Synode (V)

De instructie van de classis Dordrecht: „De arbeid voor op te richten stations ga niet uit van de genabuurde gemeente, maar van de classis, waaronder die gemeente ressorteert,” wordt na breedvoerige bespreking teruggenomen. Eveneens geschiedt dit met de instructie van de classis Utrecht:
„De Synode besluite tot oprichting van een fonds voor zwakke en kleine gemeenten.”
De instructie van de classis Utrecht:
„De Synode bepale, dat in een kerkeraad, hetzij groot of klein, minstens evenveel Ouderlingen als Diakenen moeten zijn,” wordt door de Synode aangenomen, met het amendement: „daar anders de kerkeraad onvolledig is.” Ds. L. de Bruijne lichtte hierbij uit een concreet geval de Synode voor, hoe moeilijk het is, indien in een kerkeraad het getal der diakenen dat der ouderlingen overstemt. Vooral in onze gemeenten, waar de kerkeraden nog niet zeer uitgebreid zijn, zoodat het getal der diakenen zitting wordt gegeven in den kerkeraad, is het noodig dat een kerkeraad minstens evenveel ouderlingen als diakenen telt.
De instructie van de classis Apeldoorn, luidende:
„De Synode besluite tot een meer evenredige indeeling der gemeenten in classes” komt in bespreking. Ds. J. v. d. Vegt licht de instructie toe. De Voorzitter stelt voor eene commissie te benoemen tot eene betere indeeling die ook lette op de geografische ligging der plaatsen. In deze commissie, die eene regeling voor alle classes moet maken, worden drie broeders uit dezelfde classis benoemd, n.l. Ds. J. v, d. Vegt, Ds. Beekamp, Da. Jansens. Het ontwerp der commissie zal vóór 1 April 1912 aan de kerkeraden gezonden moeten worden ter beoordeeling.
De volgende instructie van de classis Apeldoorn om bij de Regeering te protesteeren tegen den Nieuw-Malthusiaanschen Bond en zijne practijken, wordt ingetrokken nu de zedelijkheidswetten in werking gekomen zijn.
Insgelijks eene andere instructie van de classis Apeldoorn in zake het herhaald beroepen van een zelfden predikant.
Nu komt in bespreking eene instructie van de classis Zwolle:
„De Synode hoore de afgevaardigden der classis Zwolle in zake den toestand van Ds. Oosterhuis en de gemeente Enschede.”
De classis wenscht met goedvinden van de betrokken gemeente en kerkeraad eenerzijds, en Ds. Oosterhuis en zijne echtgenoote anderzijds, over te gaan tot emeritaatsverklaring, overeenkomstig den in de D. Kerkorde bepaalden weg. De Synode advisert de classis op deze wijze te handelen.
Ten slotte wordt de instructie der classis Zwolle:
„De claasis verzoekt der Synode, dat zij uitspreke de noodzakelijkheid om één of twee reizende predikanten te benoemen en in dien weg stappen te doen” ingetrokken.
Aan de beurt van aftreding zijn de Synodale Deputaten volgens Art. 49 D. K.: Ds. J. Bos Hzn., secundua Ds. L. H. Beekamp, en Ds. P. de Groot, secundus Ds. H. A. Minderman. Zij worden met hunne secundi herkozen.
Omtrent het rapport der commissie voor correspondentie met de Buitenlandsche Kerken wordt besloten, dit rapport eerst aan de kerkeraden en classes ter overweging te zenden en dan op de volgende Synode te behandelen.
Intusschen is Ds. Beets van Grand Rapids weer ter Synode gekomen. De Voorzitter spreekt ZEw. toe en deelt het besluit der Synode mee omtrent het verzoek der kerk in Amerika tot correspondentie met onze kerk. De adjunct-scriba leest dat besluit (in een vorig nummer van ons blad reeds opgenomen) nog eens voor. De Voorzitter zegt dat onze Synode door onze eigene positie in ons vaderland tegenover „de Gereformeerde Kerken” aldus heeft besloten. Hierna roept hij Da. Beets een hartelijk vaarwel toe en spreekt hij den wensch uit, dat het niet de eerste en laatste maal moge zijn dat de Christ. Geref. Kerk in Amerika een afgevaardigde zendt op onze Synoden, en dat ook onze kerk nog eens in de gelegenheid moge komen een broeder af te vaardigen naar de Christ. Geref. kerk in Amerika. De Heere geleide u, zoo roept hij Ds. Beets toe, op al uwe paden, Hij brenge u veilig weder over den Oceaan, Hij zegene u en uwe kerk tot uitbreiding van Zijn rijk op aarde.
Tot onzen spijt waren wij reeds van de Synode naar huis geroepen, zoodat wij bij het afscheid van Ds. Beets niet tegenwoordig waren. In den geest drukken wij ZEerw. de hand ten afacheid met den wensch dat de Heere hem veilig bij de zijnen en zijne gemeente terugbrenge, wanneer hij 2 of 9 September weer zich zal inschepen naar Amerika, naar zijn geliefd „home, across the wide, wide sea.”
Da. Beets beantwoordde het woord van den Voorzitter en dankte voor zijn verblijf ter Synode. Het smart hem dat de ure van scheiden weer is aangebroken. Toch is hij ook verblijd en wel omtrent hetgeen de Synode besloot omtrent de zending. Ook gij, zoo roept Ds. Beets de Christ. Geref. kerk toe, gij zijt onder de kinderen Israëls, al zijt gij dan nog een Benjamin. Daarom wil hij der Synode toezingen: Psalm 124:4.
De Voorzitter, aan het einde der werkzaamheden gekomen, leest der Synode Psalm 122 en 121 voor en spreekt een woord ten afscheid. De oude reispsalm verzelle u Brs. op al uwe paden. De Voorzitter dankt het moderamen, de prae-adviseurs en allen die zijn taak hebben vergemakkelijkt, waarna ZEerw. de Synode met dankgebed sluit.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen