Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de najaarsvergadering van de Algem. Synodale Commissie der Ned. Herv. kerk is ook mededeeling gedaan van den einduitslag der stemmingen die door de prov. Kerkbesturen zijn gehouden over de door de Synode aangenomen reglementswijzigingen. Voor ons, die onder het presbyteriale regime leven, klinkt dit vreemd. Want als daar de Synode bij meerderheid van stemmen iets bepaald, dan is het bondig en dan voor geheel de kerk. In de Herv. kerk die onder het collegealistisch regime leeft is dit geheel anders. Als daar de Synode iets vastgesteld heeft moet het eerst naar de Classicale Vergaderingen en provinciale kerkbesturen om consideratie en advies, vervolgens wordt het opnieuw door de Synode in behandeling genomen waarbij de mogelijkheid bestaat dat de Synode, gezien de ongunstige adviesen der verschillende vergaderingen, op haar besluit terug komt; maar indien dit niet geschiedt en de Synode stelt het met meerderheid van stemmen andermaal vast: dan moet het aangenomene aan de eindstemming der prov. kerkbesturen worden onderworpen. Zonderling dat mindere vergaderingen het werk der hoogste vergadering eenvoudig vernietigen kunnen. Maar het is zoo, en daardoor wordt eenvoudig dan ook alle vruchtbare arbeid belemmerd. Gelijk dat ook thans weer duidelijk gebleken is. De Confessioneele Vereeniging heeft indertijd eens aangedrongen bij de Synode, dat deze bevoegdheid aan de prov. kerkbesturen zou worden ontnomen. Maar dat durfde de Synode natuurlijk niet aan. Zij waagde het niet om met een zoodanig voorstel bij de provinciale machthebbers aan te komen, wetende dat die heeren daarover eens hartelijk zouden lachen. Maar intusschen gevoelde de Synode dat er iets billijks in dit verzoek lag en derhalve besloot zij, dat de prov. kerkbesturen voortaan hun stem zouden motiveeren dus m.a.w, de redenen aangeven, waarom zij aldus of alzoo stemden. Nu gevoelt ieder, dat een zoodanig voorstel inbreuk maakt op de vrijheid van de stemming. ‘t Kan in bepaalde gevallen noodig zijn, dat iemand zijn stem voor of tegen een voorstel motiveert, maar dan doet hij zulks vrijwillig. Wat anders is het wanneer men daartoe gedwongen wordt. De heeren van het prov. kerkbestuur hebben dan ook met een overgroote meerderheid bedoeld voorstel verworpen en de vrijheid van stemming voor zich zelven gehandhaafd.
Daarmee blijft de kerkelijke wetgeving in de Ned Herv. kerk dus weer op denzelfden voet voortgaan en de prov. kerkbesturen hebben ook voor de toekomst de kerk meer in de hand waarmede zij de kerkelijke machine naar believen reguleeren.
Maar dit is het slimste nog niet. De zaak Ds. Keiler contra Ds. Molenaar te Dordrecht ligt nog versch in het geheugen. Ds. Keiler door den kerkeraad aangewezen den modernen Ds. Molenaar te bevestigen, weigerde hoewel herhaaldelijk daartoe aangemaand, dit werk aan een geestverwant van Ds. Molenaar af te staan. Daarop volgde de bekende scène bij de bevestiging van Ds. Molenaar, toen Ds. Keller het werk der bevestiging schorste omdat Ds. Molenaar de vragen van Ds. Keller niet beantwoordde. Naar aanleiding van deze zeer onverkwikkelijke gebeurtenis is er toen bij de Synode een voorstel ingediend, dat reglementair zou worden vastgesteld dat voortaan ieder te bevestigen predikant zich door een predikant zijner keuze kan laten bevestigen, zonder dat daarvoor de toestemming van den consulent werd vereischt. Tot nu toe was dit geheel en al afhankelijk van de medewerking van den consulent. Weigerde deze, dan bleef den te bevestigen leeraar niet anders over als zich door den consulent te laten bevestigen hoe onsympatiek hem deze ook was. Toch greep bedoeld voorstel der Synode zeer diep in. Want niet alleen dat daarmede de rechten en bevoegdheden van den consulent belangrijk werden ingekort; maar — en dit gevoelden zeer velen in de Herv. kerk, het bestaan van de verschillende richtingen in de Herv. kerk werd daarmede reglementair erkend en goedgekeurd, zoodat wanneer dit voorstel wet werd, men niet meer kan zeggen: deze of die richting behoort niet in de Ned. Herv. kerk, daar allen richtingen thans gelijke rechten werden toegekend. Wanneer een Socialistisch predikant zich thans door een geestverwant wil laten bevestigen moet de consulent zijn toestemming geven. Verschillende protesten zijn er in de kerk tegen voorgestelde bepaling opgegaan — vooral van de zijde der Confessioneelen die kostelijk gevoelden — dat wanneer deze bepaling wet werd, dit eene verzwakking werd van hun kerkrechterlijke positie in de Ned. Herv, kerk. Want tot nu beweerden zij daarin de eenig rechthebbenden te zijn, maar thans is dat onmogelijk meer voltehouden. Ds. Schokking gevoelt dit zeer goed, hoewel hij in zeer zachte bewoordingen den uitslag van deze stemming mede deelt. Hij zegt in de Gereformeerde kerk van 5 Dec.: dat het verzet, dat niet alleen van den kant der Confessioneele Vereeniging gekomen is, dus niet heeft gebaat. De lijn van het uit den weg gaan voor het kerkrechterlijk beginsel om zich slechts te richten naar de gedienstigheden van de praktijk is eenvoudig een eindje verder doorgetrokken.
Een consequentie van het jaren lang gevolgde stelsel is het ongetwijfeld; maar een consequentie, welke voor degenen, die zich in dat stelsel niet vinden kunnen, dan ook langzamerhand de noodzakelijkheid in het licht stelt, om bij de benoeming van de leden der Besturen scherper dan tot heden toe te zien.
Op zichzelf heeft dit voor ons weinig aantrekkelijks. Want in den strijd mengt zich dan onwillekeurig een persoonlijk element, waarvan wij vooral op kerkelijk terrein liefst zelfs den schijn vermeden zien.
En wellicht, dat meerderen dergenen, die zich zoo tegen het voorstel gekant hebben om de aftredende leden der Besturen niet aanstonds herkiesbaar te stellen, straks zullen inzien, dat aan zoodanige bepaling toch beter de voorkeur gegeven ware boven hetgeen nu in meerdere of mindere mate het gevolg zal zijn.
Want van twee kwaden moet ten slotte het minste gekozen worden. De enkele onderscheiding van recht- en vrijzinnigen, waarnaar tot heden in de Classicale Vergaderingen de stemmingen meestal plaats hadden, kan niet meer voldoen. Er zal de vraag te stellen zijn, welk kerkrechtelijk standpunt ingenomen wordt, daar dit in dezen de beheerschende factor is.
Een vraag, waarvan de noodzakelijkheid door de laatstgehouden eindstemming van de leden der Provinciale Besturen o.i. duidelijk naar voren is gebracht.
Zoo troost men zich in die kringen. Willens blind, zouden wij zeggen, om niet in te zien, dat de Herv. kerk een huis is, dat tegen zichzelven verdeeld is, en zulk een huis kan naar Jezus woord niet bestaan.

L. (Leiden) J.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 januari 1913

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 januari 1913

De Wekker | 4 Pagina's