Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Spanje (13)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Spanje (13)

De kracht des geloofs (183)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

En die gedachten waren menigvuldig. Aan de eene zijde verblijdde hij zich, voor de waarheid des Heeren te mogen uitkomen; aan de andere zijde begreep hij best, wat het einde zou zijn. Gedurig bad hij om genade, standvastig’ te mogen blijven en noch aan dreigementen, noch aan vleierijen toe te geven. Ook de huichelachtige vleitaal van Rome bleef hem niet gespaard. Acht dagen na het eerste bezoek, kwamen de Jezuïeten weer tot hem en eén hunner, in huichelarij volleerd, hield zich, alsof hij zielsbedroefd was over den toestand van Mr. Lithgow. Met tranen in de oogen sprak hij over den vreeselijken dood, die hem wachtte, als hij in zijne ketterij volhardde; in roerende woorden sprak de Jezuïet over het vreeselijke van het eeuwig oordeel, dat het deel zou worden van allen, die buiten de zaligmakende kerk stierven en vermaande hem tot bekeering. Zelf viel de huichelaar voor den gevangene op de knieën en riep uit: „Bekeer u, geliefde Broeder! Om den wille van de gezegende Maagd Maria, bekeer u en u zal geen leed geschieden!”
Lithgow antwoordde op de verschillende argumenten, waardoor men hem tot afval wilde bewegen: „Al u spreken zal u niets baten, mijne heeren! Ik vrees den dood noch den brandstapel.” Ik ben gevangen wegens een burgerlijke, een politieke zaak, en nu maakt gij er een godsdienstkwestie van; maar om het even; als mijn dood bij u besloten is, gaat uw gang, ge zult ook deze uwe handelingen eenmaal voor God hebben te verantwoorden. En die Heere, die mij zocht met zijn dierbaar bloed, zal mij niet verlaten. Aan Hem vertrouw ik mij toe, beide in leven en in sterven!”
Nu scheen de huichelachtige droefheid der bezoekers in eenmaal te veranderen in duivelsche woede. Heengaande, spraken , zij het uit, dat hij dan als een verstokte ketter zou worden behandeld en duldelooze pijnen zou hebben te verdragen.
Den volgenden dag werd de gevangene j weer voor den rechtbank gesteld en ver-oordeeld, om elf verschillende pijnigingen te ondergaan en als hij dan nog leefde, daarna tot asch te worden verbrand. Het eerste gedeelte van het vonnis werd nog denzelfden avond ten uitvoer gebracht met de felste wreedheid. Waarlijk, het waren duldelooze pijnen, die moesten worden geleden; doch de Heere schonk den gevangene genade, alles te verduren, wat hem opgelegd werd, ja te roemen in de verdrukkingen. In zijn kerker teruggebracht, mocht hij met luider stem den Heere erkennen voor de ondervonden ondersteuning, zoodat de gevangenis-knechten zich zeer verwonderden.
Dlenzelfden avond kreeg de gouverneur van Malaga bezoek van een vriend, die met hem den avondmaaltijd gebruikte. Naar de gewoonte van dien tijd diende de knecht van den vriend mede aan tafel en hoorde dus de gesprekken. De gouverneur vertelde zijn vriend de geschiedenis van Lithgow, de standvastigheid en hardnekkigheid van den gevangene en zijn wonderlijke kracht in het lijden van ,’ smarten. Bij het beschrijven van de martelingen ijsde de knecht van dien vriend van de barbaarsche wreedheid en kon heel den nacht den slaap niet vatten, waar het lijden van den gevangene hem steeds voor oogen stond. Des morgens sprak hij een zekeren Mr. Wild, een Engelschman, wien hij de geheele zaak verhaalde , zooals bij ze gehoord had. Deze Mr. Wild stelde zich in verbinding met andere Engelsche kooplieden, en samen dienden ze een klacht in bij den ambassadeur van Engeland aan het hof te Madrid, die Walter Aston, die de zaak schriftelijk onder de aandacht van Spanjes Koning bracht, die na onderzoek bevel gaf tot onmiddelijke invrijheidstelling van Mr. Lithgow.
Wonderlijk was het den gevangene te moede, toen hij zich den kerker geopend zag, en volledige vrijheid hem aangekondigd werd. Juist lag er een Britsche vloot in de haven onder bevel van Sir Richard Hawkins, die den gemartelde aan boord van zijn schip deed brengen en voorzag van alles, wat hij noodig had.
Hawkins stelde tevens een eisch in van teruggave der kleederen, boeken en gelden van Lithgow, maar deze eisch leidde tot niets. Met een schip naar Engeland gebracht, genas hij langzamerhand van de wonden, die hem toegebracht waren, doch den rechterarm moest hij voor altoos missen en van de martelingen bleven steeds litteekenen over. Toch verblijdde hij zich in ’s Heeren genadige bemoeiingen en mocht nog onderscheiden jaren gewagen van zijne ondersteunende genade in de martelingen ondervonden.

(Wordt vervolgd.)

H. (Harderwijk) V.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 mei 1911

De Wekker | 4 Pagina's

Spanje (13)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 mei 1911

De Wekker | 4 Pagina's