Brieven uit het Zuiden 1911 (XL1)

Onder de vele vraagstukken, welke thans aan de orde van den dag zijn, behoort ook het zoogenaamde vrouwen vraagstuk, ‘t Is opmerkelijk dat zoo allerwege en in alle landen, zoo praktisch gewerkt wordt op de emancipatie der vrouw.
Het mag wel als een teeken des tijds worden beschouwd, dat bij de algemeene minachting van de ordonantiën Gods, zich dit zoo duidelijk openbaart, ook ten opzichte van de vrouw. Dit is een gevolg van de evolutieleer, die de grenzen uitwischt tusschen God en het schepsel, tusschen dier en mensch, en geen wonder, dat men dan ook de grenzen tusschen man en vrouw miskent. Met het huwelijk als goddelijke ordening spot men. “Als de apostel Paulus, onder de leiding des H. Geestes schrijft; Ik laat niet toe dat de vrouw leere noch over de man heersche, maar wil, dat zij in stilheid zij, dan zien we, dat de wijsheid dezer eeuw zich daar boven verheven acht.
Enkele weken geleden is in de nabijheid van Heerenveen Door Ds. Wartena uit Heerenveen zekere Juffrouw Zernicke in een Doopsgezinde gemeente als predikante bevestigd. Natuurlijk moest men toch een tekst hebben. De bevestiger had daartoe gekozen Ef. 3 : 14—16 en de bevestigde dame leeraarde over Jer. 31 :33&—4a. Zoo iets gebeurde in Nederland in den jare 1911.
De vorige week promoveerde aan een ‘s Rijks Universiteit een dame tot Dr. in de godgeleerdheid. In meer dan eene gemeente zitten al vrouwen in den kerkeraad. In Amerika begonnen, wordt ook hier te lande dat werk voortgezet. Stemrecht oor vrouwen is der socialen en der liberalen wensch.
Liet men door de H. S. zich leiden, dan zou er van zulke dingen geen sprake zijn. Er zouden dan ook niet zooveel laffe mannen zijn, die dit alles toejuichen. In Engeland is het bespottelijk zooals de vrouwen tegen de regeering zich aanstellen.
Gaarne stemmen we toe, dat vrouwen uitnemenden aanleg en schitterende gaven kunnen hebben. We weten ook, dat in de eerste christen gemeenten, vrouwenarbeid was, welke door Paulus geprezen wordt. Maar dat was arbeid van anderen aard. In het werk der liefde en der barmhartigheid, stellen we ook nu den arbeid der vrouw op hoogen prijs, doch dit is niet in strijd met de ordonantiën Gods. Als menschen, grenzen door God gesteld gaan uitwisschen, bewijst dit, dat men gebroken heeft met de vreeze des Heeren, die het beginsel is der ware wijsheid. Het ongeloof is er op elk terrein van het leven op uit, om de ordonantiën Gods zooveel mogelijk weg te cijferen.
Niet God, maar de mensch moet regeeren. Niet de Heilige Schrift, maar de wijsbegeerte van den nieuweren tijd moet zeggen, hoe het wezen moet.
En hoe betrekkelijk klein is het getal van menschen die bedeeld met een geest als een da Costa, onzen groeten vaderlandschen dichter, in woord en daad nazeggen:

Met al hun groote woorden,
Met al hun woest geschreeuw,
Zij zullen ons niet hebben, de goden dezer eeuw!

Z. (Zierikzee) W.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen