Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Engeland (42)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Engeland (42)

De kracht des geloofs (230)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In den eersten tijd van hun gevangenschap steunden en troostten de jongelingen elkander, ook door gedurige gesprekken over de groote vraagpunten van hun tijd, door gemeenschappelijk gebed en gezang; maar langzamerhand raakten ze uitgesproken; 't was of hun geest versufte door ontbering van goed voedsel en gezonde lucht, hun lichaam vermagerde van dag tot dag, zoodat ze ten slotte niet meer schenen dan de schimmen van wat ze geweest waren. Vooral Clark, Sumner, Bayley en Goodman leden ontzettend door sluipkoortsen, die hun krachten ondermijnden. Clark werd ten slotte zoo zwak, dat hij niet kon gaan of staan en zich moest neerleggen op den kouden, vochtigen grond. De vrienden verzamelden zich rondom hem. Waren de gesprekken over velerlei zaken verflauwd, het gemeenschappelijk gebed was niet verminderd, en toen Clark daar neerlag, alsof hij weldra sterven zou, knielden allen rondom hem neer, en smeekten den Heere, zich zijner te ontfermen. En de Heere hoorde hun gebed. Clark opende den mond en legde een heerlijk getuigenis af van het bewustzijn, dat de schuld zijner overtreding was gedelgd in het dierbaar bloed des kruises, ja dat die schuld om de gerechtigheid, door dat bloed aangebracht, was vergeven door God. Hij smaakte een onuitsprekelijken vrede en wachtte in rust op den dood.
Ook Sumner, Goodman en Bayley namen gaandeweg in krachten af en in dien onderaardschen kerker drukte de dood zijn zegel op het kranke viertal.
De overigen deden, wat reeds zoo menigmaal was gedaan; ze zonden een verzoekschrift naar den kardinaal met vermelding van den toestand van de kranken. Op zekeren morgen, dat ze weer geknield lagen rondom bet viertal, dat op den dood wachtte, werd de deur van hun kerker ontsloten. De gevangenbewaarder deelde mede, dat de zieken naar hun eigen kamers in het College zouden worden vervoerd, maar dat de anderen, wier leven nog niet in dadelijk gevaar verkeerde , gevangen moesten blijven.
De kranken, die ongeveer zes maanden in den kelder hadden doorgebracht, werden op draagbaren vervoerd en naar hun kamers gebracht. Maar 't was tevergeefsch. Geen geneesmiddel, geen zorgvuldige verpleging kon hun leven rekken; binnen een week stierven ze en mochten de kroon der overwinning behalen. Hun sterven was een krachtige aanmaning tot standvastigheid in het verdedigen van de waarheid van Gods Woord.
Kardinaal Wolsey scheen door dien afloop verteederd. Hij was slechts wreed, als het belang der Kerk het eischte, en nu begon hij te vreezen, dat deze geschiedenis groote schade zou doen aan het College van Oxfords hoogeschool. Daarvoor schreef hij aan zijn zaakgelastigden: „Stelt de overigen in vrijheid, doch onder beding, dat zij zich niet verder dan tien mijlen van Oxford zullen verwijderen.”
Zoo werd dan de deur van den kerker ontsloten en de jonge mannen herkregen hun vrijheid. Ze zijn later der kerk van Engeland tot zegen geweest en bekleedden bijna allen een gewichtige plaats. Zoo werd Cox bisschop van Ely en opvoeder van prins Edward; Drumm werd onder Cramner een van den predikers van Canterburry. Salisburry werd deken van Norwich en bisschop van Sodor en Man, terwijl hij in de dage Tan grootheid en rijkdom nog menigmaal sprak van zijn gevangenschap als van eene groote eere, hem om des evangelies wil geworden.
Maar dat was in latere jaren, toen Engelands kerk met het Roomsche beginsel uitwendig gebroken had, toen vooral onder de regeering van koning Eduard de hervorming zegevierde en de Heilige Schrift in eere was.
Slechts een viertal van de gevangenen was dus gestorven. Ook Dalabes en Garret werden bevrijd, doch, zooals we vroeger reeds beschreven hebben, Garret alleen om later zijn leven te eindigen op den brandstapel ter bezegeling van zijn geloof in de waarheid van Gods Woord.

H. (Harderwijk) V.

(Wordt vervolgd).

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juli 1912

De Wekker | 4 Pagina's

Engeland (42)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juli 1912

De Wekker | 4 Pagina's