Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sprokkelingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sprokkelingen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De mildheid der Schotsche kerken.
Zooals bekend ia, zijn de Vereenigde vrije Schotsche kerken ten gevolge van het proces hun aangedaan door dat deel, dat in deze vereeniging niet bewilligde, ontzaglijk verarmd, daar een groot deel van die bezittingen aan de protesteerenden werd toegewezen.
Maar dit verlies blijkt niet ontmoedigend op hunne milddadigheid te hebben gewerkt.
Onmiddellijk hebben zij een centrale kas opgericht om daaruit die gemeenten te steunen, die finantiëel zouden moeten ondergaan, maar dat tevens moest dienen om nieuwe kerkgebouwen te stichten op die plaatsen waar de oude zijn ontnomen.
Nu is vooral in het laatste jaar de bijdrage aan de centrale kas verbazend toegenomen. Die tien voornaamste kerken van Edenburg hebben samen f 115,000 meer gecontribueerd dan in ’t vorige jaar en de tien voornaamste van Glasgow te samen ruim f 112.000 meer. ”Welsprekende cijfers die ons doen zien, hoeveel men voor de zaak van Gods koninkrijk over heeft.


Japan.
Hoe staat het toch met het Christendom in Japan? vroeg kort geleden iemand. Maakt het Christendom daar waarlijk zulke reusachtige vorderingen?
Als antwoord daarop moge het onderstaande dienen dat wij in de „Kerkelijke Courant” vonden.
In de maand October 1909 is te Tokio het vijftigjarig bestaan van de Protestantsche missie in Japan gevierd.
Ten jare 1859 waren de eerste Protestantsche missionarissen in het land gekomen, maar toen was de overgang tot het Christendom nog op doodstraf verboden. Eerst in het jaar 1873 werd dit verbod buiten werking gesteld en pas van dat oogenblik af kan gezegd worden, dat de zendingsarbeid begonnen is.
Volgens de laatste statistiek waren er op het einde van het jaar 1908 in Japan 168366 Christenen, nl. 74560 Protestanten, 63094 Roomsch- en 30712 Grieksch-katholieken.
Op het einde van genoemd jaar waren bij de Protestantsche kerk in dienst: 571 missionarissen, 558 geordende Japansche geestelijken, 578 niet geordende helpers eu 338 „Bijbelvrouwen.” 318 Japanners studeeren in de godgeleerdheid en 174 Japanschen lieten zich vormen tot „Bijbelvrouwen.”
De Protestantsche Zondagsscholen werden door 87003 leerlingen bezocht, 169 gemeenten hadden zelfstandigheid, 541 waren nog niet in alle opzichten georganiseerd. De waarde vertegenwoordigd door de bezittingen der Protestantsche missie bedraagt ongeveer zes millioen gulden, do uitgaven ten behoeve van de zending in Japan bedroegen in 1908 bijna 420000 gulden, terwijl de door de Japansche Christenen bijeengebrachte gelden geschat kunnen worden op ruim 360000 gulden. In 1908 werden 7449 volwassenen en 339 kinderen
Protestantsch gedoopt.
Neemt men het groote aantal in aanmerking van hen die voor de missie werkzaam zijn, dan -kan dit getal niet schitterend genoemd worden. Behalve dat dient te worden opgemerkt dat zich de doopelingen voor een groot gedeelte recruteeren uit de bezoekers der missiescholen; hun overgang tot het Christendom moet niet zelden in betrekking worden gebracht met bepaalde doeleinden. In allen gevalle zijn gedurende tien jaar van hen die tot het Christendom zijn overgegaan 80 pet. ten goede gekomen aan de Protestantsche kerk in Japan; 18 pet. aan de Roomsch- en 25 pet. aan de Grieksch-Katholieke kerk, terwijl het totaal der Christenen mot 50 pet. is toegenomen.
Daarbij komt dan nog het onloochenbare feit, dat de geheele ontwikkeling der beschaafde Japanners zeer sterk staat onder den invloed van den Christelijken geest.
Behalve het Budhisme wedijvert de Tenrikyoreligie met het Christendom. Deze godsdienstvorm kenmerkt zich in hoofdzaak door een betrekkelijk nog jonge vermenging van Shintoistische en Christelijke denkbeelden. Het ontstaan en de ontwikkeling van het Tenrikyo is niet ouder dan de nieuwere Christelijke zendingsarbeid in Japan; maar ze is zoo verbazingwekkend snel toegenomen, dat tegenover de 170000 Christenen nu reeds 6 millioen aanhangers der Tenrikyo-religie staan. Het is er dus nog heel verre van af, dat Japan alsof het een gemakkelijk te verkrijgen buit was, het Christendom zoo maar in den schoot gevallen.


Een Joodsche doopsbeweging.
Volgens het Joodsche jaarboek, dat kort geleden te Londen verschenen is, beloopt het aantal joden op de geheele wereld 11625654 zielen. Op rekening van Europa komen er 8892019. Aan het hoofd der Europesche landen staat de Joodsche bevolking in Rusland met 5082342 zielen.
In Oostenrijk heeft men 1233112, in Hongarije 851378, in Duitschland 607862, in Turkije 282277, in Roemenië 250000, in Groot Brittannie en Ierland 240546 in Nederland 103000, in Frankrijk 95000, in Spanje slechts ongeveer 4000 joden.
Wat de grootere steden aangaat, in Jerusalem is 55%, in Lodz 47,5%, in Odessa 33,75%, in Warschau 36%, in New-York 26,3%, in Badupest 23%, in Weenen 8.75%, in Frankfort a. M. 8.15%, in Berlijn 4.85% der gezamelijke bevolking Joodsch.
Eigenaardig is in verband met bovenstaande statistiek de nieuwe doopsbeweging, waarover Dr. S. Bernfeld van Warschau in het Joodsche blad Heint een opmerkelijk getuigenis aflegt. Hij schrijft:
Deze doopsbeweging heeft zich in de laatste jaren, vooral in Duïtschland en in eenige Oostenrijksche provinciën sterk vermeerderd.
Vooral in de groote steden en de centra der Joodsche bevolking als Berlijn, Breslau, Frankfort, Hamburg, Weenen, Praag, enz.
Dat zijn zeer merkwaardige verschijnselen, waarop niet genoeg den aandacht kan worden gevestigd.
Onder de gedoopten vinden wij namen uit de beste Joodsche familiën. Het schijnt wel of de eene tak na den anderen wordt afgehouwen van den prachtigen joodschen boom. De doopsbeweging neemt thans een massaal karakter aan, d. w. z. dat zij met tientallen gelijk tot den doop komen.
Over de oorzaken van deze beweging laat deze geleerde zich als volgt uit: De menschen willen gemakkelijker leven, of zij willen zich daardoor een plaats in de Christelijke samenleving veroveren. In Duitschland en Oostenrijk laten vele men-schen zich doopen uit kracht van een godsdienstige overtuiging, uit een religieuzen dorst, uit een oprecht verlangen naar God. ”Wat is dat?
Hoe kan een Jood den God der Joden verlaten en dit wel uit volle overtuiging en een ander geloof omhelzen?
Ziedaar de vraag, die deze Joodsche geleerde zich zelven stelt, maar die hij niet vermag te beantwoorden.
Het is smartelijk, zeer smartelijk, roept hij aan het einde van zijn artikel uit, dat er thans onder het duitsche Jodendom godsdienstige behoeften ontwaken, maar dat deze behoeften den duitschen Jood, die van zijn Joodschen God niet afweet, zijn Thora niet meer kent en zijn heilige taal niet meer verstaat, niet terugbrengen tot het Jodendom; maar hem brengt tot het protestantsche of roomsche geloof.

Zou dat ook een teeken des tijds zijn?

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juni 1910

De Wekker | 4 Pagina's

Sprokkelingen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juni 1910

De Wekker | 4 Pagina's