Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lukas 15

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lukas 15

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

G. V. Z. te L. vraagt ons:
„Hoe moet ik Lukas 15 verstaan, n.l. de gelijkenis van de honderd schapen, waarvan er één verloren was? Zijn die negen en negentig geen ware schapen van de kudde des Heeren en die ééne wel, of zijn het alle ware schapen? Evenzoo de gelijkenis van de tien penningen en die van de twee zonen? Is alleen de verloren zoon een ware discipel des Heeren of ook de oudste zoon, die door den vader ook zijn kind genoemd wordt?”
De sleutel van deze drie gelijkenissen ligt in het begin van het hoofdstuk. Vele zondaren en tollenaren hoorden naar Christus prediking. De farizeën hierover geërgerd beschuldigen Hem dat Hij zondaren ontvangt en met hen eet. Van uit de hoogte zien de in eigen oogen rechtvaardige farizeën op de tollenaren en zondaren neder. Dat Christus nu niet gekomen is om zulke eigengerechtige farizeën te ontvangen, maar wel die in eigen oog verloren zijn, leert hij in de drie gelijkenissen van het verloren schaap, de verloren penning en de verloren zoon. Het verlorene wordt door Hem gezocht en over de redding van het verlorene is blijdschap in den hemel meer dan over zulke rechtvaardigen die de bekeering meenen niet noodig te hebben. Waar deze drie gelijkenissen dus wijzen op de verloren zondaars die door Christus worden gezocht en op de farizeën die nooit in zichzelven verloren zijn geweest, is het duidelijk dat met de 99 schapen, de negen penningen en den oudsten zoon geen ware rechtvaardigen maar eigen gerechtigen worden bedoeld.
Dat de vader in de gelijkenis van den verloren zoon ook den oudsten zoon zijn kind noemt, past geheel bij de inkleeding der gelijkenis. De Heere toch sprak: Een zeker mensch had twee zonen, enz. Nu is het geheel in orde dat de vader ook beiden zijne kinderen noemt, al is de een ook een boetvaardige en de ander een zelfgenoegzame. Ook in de kerk zijn tweeërlei kinderen, n.l. der belofte en der dienstbaarheid, zooals Paulus in Gal. 4 : 21—31 leert. Zij hebben allen Abraham tot vader, doch sommigen zijn naar het vleesch, anderen naar den geest geboren.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 april 1911

De Wekker | 4 Pagina's

Lukas 15

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 april 1911

De Wekker | 4 Pagina's