Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In No. 21 van Luctor et Emergo schrijft „L” over Het bestaansrecht van de Christelijke Gereformeerde Kerk het navolgende, wat als voorloopig antwoord kan dienen aan onderscheidene vragers. Red.

Het bestaansrecht van de Christelijke Gereformeerde Kerk.

Waarde Vrienden.

Het onderscheid tusschen Seperatie (Afscheiding) en Doleantie ligt in de beschouwing van de Ned. Herv. Kerk. Is deze valsch, dan is seperatie gewettigd, zoo niet, dan mag er geene scheiding plaafs hebben en kan er in den wettigen weg alleen plaats zijn voor doleeren, indien alle andere middelen tot kerkherstel zijn beproefd.

De echte afgescheidene kan, hoeveel waardeering voor bijzondere personen er ook bij hem gevonden wordt, de Herv. Kerk nooit erkennen voor de ware, niet alleen, omdat het bestuur in 1816 uit de handen vau den Koning der kerk is genomen, maar ook, on dit weegt ten slotte voor hem het zwaarst, omdat die kerk verlaten hoeft het fundament der Apostelen en Profeten, waarvan Jezus Christus is de uiterste hoeksteen.

De ware doleerende wil het laatste eigenlijk niet als wezenlijk erkennen. Hij legt den nadruk op de besturen. Als deze maar weer naar Dordtsche orde zijn hervormd, als het onwettige bestuur is weggenomen , dan is alles weer in orde. Volgens hem is niet de kerk, maar alleen het Bestuur valsch.

De doleantie moet dus krachtens haar beginsel positie nemen tegenover de afscheiding, en omgekeerd de afscheiding tegenovover de doleantie.

Erkenning als waar van beide beginselen is niet mogelijk. Daarom al was er onder de Chr. Gereformeerden blijdschap over de roering, die voor ’86 zich in de Herv. kerk openbaarde, omdat daardoor de hope gewekt werd, dat velen zich zouden losmaken om zich te voegen tot de ware Kerk, het was oen verheugen met vreezen. Van den aanvang aan gold het wachtwoord: „Geen afscheiding!” Tegenover den enkele, wien de oogen geopend werden voor den feitelijken staat der Herv. Kerk, hielden duizenden krampachtig vast aan „de kerk der vaderen.” Seperatie was voor hen een schrikbeeld. Door de voormannen der doleantie werd dan ook de kerk van ’34 gesmaad als een te vroeg geplukte vrucht; als een zijtak, die moest worden afgesneden, als een genootschap, dat zijn continuiteit (recht van voortbestaan) had verloren; als een kerk, die krank was aan den levenswortel. Had men kunnen vermoeden, dat later de gemeenschap met die kerk zou moeten worden gezocht om eigen bestaan te rekken, mogelijk had men zich zoo scherp niet uitgedrukt.

De doleantie is als poging tot kerkherstel muslukt! Praktisch is de uitslag tot seperatie geworden, al heeft men dat ook nooit gewild en zal men het ook nooit erkennen.

Het beginsel der scheiding werd dus verloochend, het werk Gods van ’34 miskend.

Van de zijde der Christ, Gereformeerden moest de eisch gehandhaafd worden, dat volgens de belijdenis een ieder gehouden is zich te voegen tot de ware kerk. Die eisch gold dus alle doleerendea of zooals zij zich na ’86 noemden de Ned. Gereformeerden, Voldeden zij aan dien eisch, dan moesten zij breken met de Herv. Kerk.

Hoe zijn deze twee overeengekomen om samen te wandelen? Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad. De grootste stap werd echter in 1890 gedaan te Leeuwarden, toen de Chr. Geref. Kerk, zonder de gemeenten te raadplegen het beginsel prijs gaf en in afwijking met hare belijdenis gelijk recht met haar toekende aan de Ned. Gereformeerden. Van toen aan was de Vereeniging slechts een quaestie van tijd. Daarmede deden de voormannen der Chr. Geref. Kerk afstand van haar staat als kerk en der doleerenden taktiek om de Chr. Geref. Kerk in de doleantie te doen opgaan had gezegevierd. Het besluit der Leeuwarder Synode (wat Amsterdam in ’92 besliste was slechts gevolg) miskende het werk der vaderen, miskende het werk Gods, was als het ware eeno belijdenis, dat men toch eigenlijk in 1834 verkeerd had gehandeld. Het uitspreken daarvan werd niet geeischt. Waartoe zou ’t ook noodig zijn? Als men, waar de doleantie praktisch schipbreuk had geleden, maar macht kon ontwikkelen tegenover de Herv. Kerk.

Met het zelfstandig bestaan de kerk der Afscheiding moest ook haar naam verdwijnen. Men heeft beweerd, dat de Chr. Geref. van ’92 daarom alleen zijn staande gebleven, ’t Is niet waar! Wij hechten niet eens zoo sterk aan een naam als de Ned. Geref. in ’92. Zij zouden, let wel, het werk dat, volgens hun oordeel, een werk van God was, doen hebben afspringen, indien de naam Chr. Geref. Kerk was behouden gebleven.

De doleantie is geweest een miskenning van de door den Heere geplante en bevestigde Kerk. Langs den weg der politiek heeft men die miskenning bemanteld. De vereenigiug van ’92 is niet geweest het volgen van don uitdrukkelen wil Gods, maar vrucht van de verloochening van ’34 en het kan niet uitblijven of de wrange vruchten zullen worden gezien. Worden ze niet reeds opgemerkt?

Mochten evenwel de bezwaarde broeders in 1892 zich opnieuw aaneensluiten en het werk van ’34 doen herleven in eene voortzetting der Chr. Geref. Kerk? Kan de tegenwoordige Chr. Geref. Kerk wel de voortzetting van de vroegere worden genoemd?

Hierover D.V. later.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 augustus 1910

De Wekker | 4 Pagina's

Uit de Pers

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 augustus 1910

De Wekker | 4 Pagina's