Schrille contrasten
De heer Carnegie, de welbekende Amerikaansche millionair, die verschillende stichtingen in Engeland en Amerika met zijne millioenen bedacht heeft en een groot bevorderaar is van den wereldvrede, heeft thans een gift van 28 000.000 gulden ter beschikking gesteld van eene commissie, die daarmede „verhaasten moet de afschaffing van internationalen oorlog ”
’t Klinkt wel ietwat zonderling zoo iets in onzen tot aan de tanden gewapenden tijd te vernemen. Op ’t zelfde oogenblik, dat Carnegies gift bekend werd, kwam bij het Huis der Volksvertegenwoordiging te Washington een dringend verzoek van den minister van oorlog in om hem een leger van 450.000 man geoefende soldaten te verschaffen ter verdediging van de grenzen des lands.
Amerika is sedert de laatste maanden niet gerust meer. Sinds de Russisch- Japansche oorlog Japan een plaats in de rij der wereldmogendheden heeft aangewezen , gevoelt Amerika goed, dat er vroeg of laat om de heerschappij van den Stillen Oceaan zal worden gestreden en dat de strijd gaan zal tusschen Japan en Amerika. Want Japan wapent zich. Met koortsachtigen haast breidt het zoowel zijn vloot als zijn leger uit en onafgebroken houdt het Westen den blik naar het Oosten gericht. Vanzelf dat daardoor Rusland evenzeer gedwongen wordt op zelfbehoud en zelfverdediging bedacht te zijn. Dat ons eilandenrijk Insulinde in beteren staat van verdediging moet worden gebracht, daar met de mogelijkheid dient gerekend te worden, dat Japan er de hand op zou willen leggen. En zoo is er, in plaats van een vredesbeweging een oorlogsbeweging de geheele wereld door. De stem van de vredesapostelen wordt tot zwijgen gebracht door het geklop op de ijzeren platen van de Dreadnoughts, en terwijl Carnegie 28 millioen ter beschikking stelt om daarmede de internationale ontwapening te bespoedigen, wordt er dit jaar alleen voor 16.000.000.000 gulden aan oorlogschepen verbouwd. In 1911 zullen niet minder dan 36 nieuwe Dreadnoughts afioopen, dat is, om de tien dagen zal een oorlogschip, dat twintig millioen kost, te water worden gelaten. Op het oogenblik zijn er in de geheele wereld slechts 38 Dreadnoughts, maar eer 1911 ten einde is, zal dit getal zijn verdubbeld. In het geheel worden dit jaar 70 slagschepen en gepantserde kruisers gebouwd en dat terwijl de muren van den Vredestempel te ’s Gravenhage zijn voltooiing naderen en het plan overwogen wordt om straks, wanneer het gebouw klaar is, een internationaal scheidsgerecht te benoemen, dat alle oorlogen moet trachten te voorkomen.
Schrille contrasten schreven wij hierboven. Inderdaad het is zoo. Men tracht op het oogenblik den vrede en den oorlog beide te bevorderen. De vredeskeizer is dezelfde die bij iedere gelegenheid het aan de wereld verkondigt: „mijne soldaten, houdt het kruit droog.” ’De geheele vredesbeweging is in ons oog dan ook een illusie, waaraan men wel doen zal zich niet overtegeven, opdat straks de ontnuchtering niet al te droef wezen zou. Si vis pacem, para helium, zeide Bismarck , d. i.: wanneer gij den vrede wilt, bereidt u ten oorlog. Ook voor ons Vaderland is dat roeping. Daarom hebben wij het bejammerd dat de minister van oorlog viel, omdat daardoor een nu jaren hoogst noodige zaak op de lange baan wordt geschoven. Niet dat wij het wetsontwerp op de kustverdediging onvoorwaardelijk toejuichen, eerlijk gezegd, daar gevoelen wij weinig voor. Maar waar wij veel voor voelen is voor een goed leger, en dat geloof ik Iaat op ’t oogenblik heel wat te wenschen over.
L. (Leiden) J.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 januari 1911
De Wekker | 4 Pagina's