Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nederland (114)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nederland (114)

De kracht des geloofs (114)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten


Guido de Bres
Tegelijk met Guido de Brés was gevangen genomen Peregrin de la Grange. Deze was geboortig uit Dauphiné, had gestudeerd aan de hoogeschool te Genève en was den 19de juni van uit Genève gezonden naar Valenciennes, om daar het predikambt te bedienen.
Daar werd hij door ieder, die met hem in aanraking kwam geëerd om zijn minzaamheid, daar werd hij door vélen geliefd als een welsprekend verkondiger van het zuivere Woord van God, maar daarom stonden dan ook Rome’s priesters zeer vijandig tegenover hem en verheugden zich er in, dat hij tegelijk met Guido de Brès in de gevangenis werd geworpen en alzoo onschadelijk gemaakt.
Ook hij werd in de gevangenis opgezocht door den bisschop van Arras, die ook met hem sprak, hoofdzakelijk over de leer des Avondmaals en daar die gesprekken liepen over dezelfde zaken als die met Guido de Brés, deelen we er maar een kort gedeelte van mede.
De bisschop zeide in het laatste deel van een gesprek: „Maar Iaat ons nu eens spreken van de ongerijmdheden en ver-keerdheden, die gij zegt, dat uit onze leer voortvloeien!’’
De la Grange antwoordde: „Ik zal u alleen deze verkeerdheid aantoonen, welke is, dat gijlieden door uwe leer vaneenscheidt, wat tezamen vereenigd is.
De Zoon Gods geeft in zijn Avondmaal zijn vleesch ten spijs en zijn bloed ten drank, die tezamen gevoegd zijn door uiterlijke sacramenten brood en wijn. En volgens uw zeggen verandert dat brood in vleesch en die wijn in bloed, en aldus scheidt gij Christus’ vleesch van zijn bloed.”
De bisschop: „Wij scheiden het vleesch van het lichaam niet, aangezien wegens de onscheidbare gemeenschap, waarin zij tot elkander staan, het vleesch niet bestaat zonder bloed, en het bloed niet zonder vleesch.”
De la Grange: „Indien dit zoo ware, zou men dubbel in éene bediening het vleesch en bloed van Christus ontvangen; want het brood nemende, wat gij het vleesch noemt, vermengd met het bloed, aangezien zij een onscheidbare gemeenschap met elkander hebben, ontvangt men eens den geheelen Christus in het vleesch, en dan wederom eens in het bloed, en aldus zoudt gij tweemaal zijn vleesch en tweemaal zijn bloed ontvangen.”
De Bisschop: „Welke zwarigheid is het om dat twee malen in éene bediening te ontvangen?”
De la Grange: „De zoon van God heeft zijn Avondmaal niet ingesteld, om dat tweemaal te ontvangen in éene bediening, want Hij zeide: Dit is mijn lichaam; deze verkeerdheid, al ware er geen andere, misvormt geheel de instelling van Christus.”
De bisschop antwoordde daarop niet.
De la Grange: „Laat ons nu de woorden van Christus wat nauwkeuriger beschouwen, dan zal men de verkeerdheid van uwe leer nog beter zien, die geheel tegen het bevel des Heeren indruischt, want Hij zegt: eet! Wat eet gij nu in dit sacrament ?”
De bisschop: „De gedaante van het brood.”
De la Grange: „Eet gij anders niet, dan de gedaante van het brood? Er is toch gezegd: Neemt, eet, dat is mijn lichaam!”
De bisschop: „Wij ontvangen bet brood en het lichaam te zamen.”
De la Grange: „Wanneer gij het brood eet, breekt gij het dan niet eerst?”
De bisschop: „Neen, want Jezus Christus heeft een lichaam, dat onlijdelijk is, en als wij de hostie eten of breken, verbreken wij nochtans het lichaam van Christus niet, maar alleen het brood; het lichaam wordt niet van elkander gescheiden , maar die een der stukken eet, heeft den geheelen Christus in zich.”
De la Grange: „Mijnheer, gij zoudt zoodoende tot groote dwaling vervallen, waarin men eertijds als begraven was; want drie stukken van uw hostie gebroken in de mis, indien er dan in ieder daarvan het lichaam van Christus is, volgt er uit, dat als gij nu deze drie stukken te zamen gebruikt, gij drie lichamen van Christus inneemt.”
De Bisschop: Dit moet men niet op menschelijke wijze zoeken te begrijpen.”
De la Grange: „Mijnheer, wat ik zeg, is duidelijk en openbaar; en zonder buiten Gods Woord te gaan, zal ik u bewijzen, dat wat gij daar van uwe speciën gezegd hebt, niet waar is. Jezus Christus zegt niet: eet drie speciën, maar: eet, dit is mijn lichaam. Nu is toch onmogelijk te eten, zonder met de tanden te vermalen, wat men eten wil; en als gij nu zegt, dat brood vleesch is, en gegeten wordt, gevoelt ge toch zelve wel, tot welke godslasterlijke gedachten gij aanleiding geeft.
Neen, brood blijft brood en wordt natuurlijk gegeten , maar daarin geniet Gods volk het teeken en zegel van des Heeren onwankelbare trouw.
Nog een geruimen tijd ging het gesprek zoo door.
Ook de la Grange bewees daardoor zijn doodsschuld in de oogen van Rome’s priesters en zou tegelijk met zijn vriend en broeder de Brés dien dood ondergaan.

Harderwijk

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 december 1910

De Wekker | 6 Pagina's

Nederland (114)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 december 1910

De Wekker | 6 Pagina's