Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Spanje (6)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Spanje (6)

De kracht des geloofs (176)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met den dood van Kodrigo de Valero was echter de kennis van de waarheid Gods nog niet weggenomen uit Spanje. Hij was voor velen ten eeuwigen zegen geweest en ook zij, die van zijn lippen het Woord des levens gehoord hadden, konden niet zwijgen. Onder de bekeerlingen van den voortreffelijken edelman moet in de eerste plaats genoemd worden Doctor Egidius of Juan Gill, die een grooten aanleg voor de studie had. Reeds op jeugdigen leeftijd kwam hij aan de hoogeschool te Alcala de Henares en verwierf daar, na volbrachte studien de hoogste graden in de kennis der talen en der vrije kunsten Doch hij studeerde er ook in de godgeleerdheid. Maar die studie was in die dagen in Spanje en overal een wonderlijke studie; ze werd beoefend geheel buiten de eigenlijke bron om. De werken van Lombardus, Aquinus, Scotus en dergelijke schrijvers werden ijverig gebruikt, maar de Heilige Schrift bleef een gesloten boek. Die aan de hoogeschool de Vulgata, den Latijnschen Bijbel, durfde te raadplegen, werd spottenderwijze een Bijbelist genoemd, maar kon nooit aanspraak maken op den naam van geleerde.
Nadat Dr. Egidius zijne studiën volbracht had, werd hij beroepen tot domprediker te Sevilla. Maar daar hij nog nooit in het openbaar had gepredikt en nimmer den Bijbel had gelezen, viel zijn werk als prediker bijzonder tegen. Meer dan eens was er sprake van, dat het beter ware hem af te zetten en hem den raad te geven zich op het onderwijs toe te leggen, meer dan eenmaal besloot hij zelve zijn ambt neer te leggen, daar hij zijn gebrek zeer goed gevoelde, maar voor het zoover kwam, ontfermde de Heere zich over hem. Want in dien tijd kwam hij in aanraking met Rodrigo de Valero, die hem sprak over zijne eeuwige belangen, hem wees op de hooge verantwoordelijkheid, die op hem als prediker rustte, en hem ernstig aanmaande Gods Woord, als de bron van het ware kennen, te onderzoeken. Dr. Egidius verwonderde er zich wel over, dat een leek, al was hij dan ook van den hoogsten adel, over zulke onderwerpen met hem durfde spreken, maar hij was toch niet te hooggevoelend, om den gegeven raad in den wind te slaan Waarlijk begon hij de Schrift te onderzoeken met het gevolg, dat hij onder den zegen des Heeren daardoor de hoogste wijsheid deelachtig werd. Dagelijks oefende hij zich en dagelijks nam hij toe in kennis, niet alleen verstandelijk, maar ook bevindelijk. Dat dit zeer grooten invloed uitoefende op zijn prediking is zeker, en menigeen verwonderde zich in Sevilla over de groote verandering, die in zijn preeken zoo duidelijk uitkwam. Ook de hoorders ervaarden den invloed van die verandering. Nu was ’t niet meer dr. Egidius, die hen onderwees in wat geen wezen heeft, nu was ’t Gods Woord dat door hem tot hen sprak en dat voor velen ten zegen werd. Langzamerhand werd zijn invloed grooter en steeds breidde de kennis der waarheid zich uit en werd ’s Heeren koninkrijk in Sevilla bevestigd.
Maar zooals steeds, sliep ook nu de groote vijand van dat koninkrijk niet. Gedurig werden er klachten over de prediking van Dr. Egidius ingediend bij de inquisitie. En daartegenover werd de invloed van den prediker steeds grooter. Zelfs werd hij door keizer Karel V tot Bisschop verheven. Nu werd de werkzaamheid van hen, die de waarheid haatten, versterkt en korten tijd daarna werd Dr. Eegidius opgeroepen, om zich voor de inquisitie te verantwoorden. Aan die oproeping werd door hem bereidwillig voldaan, want hij vreesde niet belijdenis van zijn geloof af te leggen, ook tegenover zijne vijanden. De voornaamste punten, waarover hij ondervraagd werd, waren: de rechtvaardigmaking van den zondaar, het vagevuur, de betaling voor de zonden door den eenigen Middelaar , Christus Jezus, de mogelijkheid van geloofsverzekering voor Gods volk, de aanroeping van gestorven heiligen, enz.
Egidius sprak vrijuit, dat hij alleen als waarheid aanvaarden kon, wat door Gods Woord als zoodanig geleerd werd, en alles als dwaling verwierp, wat met dat Woord in strijd was. Toch durfden de inquisiteurs hem, om zijn grooten invloed bij het volk, niet dadelijk veroordeelen, maar ze zochten een middel, om eerst dien invloed te breken.

H. (Harderwijk) V.

(Wordt vervolgd).

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 maart 1911

De Wekker | 4 Pagina's

Spanje (6)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 maart 1911

De Wekker | 4 Pagina's