Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geen recht van bestaan? (IV)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geen recht van bestaan? (IV)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na aldus het wankelend standpunt der „Gereformeerde Kerken” in zake de Geloofsbelijdenis te hebben aangetoond, waar men als kerk zich niet positief op de Synode van 1905 over de Leergeschillen heeft durven uitspreken, doch een gewijzigde voorstelling omtrent rechtvaardigmaking, wedergeboorte enz. zooals zij zich in Gods Woord en op grond daarvan noch in de formulieren van eenigheid gevonden wordt, toegelaten heeft, daar aanvaarden wij niet zonder groote bedenking de uitspraak van Ds. Bos, dat de Christ. Geref. kerk en de „Gereformeerke kerken” dezelfde belijdenis beamen. Zeker in naam, in theorie zal daaraan niet zooveel haperen, maar wat blijft daarvan over in de praktijk ? Als het er op aankomt om de belijdenis te handhaven, dan kan een man als Ds. Kuyper Jr., die in 1907 (dus, let wel, nà, 1905) zijn werk „de band der verbonds” uitgaf, waarin hij afwijkt van de belijdenis, niet tot de orde worden geroepen. En dan moge Ds. Bos en duizenden met hem in de „Gereformeerde Kerken” bazelen: „dat zijn particuliere gevoelens, maar de kerk leert het niet!” ach, waarde Ds. Bos laat ik u zeggen mogen, dat precies zoo op heden de Gereformeerden in de Hervormde Kerk spreken. Of Ds,.Bos c.s. het van hen of zij van Ds. Bos geleerd hebben, weet ik niet, maar wel weet ik, dat de Gereformeerde in de Herv. kerk nog altijd zich aan de stroohalm vasthouden, dat, al mogen vele modernen en socialisten hun eigen gevoelens verbreiden, de kerk nochtans het niet leert.
Nog dezer dagen schreef „de Waarheidsvriend”. Orgaan tot verbreiding der Geref. leer in de Herv. kerk: „Is de predikant, die moderne leidingen toeliet, zoo eerlijk geweest om zijn beroepsbrief te laten zien, waarin stond, dat hij bij zijn prediking en bij zijn onderwijs niets anders zal verkondigen dan 't geen naar Gods heilig Woord is? En heeft hij ook laten zien dat alleen, die met den geest en met de hoofdzaak van de leer, neergelegd in de Ned. geloofsbelijdenis, in den Heidelb. Catechismus en in de leerregels van Dordt, verschillen niet in de Herv. kerk thuis hooren.”
Zie, dit standpunt is principieel hetzelfde als dat van Ds. Bos en zijn partij, die tegenover mannen als Dr. Kuyper volhouden; de kerk leert het niet, het zijn niets dan particuliere gevoelens. Eén van beiden is hier maar mogelijk: de kerk leert het wèl en dan blijven mannen als Dr. Kuyper ongemoeid, of de kerk leert het niet, maar dan heeft zij de roeping om handelend op te treden en de leer in haar belijdenis, op grond van Gods Woord omschreven, te handhaven. Heeft ook Ds. Bos en velen en met hem het niet in de „vijf stellingen” onomwonden uitgesproken, dat die Ned. Geref. leer, die al krachtiger naar voren dringt in de Geref. kerken, niet is naar de belijdenisschriften en mitsdien ook niet naar het Woord Gods. En wanneer die Neo. Geref. leer op heden in Woord en geschrift in de Geref. kerken wordt verbreid, dan legt Ds. Bos c.s. zich ter ruste en troost zich: „het zijn maar particuliere gevoelens”, en dan droomt hij van de Utrechtsche Synode van 1905. Alleen die ondeugende Christ. Gereformeerden benauwen hem nog wel eens in zijn zoete droomen. Maar weg met deze van de aarde; zij hebben geen recht van bestaan; de Utrechtsche Synode heeft immers alles vereffend. Waarlijk, de slaapdrank helpt goed en . .. Ds. Bos rust weer. Zal hij nog eens ontwaken om trouw de wacht bij de belijdenis te betrekken òf schrikt hij terug voor 't geen in de bekende en beruchte „Vijf Stellingen” wordt gezegd aangaande de afwijkende leeringen en daarentegen zij, die aandringen op kerkelijke behandeling (ik cursiveer) van hen, die ze leeren, van deze en gene zijde alles behalve vriendelijk en broederlijk wordt bejegend”. 't Is zoo gemakkelijk om de Gereformeerden in de Herv. kerk toe te roepen: „Gij moet uwe belijdenis handhaven en dan zal uitkomen, dat uw kerk geen belijdenis heeft,” maar wanneer het komt aan Ds. Bos c.s. en ook hij een afwijking van de belijdenis speurt, dan houdt bij zich maar liefst rustig en heeft er den looper van 1905 op uitgevonden.
Ik vermoed echter een bedenking, dat Ds. Bos het niet rationeel van mij zal vinden om een vergelijk te trekken tusschen hen en de Gereformeerden in de Herv. kerk. Immers, zoo hoor ik reeds de stem van mijn geachte collega's bij de Hervormden, zijn het meeningen en leeringen, welke liggen buiten de grenzen onzer Gereformeerde belijdenis, maar bij ons is dit geenszins het geval! Wij zullen zien wat hiervan waar is.

K. (Kampen) S.
(Wordt vervolgd).

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 mei 1913

De Wekker | 4 Pagina's

Geen recht van bestaan? (IV)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 mei 1913

De Wekker | 4 Pagina's