Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Synodalia (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Synodalia (3)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het antwoord onzer Synode zijn al deze punten kortelijks gememoreerd en de nadruk er op gelegd, dat de oorzaak van de tegenwoordige gedeeldheid niet ten laste komt van de Christ. Geref. Kerk.
Onzes inziens is dit volkomen juist.
Niet wij zijn het die deze gedeeldheid hebben veroorzaakt, al worden wij dan ook door velen nog smalend „een Scheurkerk” gescholden en wij zelf voor „Scheurmakers” gehouden, maar de Geref. Kerken in Nederland hebben deze verdeeldheid gewerkt door in 1892 een vereeniging daar te stellen, die geheel tegen het beginsel van 1834 inging.
Het leidt dan ook geen twijfel, dat wanneer de plaatselijke gemeenten over deze zaak waren gehoord en daar was een referendum over deze te sluiten vereeniging gehouden; de toenmalige Christ. Geref. Kerk het met eene verpletterende meerderheid zou hebben verworpen.
Nog heden durft men de plaatselijke gemeenten zich niet te laten uitspreken over de plaatselijke vereeniging, omdat men bevreesd is, dat de gemeente met groote meerderheid zal verwerpen wat de kerkeraad heeft goedgevonden.
Wij hoorden het plan nog uit den mond van een gewezen ouderling der Geref. Kerken, die de plaatselijke vereeniging had meegemaakt, hoe de Conaulent voor het begin van de beslissende samenkomst met de gemeente tegen den kerkeraad had gezegd:
„Broeders laat ons waken dat de gemeente niet stemt.”
Zoo is men overtuigd, dat, al wat men doet, met het beginsel der afscheiding in strijd is.
Niet met het beginsel der doleantie. Al wat sinds 1892 geschied is en nog verder geschieden zal is geheel in overeenstemming met het , beginsel der doleantie, want de doleantie poneerde van meet af de stelling: wij zijn de aloude Gereformeerde Kerken van dezen lande, ons komen de kerkgebouwen en de goederen.
Daarom de processen over de goederen die gevoerd moesten worden om aan het beginsel dat men zich gekozen had getrouw te kunnen blijven.
Uit dat beginsel is in 1892 de Vereeniging geboren waarin formeel beide groepen dezelfde rechten werden toegekend, materieel de scheiding in de doleantie werd opgelost.
Denkt maar om den naam. Een onbeduidende kwestie, zegt men gewoonlijk, waar gij Christelijke Gereformeerden veel meer achter zoekt dan er in de werkelijkheid achter schuilt. Het doet er eenvoudig niets toe, hoe dat de kerk van Christus heet.
Ten deele kunnen wij dit laatste toestemmen.
De Schrift geeft ons geen bepaalden naam voor de kerk aan, en onze Apostolische Geloofsbelijdenis spreekt van de heilige algemeene Christelijke Kerk. Maar in dit geval stond het anders. Dat de Doleerenden onder geen enkele voorwaarde den naam van Christelijke Gereformeerde Kerk begeerden aan te nemen, en daarom de geheele vereeniging zouden hebben laten afspringen stond in verband met hun beginsel.
Zij waren de kerk, de aloude kerk van Nederland.
Naar die kerk hadden zij zich van meet af gewend, Nederduitsch Gereformeerd was hun officieel e naam. Hoe konden ze ooit aanvaarden den naam van Christelijke Gereformeerde Kerk of Kerken, daar immers het aannemen van dezen naam een prijs geven van hun eigen beginsel insloot.
De Christ. Geref. Kerk van 1834 was immers volgens de doleerenden de kerk niet. Zij waren de kerk en als zoodanig moesten niet zij tot ons, maar wij tot hen gaan. En dat is in 1892 geschied.
De geschiedenis na ’92 bewijst het. De Christ. Gereformeerden zijn tot de doleerenden gekomen en hebben zich met de doleerenden vereenigd en bestaan nu voort onder den naam van „Gereformeerde Kerken” in Nederland.
Want wel werd er destijds van de zijde der doleerenden op gewezen, dat men den naam „Nederduitsch” had los gelaten en derhalve door de doleerenden toch ook een offer gebracht was maar dat offer kostte niets. Dat offer bracht de doleerenden juist ook met den naam waar zij van meet af hadden willen zijn, maar niet hadden kunnen komen, met het oog op de mannen van 1834.
Maar nu men deze groep in zich kon opnemen, nu weerhield hen ook niets meer om zich als de Gereformeerde Kerken van Nederland te openbaren. Nu was men wat men zoo gaarne wezen wilde en de mannen der scheiding waren dwaas genoeg om daarin behulpzaam te zijn en der eigen beginsel op te geven.
Want men mag nog spreken van A maar A is weg, het is formeel weg en iedere plaatselijke A is een doorn in hei oog van B. Vandaar de loftrompet die telkens in de „Heraut” wordt geblazen, wanneer weer een A verdwijnt en eene plaatselijke vereeniging kan worden geconstateert, want iedere plaatselijke vereeniging is een triumph van het B beginsel.
Of de oude A mannen dit niet gevoelen en zien, of mannen als prof. Lindeboom, Bos en anderen, die altijd vurige strijders voor het beginsel der scheiding geweest zijn en met kracht tegen de vereeniging hebben gewaarschuwd dat alles in hun hart niet moeten toestemmen.
Wij kunnen over het hart van elkander niet oordeelen , maar afgaande op hunne verschillende uitlatingen dunkt ons dat zij dit alles wel zien.
Maar men is er nu eenmaal in, en wat moet men nu doen.
Verklaren dat men in 1892 gedwaald heeft en dat deze vereeniging nooit had moeten plaats vinden , daar ze noodlottig is geweest voor het beginsel dat ze met ons lief en dierbaar is.
Dat wordt wat.
Dat eischt een breken, een wederkeeren, en dat kost wat. Hier spreekt zooveel in mee, dat feitelijk niet mee spreken moest en toch dikwijls het laatste woord heeft.
Hier komen zooveel overwegingen, die er niet moesten zijn en toch de beslissing geven, dat men dan liever nog strijdend ondergaat, dan openlijk verklaart dat allen strijd niet vruchteloos is en men mitsdien liever zijn heil in een eervollen terugtocht zoekt, dan in een onafweerbaren nederlaag.

Leiden

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 september 1910

De Wekker | 4 Pagina's

Synodalia (3)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 september 1910

De Wekker | 4 Pagina's