Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

A. v. H. te R. vraagt of het huwelijk met de echtgenoote van een overleden broeder geoorloofd is, indien de overleden broeder geen zoon maar wel eene dochter heeft. Daarbij merkt de vrager op dat in Deuteronomium geboden wordt dat, indien de man zonder een zoon na te laten sterft, zijn broeder de weduwe des overleden broeders moet huwen om zijnen broeder zaad te verwekken, en dat in het Nieuwe Testament zulk een huwelijk niet verboden wordt, daar in de Evangeliën wel gesproken wordt van eene vrouw die zeven broeders tot man heeft gehad, doch dit huwelijk aldaar niet afgekeurd wordt.
Dus, vraagt v. H., is nu dit huwelijk verboden of niet? Naar de meening van den vrager ia het niet verboden, daar toch Gods Woord zegt: gij zult uws broeders huis bouwen.
Antwoord. In Leviticus 18:16 wordt het huwelijk mot de weduwe van den gestorven broeder als bloedschande verboden. Het is een ontdekken van de schaamte uws broeders, zegt Gods Woord. Het is even groote zonde alsof men met eene eigene zuster huwde, daar de vrouw door haar huwelijk een zuster van den schoonbroeder geworden is. Dit verbod heeft eene zedelijke strekking en beeft dus dezelfde kracht voor den tijd des Nieuwen Testaments.
Nu was er op dit verbod eene uitzondering, n.l, wanneer de overleden broeder geen zaad naliet. Het erfdeel van den overledene zou dan vervreemd worden en daarom moest de broeder des overledenen diens weduwe huwen. Deze uitzondering berust echter niet op een zedelijken grond, maar op grond van het burgerlijk recht in Israël. Het gebod in Levit. 18 : 16 is dus op de eeuwig durende zedelijke wet, bet gebod van het zwagers huwelijk slechts op de burgerlijke wet gegrond, en de laatste geldt niet meer voor ons, evenmin als voor de ceremonieele wetten,
In het Nieuwe Testament wordt het huwelijk van die vrouw met die zeven broeders, welke zij allen tot man beeft gehad, niet afgekeurd, om de eenvoudige reden dat teen nog de Oud-Testamentische bedeeling geldende was en deze eerst met de uitstorting des Heiligen Geestes op den Pinksterdag eindigde,
Het huwelijk met de weduwe des overleden broeders is dus onder den Nieuw-Testamentischen dag in elk geval verboden en in ons land zelfs met eens geoorloofd zonder koninklijke toestemming. Doch al geeft de Koningin hare goedkeuring dan blijft het nog in strijd met Gods Woord.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 mei 1912

De Wekker | 4 Pagina's

Vragenbus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 mei 1912

De Wekker | 4 Pagina's