Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Repliek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Repliek

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gelukkig dat alle menschen het niet met elkander eens zijn, want dat zou het weinigje poëzie nog uit het leven wegnemen. Wij behoeven het ook niet in alles met elkander eens te zijn en als zoodanig heeft het mij dan ook allerminst verbaasd, dat collega de Groot op een geheel ander standpunt ten opzichte van het openbare onderwijs staat als ik. Ik kan hem, als hem dit genoegen geeft, zelfs verzekeren dat er velen met hem van hetzelfde gevoelen zijn. Ook in onze kerk. Maar een andere vraag is: of dit gevoelen nu wel het juiste is en het beginsel dat men. voorstaat in de toekomst profijtelijk is voor land en volk. Op dit laatste valle hier den nadruk. En dan staat bet voor mij vast dat het beginsel dat uitgaat van: „de Openbare School moet weggepompt worden”, in de toekomst noodlottig zal blijken voor ons Vaderland, Ik meen dit zelfs glashelder te kunnen aantoonen. Wat toch is het geval ? Dat de overgroote meerderheid van de kin-deren van ons openbaar onderwijs geniet, iets wat mijn collega niet zal ontkennen. Wie met de verhouding van het bijzonder tot het openbaar onderwijs bekend is in plaatsen als Amsterdam, Rotterdam, ‘s-Gravenhage, om nu andere maar niet te noemen, zal onmiddellijk beseffen, dat er van dat zoogenaamde leegpompen van de Openbare School totaal niets komt. Dat is, waarde collega, op zijn zachtst uitgedrukt in mijn oog een illuzie. En gedurende den tijd dat men nu pompt, laat men die kinderen, die duizenden en tienduizenden en honderdduizenden maar aan hun lot over! Men laat ze maar stillekens naar de Openbare- School gaan. Laat ze daar maar vergiftigd worden en dat gif straks indragen in de maatschappij. Waarde collega, dat kan en dat mag toch niet. Het openbare onderwijs maar zoo slecht mogelijk laten en het bijzondere zoo goed mogelijk maken, dat is a egoïstisch; dat is b niet in het belang van ons volk, want daar het getal dat jaarlijks de Openbare School verlaat veel grooter is dan dat van de christelijke, hebben de eersten straks de overhand in het maatschappelijk leven en breken in de toekomst uwe bijzondere school staatkundig af. Let wel op dit laatste, want door het subsidiestelsel is de vrijheid van onze Christelijke Scholen voor mij illusionair geworden, Eén staatkundige omwenteling, één nederlaag bij de stembus, die naar mijn bescheiden meening in de toekomst onvermijdelijk is en wij zullen vrees ik zien, wat er van de vrijheid van ons christelijk onderwijs wordt.
Wij zijn niet klaar met ons bijzonder onderwijs, zoolang het openbare nog de macht in ons Vaderland is. En daarom moet de overheid het openbare onderwijs in haar geest en richting verbeteren. Ik meen dit met recht van de overheid te mogen en te moeten eischen. Ik ga thans niet in op de kwestie „wie er schoolmeester moet zijn” m. a. w. van wien de school moet uitgaan. Ik ga uit van een feitelijken toestand. En dan zult u het met mij eens zijn: dat in ons Vaderland ie Staat schoolmeester is en zorg draagt voor de opvoeding van een groot deel van do kinderen van ons voIk
Wat heeft de Staat gedaan, toen zijn bestuur dus overwegend liberaal was? Den bijbel van de Openbare School ge-nomen: Den Christus uit het openbare onderwijs verbannen en dat onderwijs zelf tot een voorbereiding voor het materialisme en socialisme gemaakt. Dat zijn feiten die niet te loochenen zijn.
Maar nu is de Staat heden ten dage nog schoolmeester, doch in de overwegende meerderheid van zijn bestuurderen niet liberaal, maar antirevolutionair. Ik vraag mijn geachte collega mij duidelijk te willen maken: hoe een antirevolutionaire schoolmeester het met zijn antirevolutionaire beginselen in overeenstemming brengen kan revolutionair onderwijs te laten geven: Dat is nu iets dat ik niet versta. Als de stembus in ‘t zicht komt, dan is het „voor de eere God.” De naam Gods moet beleden worden op al de terreinen des levens. Die leuze klinkt dan van den Dollar tot de Schelde. De Standaard brengt dag aan dag een reeks „driestarren ,” allen in denzelfden grondtoon, ad majorem Dei gloriam.
De roeping en de taak der overheid worden in majesteuze lijnen den volke voorgesteld. Maar nu de toepassing. De praktijk. Want dan moet de zorg van die christelijke overheid zich toch allereerst uitstrekken over de jeugd, dat is de spes patriae. Maar wat doet men aan die jeugd. Heeft de christelijke overheid één poging gedaan om den naam van God in eere te brengen in het openbare onderwijs, en den bijbel zijn plaats terug te geven. Onze strijd gaat tegen het liberalisme en socialisme dat ona den Bijbel afgenomen heeft. Ik eisch van deze christelijke overheid, dat zij den bijbel teruggeven zal aan onze kinderen, op grond dat zij zich zelven als christelijke overheid aandienen. Ik eisch dat zij niet in strijd met hare beginselen zal handelen, maar hare beginselen zal toepassen op ieder terrein, waar zij zelfs recht van spreken en handelen heelt. Ik hoop dat mijn waarde collega mij zal kunnen overtuigen, dat ik dwaal, maar ik kan het niet anders bezien. De bezwaren die men daartegen aanvoert zijn in het oog niet onoverkomelijk. Wanneer de openbare school een vloek voor ons volk is en de grootste kanker die aan den wortel van ons volksleven knaagt, dan make mijn waarde collega het mg duidelijk, hoe de antirevolutionaire regeering het met hare beginselen verdraagt : een zoodanig instituut nog een dag te handhaven. Dat noem ik verschrikkelijk, dat een christelijke overheid een inrichting in stand houdt die een vloek is voor ons volk. Dan heb ik een andere opvatting van de roeping van een christelijke overheid misschien dan mijn Noordeloosschen ambtsbroeder. En wat het bezwaar betreft, dat men geen paarlen voor de zwijnen zal werpen, waarde collega, die vergelijking gaat dus niet op: De kinderen die de openbare school bezoeken moogt gij daarmede niet vergelijken en de heeren onderwijzers die zich niet aan de wettelijke voorschriften dienaangaande wilden onderwerpen, eenvoudig er uit. Men moet wat aandurven, en vertrouwen hebben in de kracht van onze beginselen. Nog eene opmerking. Ik geloof niet met mijzelven in tegenspraak te zijn gekomen. Ik ben voorstander van het christelijk onderwijs en tegenstander van het subsidie stelsel. Als zoodanig heb ik mij altijd geopenbaard. Maar daarnaast heb ik op staatkundig terrein steeds bepleit een toepassing van de christelijke beginselen die de overheid zegt te belijden, ook op onze openbare instellingen, dus kerstening van de openbare school.

L. (Leiden) J.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 januari 1912

De Wekker | 4 Pagina's

Repliek

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 januari 1912

De Wekker | 4 Pagina's