegrepen, om daarover zijne meening te zeggen. En wat heeft deze gewezen predikant van de Herv. Gemeente der hoofdstad in de Kamer verkondigd? Hij heeft een enkel woord gewijd aan de Christelijke rechtsbeginselen, waarover de Regeering in de Troonrede gesproken heeft, en in verband daarmede gezegd: „dat hij niet voor eene theocratie is en zich afvraagt, of de doodstraf hier wel mogelijk is.” Zulke woorden te hooren uit den mond van een gewezen dienaar des Evangelies, een man, die krachtens zijn ambt moet geacht worden op de hoogte zijn met hetgeen God van ons en van de overheid eischt, doet pijn. Wanneer zulke mannen, alzoo spreken, waar moet het dan met de Christelijke rechtsbeginselen heen? Indien zij daarin niet uitkomen, waarin moeten zij dan worden gezien.
Dr. de Visser is niet voor eene theocratie. Maar wie pleit daarvoor P En wat heeft dit met de invoering van de doodstraf te maken. Acht Dr. de Visser deze dan alleen mogelijke in een theocratische staat? Is zij dan alleen geoorloofd en noodzakelijk? Wij gelooven dat Gen. 9:6, waarin naar het algemeen gevoelen der beste uitleggers de doodstraf door God zelve wordt ingesteld, niets met de theocratie heeft te maken. De theocratie kwam eens vele eeuwen na de instelling van de doodstraf op. Neen, de overheid, als dienaresse Gods is geroepen, naar luid van dit goddelijk bevel, het bloed te vergieten van hem, die opzettelijk en wederrechtelijk het bloed van den naaste vergoten heeft. Dr. de Visser leze het klemmend betoog van Dr. A. Kuyper in zijne Gemeene Gratie Dl. I. pag, 51 e. v. v. er maar eens op na. Het heeft ons bedroefd, dat deze afgevaardigde tegen wien velen in den lande nog opzien, deze worden in ’s lands vergaderzaal heeft gesproken en daardoor den indruk heeft gevestigd dat het met de ordinantiën Gods in het staatsleven zoo nauw niet behoefd genomen te worden.
Maar wij zijn nog meer teleurgesteld door den Minister van Justitie. Algemeen weten wij het, dat de Roomsche partij tegen de wederinvoering der doodstraf is. Indertijd heeft Minister Loef verklaard, dat hij niet zoo medewerken aan de tot standkoming van eene wet, waarbij deze deze weer ingevoerd werd. En wat heeft Minister Nelissen in zijn memorie van antwoord op ’t afdeelingsverslag der Kamer gezegd, aan het adres van die leden, die op de invoering der doodstraf hadden aangedrongen? „Dat een voorstel tot wederinvoering van de doodstraf althans vooralsnog niet van hem te verwachten is, zijnde de vermelde noodzakelijkheid nog niet in het licht getreden” Wij hebben ons over deze zinsnede ontzet. Met een enkele passus maakt de minister zich af van een zaak, die naar het ons voorkomt van ontzaglijk veel meer gewicht is dan al het gehaspel over gezinshoofdenkiesrecht en verplichte verzekering. Een liberale minister had zich niet anders uitgedrukt. Wat baat het dan al, of men een Christelijke regeering heeft, wanneer zij totaal niets voelt voor de ordinantiën Gods?
En nu de derde teleurstelling. Bij de behandeling van de Staatsbegrooting Justitie heeft niet een van onze voormannen de moed gehad, dit den minister onder het oog te brengen. Waartoe zijn onze mannen dan in de Kamer? Wat weerhoudt hen in dezen van spreken? Is het in het belang der coalitie, dat men elkander op deze punten ontziet en zijn conscientie bezwaart voelt? Want daar zijn leden geweest, die op de invoering der doodstraf hebben aangedrongen. Waarom spreken zij dan in de Kamer niet? Wij vreezen, dat er niet veel van de Christelijke rechtsbeginselen gezien worden zal.
Mogen de oogen van ons volk opengaan voor den ernst der tijden en voor de halfslachtigheid van hen, bij wien met recht beslistheid mocht worden verwacht.
De nood der tijden roept.
Laat ieder Christen in dezen zijn plicht doen en zijn roeping vervullen. Het Fransche volk zij ons ten voorbeeld. Dat trad als een eenig man voor het behoud der doodstraf op, doe Neerlands volk het voor hare herstelling.

L. (Leiden) J.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 december 1909

De Wekker | 4 Pagina's

Teleurgesteld

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 december 1909

De Wekker | 4 Pagina's