Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kroniek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kroniek

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Drankgebruik in Nederland, 
't Neemt af in Nederland, het gebruik van gedistilleerd.
Gelukkig, want het had eene onrustbarende hoogte bereikt en allerwege werden de noodlottige gevolgen openbaar.
De gevangenissen overbevolkt, in krankzinnigen-gestichten geen plaats, het getal jeugdige misdadigers jaarlijks stijgend.
Daar moest verandering komen, zou het met ons volk in de toekomst niet mis loopen.
Jammer dat dit verminderd drankgebruik niet vrijwillig verkregen, maar slechts door wettelijke maatregelen is. Dit jaar is de nieuwe wet op den drankaccijns in werking getreden. Daar was geld, veel geld noodig en de minister stelde voor dit benoodigde geld o. m. te verkrijgen door de verhooging van den drankaccijns.
Nu was de drank al tamelijk zwaar belast, maar, redeneerde de minister, de drank is een genotmiddel, en een genotmiddel dat zeer nadeelig is voor den gebruiker, daarom is een van de beste middelen om de menschen van den drank af te brengen, hem zóó duur te maken, dat den gebruikers de lust vergaat.
De wet is, zij het ook met veel protest, aangenomen, en begin van dit jaar in werking getreden; en nu het resultaat?
De verhooging heeft lang niet opgebracht wat de Regeering er van verwachtte. De Regeering had gerekend uit deze verhooging wel 5 a 6 millioen te zullen trekken, maar het eerste half jaar bracht slechts anderhalf millioen in plaats van 3 millioen op.
De totale opbrengst der wet zal dus in het eerste jaar vermoedelijk niet meer dan f 3.000.000 bedragen, alzoo voor de schatkist een tegenvaller van rond f 3.000.000, of een meevaller, want deze verminderde opbrengst is een gevolg van bet verminderd drankgebruik.
De accijns heeft in het eerste half jaar van 1909 opgebracht
f 12.001.091.97; dus is er, de accijns berekend á, f 63.— per H.L. van 50 pCt. verbruikt 190.493 H.L.
In het eerste halfjaar van 1910 heeft de accijns opgebracht
f 13.505.144.54, maar de accijns bedroeg toen f 90.— per H.L. Dus is er toen verbruikt 150.057 H.L.
Alzoo is er in het eerste half jaar van 1910 minder gedronken dan in het eerste half jaar van 1909 een hoeveelheid van 40.436 H.L.
Per jaar zou dit niet minder zijn dan 80.872 H.L.!
Eene kolossale vermindering, al is ze dan ook op wettelijke wijze verkregen.
Maar toch is het drank verbruik nog ontzettend en daarom nog alle redenen om met kracht op de gevaren aan het misbruik van sterken drank verbonden, te wijzen, opdat een volgend jaar ons nog lager cijfer te zien geve.

Frankrijk.
Sedert minister Nelissea een wetsontwerp heeft ingediend, ten einde de echtscheiding minder gemakkelijk te maken, zijn er op verschillende plaatsen van ons Vaderland vergaderingen gehouden waarin tegen dit wetsontwerp is geprotesteerd.
Men wil in onze dagen den band des huwelijks liefst zoo los mogelijk maken en in het huwelijk niets meer zien dan een contract tusschen twee personen van verschillend geslacht, aangegaan, dat met toestemming van partijen even gemakkelijk kan ontbonden worden als het aangegaan werd. Het beginsel der vrije liefde, zooals dat in onze dagen met kracht ge-propagandeerd wordt. De voorstanders van dit beginsel zullen echter goed doen eens naar Frankrijk te zien, gedachtig aan bet spreekwoord: „wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht.”
Daar is in de laatste 9 jaren het aantal echtscheidingen onrustbarend toegenomen. Vooral sinds 1907, toen eene nieuwe wet de echtscheidingen vergemakkelijkte. In 1006 bedroeg het aantal echtscheidingen 10.573, in 1907 klom het tot 10.938, doch in 1908 tot 11.515 en in 1909 zelfs tot 12.874.
De Rotterdammer deze cijfers besprekende zegt:
„Gerust mag aangenomen worden, dat dank zij die „vergemakkelijkswet” in de steden het aantal huwelijken nog geruimen tijd zal afnemen, en als deze practijk zich ook over het platteland gaat uitstrekken, zal dit aantal wel tot de 20 a 30.000 en meer per jaar klimmen en aanschouwt men in de Republiek der vrijdenkers en ongodisten eerlang een volledigen en schrikkelijken triomf van de vrije liefde en den hartstocht.
Daalde het geboortecijfer sinds het begin der vorige eeuw van 33 per 1000 tot nog geen 20 in het vorige jaar, deze achteruitgang wordt dan in verband met de toeneming der echtscheidingen nog grooter.
In tusschen reeds nu is deze daling angstwekkend.
Inplaats van iets meer dan een millioen geboorten per jaar tegen het midden van het Tweede Keizerrijk, (1860), of van 850.000 a 900.000 in het tijdvak 886— 1899, bedraagt het aantal geboorten thans niet meer dan 760.000,
Een achteruitgang derhalve van 230.000 geboorten per jaar sedert 1860 en van 100.000 a 80.000 in vergelijking met de jaren 1886—1889, terwijl het verschil in werkelijkheid nog grooter is, indien men rekening houdt met den toewas der bevolking in andere landen.
De sociaal-oeconoom Leroy Beauilieu, die in het jongste nummer van de „Economiste Francais” eene leerzame beschouwing aan de door de regeering gepubliceerde bevolking statistiek wijdt, vreest dat het aantal geboorten in de eerste tien jaar met nog 50.000 zal dalen, en dat het geheele aantal geboorten wellicht over twintig jaar zal geslonken zijn tot 600.000.
Deze achteruitgang doet Frankrijk langzaam maar zeker dalen tot een natie van minderen rang onder de volken van Europa.
En in allen ernst vraagt de schrijver zich af, „of het Fransche volk in de volgende of daaraanvolgende eeuw nog zal leven, of dat het wellicht dan reeds zijn zelfmoord geheel voltrokken zal hebben?”
Dit zijn woorden, die ons Vaderland tot leering kunnen zijn.
Ook hier neemt het aantal huwelijken in de laatste jaren niet toe, en wordt het getal echtscheidingen grooter.
Er is een zich verzetten tegen de ordonnantiën Gods, die voor het natuurlijk leven gegeven zijn en men verstaat niet, dat de mensen tegen zichzelven in-gaat wanneer hij tegen deze ordonnantiën ingaat.
Het huwelijk neemt de plaats niet in, die het innemen moest, en dat is noodlottig voor land en volk beide.
Want God heeft de geslachten voor elkander geschapen en bestemd, en waar deze bestemming niet wordt gevolgd, baant dit den weg voor een reeks van onnatuurlijke zonden en allerlei wanverhoudingen waaraan ons hedendaagsche leven zoo rijk is.

Leiden

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 augustus 1910

De Wekker | 4 Pagina's

Kroniek

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 augustus 1910

De Wekker | 4 Pagina's