Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Ontwerp Armenwet (VII)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Ontwerp Armenwet (VII)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het financieel bezwaar waarop wij wezen ia hetzelfde dat wij hebben tegen art. 171 van onze Grondwet. Zooals het thans staat, ontvangt onze kerk geen eens uit de schatkist tegemoetkoming in de kosten van haren openbaren e eredienst. Niet dat wij een zoodanige tegemoetkoming begeeren. Dat is hier de kwestie niet. Maar de kwestie is deze: dat wij niets ontvangen, onzen eigen eredienst bekostigen en daarenboven nog moeten betalen voor de instandhouding van den Eeredienst van Joden, Roomschen, Doopsgezinden, Remonstranten en Hervormden. Nu gevoelt ieder toch, dat hierin een schreiende onbillijkheid schuilt, want de overheid kan niet betalen, tenzij dat zij eerst ontvangt en zij moet het ontvangen uit de zakken van de burgers. Deze betalen het ten slotte. Niemand zegge dat dit overdreven is, want feit is, dat wij christelijk Gereformeerden, die onzen eigen eeredienst onderhouden, medebetalen aan den eeredienst van Roomschen en Joden.
Maar datzelfde komt nu straks, wanneer de dubbele bedeeling in de wet vast gelegd wordt. Het heeft onzen aandacht getrokken, waar de Synodale Commissie van de Ned. Herv. kerk tegen geprotesteerd heeft. Zij heeft niet geprotesteerd tegen de dubbele bedeeling. Is dat omdat de Herv. Kerk daarvan het meeste voordeel genieten zal? Wij vragen slechts. Maar wanneer waar is, wat dezer dagen geschreven werd, en het is tot nu toe niet tegengesproken, dat de Herv. Diaconie van Amsterdam aan het overgroote deel van hare armen niet meer uitkeert dan 50 cent per week, zegge 50 cent per week, dan gevoelt ieder, dat het Burgerlijke Armbestuur van Amsterdam hier wel bijspringen moest, eenvoudig omdat de armen anders omgekomen waren van ellende. Nu zeggen wij natuurlijk: schande voor zulk een Diaconie, die zoo hare armen bedeelen durft. Maar die diaconie trekt zich eenvoudig daar niets van aan. Zij gaat maar voort met hare schrale bedeeling en dat terwijl naar luidt van de statistiek, de Herv, Diaconien jaarlijks 500000 gulden overleggen. Maar wie moet het ontbrekende bijpassen, wie moet zorgen dat de armen die zoo schandelijk verzorgd worden, niet omkomen? Het burgerlijk armbestuur; zeker, maar dat burgerlijk armbestuur brengt jaarlijks zijn benoodigd bedrag op de gemeentelijke begrooting want het Burgerlijk armbestuur moet eerst ontvangen alvorens het geven kan. Het heeft meestal geen kapitalen op ’t Grootboek, of onroerende goederen. De belastingbetalende burgers moeten aan het burgerlijk armbestuur en aan alle provinciale en Staatsinstellingen van weldadigheid de middelen verschaffen die te ondersteunen. Maar nu gevoelt ieder toch de onbillijkheid. Wij zullen onze armen onderhouden en iedere hulp van de overheid in dezen afwijzen als zijnde in strijd met de waardigheid en het karakter van de kerk van Christus, maar de andere kerk zal zich daar niet ovér bekommeren, hare armen karig bedeelen, geld op ’t Grootboek brengen en de overheid eenvoudig het ontbrekende laten bijpassen. Dat gaat niet aan. De grenzen moeten hier zuiver getrokken worden. De minister kon niet anders dan de dubbele bedeeling in de wet brengen. Daar moesten hier grenzen en beginselen zijn. Maar aan de andere zijde mag de minister niet eischen, dat wij, die onze armen onderhouden, op deze wijze gedwongen worden ook de armen van andere gezindten te helpen verzorgen. Nu weten wij dat het voor den minister een hoogst moeilijk geval is, om de eenvoudige reden, dat hij niet over de middelen beschikt, om een nalatige Kerk in dezen tot haar plicht te brengen. Hij kan niet gelasten dat een diaconie zooveel aan haar armen zal uitkeeren dat hulp van de overheid onnoodig is.
Wanneer een diaconie er eenvoudig niet om geeft wat men van haar zegt en hoe men over haar oordeelt, dan blijft de overheid niet anders over dan hulp te bieden als er nood is, hoe schrikkelijk het op zichzelf genomen ook is. De arme mag de dupe niet worden van de nalatigheid en de laksheid zijner geestelijke verzorgers, maar aan de andere zijde is het aangevoerde bezwaar niet gering. Wij betalen nu reeds dubbel schoolgeld, dubbel geld voor eeredienst en ten slotte nog dubbel armen geld. Dat wordt wat kras. Men kan wel onderscheiden zegt Dr. de Moor terecht tusschen hetgeen de menschen doen als burgers en als leden der kerk. Nog ten slotte, moet het bij hen uit eene beurs komen; of ik een gulden uitgeef, als predikant of als burger mag een theoretisch verschil maken, praktisch is de gulden weg en dat is ten slotte de zaak waar het op aankomt. Daarom gaan wij ook bier geheel accoord met Dr, de Moor, en zouden wij gaarne zien dat onze kerk bij monde van hare Synodale commissie hare bezwaren tegen deze „dubbele bedeeling” kenbaar maakte.

L. (Leiden) J.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 augustus 1911

De Wekker | 4 Pagina's

Het Ontwerp Armenwet (VII)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 augustus 1911

De Wekker | 4 Pagina's